Sintelstuk.. waar zit dat ding..

  • Henk Klöpping

    Leerlingen stellen vaak goede vragen - en ik heb niet altijd het antwoord direct paraat. Dat was vandaag ook weer het geval, toen mijn leerling Leo de vraag stelde waar het sintelstuk nou dan precies zat. Ik meende dat het sintelstuk de constructie was waar de schoepen in vast zitten - maar dat lijkt niet (helemaal) goed te zijn. Afijn, wat speurwerk in molenbladen en het werk van Den Besten volgde en zo ben ik op het volgende gekomen: http://www.msmog.nl/downloads/Sintelstuk-2018-les-08.pdf

    Graag zou ik zien dat mensen die denken te weten wat een sintelstuk is dit document lezen en dan hier hun inzichten, meningen etc. posten.

    Terzijde zij vermeld dat het stukje over sintelstukken in het officiële lesboek in de ogen van zowel mij als mijn leerlingen niet echt heel helder is, mogelijk toch een aandachtspunt voor een volgende revisie.

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • karel

    Wat een leuk stukje. Mag het voor opleidingsdoeleinden gebruikt worden ? Het is wel leuk om dit naast de  Basisopleiding te hebben.

    Die vermeldt overigens  op pagina 9 van hoofdstuk 11 ;

    Tot ca. 1850 waren er uitsluitend houten schepraderen. Nu zijn ze vrijwel alle van metaal. Een houten scheprad bestaat uit vier kruisarmen die tevens als hoofdschoepen fungeren. Ze zijn versterkt met vier gebogen hoekzwaarden. In elk zwaard zijn 5 of 6 tussenschoepen gestoken. Alle schoepen zijn met ijzeren (vroeger houten) gordingen met elkaar verbonden.Een metalen scheprad bestaat uit een sintelstuk, één á twee gordingen en een aantal schoepen.

  • Henk Klöpping

    Beste Karel,

    jazeker mag je dit stukje gebruiken, sterker nog: dat is de bedoeling en dat is het ook altijd geweest. We (SMS, later MSMOG) zetten al vanaf 2009 allerhande (aanvullend) lesmateriaal on-line voor publiek gebruik.  

    Dat materiaal is een product van onze lesactiviteiten. We geven op de molen van de Groote Polder al vanaf 2009 les en dat doen we volgens een vast curriculum (pad door de stof). Dat curriculum ontstond toen ik Lammert in 2010 ben gaan helpen bij het lesgeven.  Lammert en ik konden niet elke week tijd vrijmaken, maar wel elke 14 dagen. Dus besloten we toen om en om les te gaan geven. Dan is het van groot belang dat er een bekend, logisch pad door de stof is en dat de instructeurs zich daar aan houden, dan weet je precies wat er al behandeld is, wat nog niet en kun je ook veel makkelijker eens elkaars les waarnemen als dat nodig is. Daarnaast had het me in mijn eigen leertijd nogal gestoord dat er geen logische opbouw in de stof leek te zijn, dat wilde ik graag anders en dat vond Lammert ook. Twee vliegen in één klap dus.

    We hebben toen een voor onze omgeving en molens logisch pad door de GVM stof bedacht. Dat curriculum is overigens ook vrijelijk beschikbaar voor wie het maar wil gebruiken:  je kunt het vinden op de MSMOG website.  Een waarschuwing: het is een voor onze regio en onze lesmolens logisch pad, het hoeft voor andere streken niet het beste pad te zijn. Maar ik denk dat elke (groep van) instructeur(s) met enig herschikken van de blokken (lessen) in ons curriculum het makkelijk geschikt kan maken voor ander regio's / lesmolens.

    Het curriculum baseert op de volgende uitgangspunten en zo lang je die onderschrijft is het curriculum voor jou bruikbaar:

    1. de stof die het meest van belang is behandelen we in de eerste 6 weken intensief en die wordt dan het hele curriculum frequent herhaald. Het gaat dan om het weer, veiligheid en de manuele basisvaardigheden. Met name het weer was altijd een heikel punt tijdens de opleiding, ook al omdat de door GVM aangeboden stof niet erg toegankelijk was (en eerlijk gezegd: nog steeds niet is). Ik heb daarom uiteindelijk zelf een vereenvoudigde handleiding geschreven ("Het Weer Vereenvoudigd") en die gebruiken we nu een aantal jaren gedurende de eerste 6 weken. De ervaringen zijn tot nu toe goed. Deze handleiding mag uiteraard ook vrijelijk worden gebruikt voor niet-commerciële doeleinden.

    2. We beginnen met het kennis maken met molens in de streeken gaan dan steeds “verder van huis”. Eerst leren de leeringen de lesmolen kennen (een achtkant,  bovenkruier, poldermolen met vijzel), dan breiden we geleidelijk uit naar de standerd (Bourtange) en zo door tot we uiteindelijk bij - voor onze streek dan - exoten terecht komen, zoals paltrokken en de torenmolens.

    3. De stof is ingedeeld zodat ze in ongeveer 4 uur per week te bestuderen is. Dat hangt uiteraard altijd wat af van  de talenten van de leerling en de al aanwezige kennis.

    4. De volledige stof die in de GVM mappen staat wordt in één jaar behandeld. De meeste leerlingen blijven 2 jaar en “zien” de stof dus twee keer. Ze krijgen in het 2e jaar vaak ook de kans om aan nieuw instromende leerlingen zaken uit te leggen en voor te doen. Dat is een geweldig leuke manier om mensen ‘boven de stof’ te krijgen.

    5. Elke les bestaat uit een praktisch- en een theoretisch deel. Dus: we hebben geen losse theorie-lessen en losse praktijklessen.

    6. Elke les komen “veiligheid” en “het weer” terug op de agenda. 

    7. Stof wordt in een voorspelbare, opbouwende volgorde behandeld en die volgorde is van te voren bekend.

    8. Er zit een herhalingselement in de lessen, zodat de vergeetcurve onderdrukt wordt.

    9. De stof wordt elke les “overhoord” door middel van oefeningen en het “klassikaal” stellen van vragen. Deleerlingen krijgen die vragen op papier overhandigd, na behandeling ook de antwoorden en verder worden  na de les de vragen op de webstek gezet en zijn dan voor ieder vrijelijk te downloaden.

    Om dat ‘overhoren’ te faciliteren maakt de instructeur van dienst elke week een weeranalyse en bedenkt tussen de 10 en 20 vragen en antwoorden.  Die staan allemaal online.

    Al het materiaal valt formeel onder copyright van de MSMOG, maar wordt onder en CC licentie beschikbaar gesteld aan het publiek. Dat is zo gedaan zodat iedereen het materiaal vrijelijk kan gebruiken, zij het uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden. Ergo: alle instructeurs, leerlingen, molenaars, molenorganisatie etc. mogen het materiaal vrijelijk gebruiken, mits ze daar geen geld aan verdienen.

    In het kort: je bent vrij om dit werk te delen — te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of  bestandsformaat, het werk te bewerken — te herschikken, te veranderen en er afgeleide werken van te maken, maar onder de volgende voorwaarden: de gebruiker dient de maker van het werk te ver melden, een link naar de licentie te plaatsen en aan te geven of het werk veranderd is. Je mag dat op redelijke wijze doen, maar niet zodanig dat de indruk gewekt wordt dat de licentiegever instemt met je werk of je gebruik van het werk. Je mag het werk niet gebruiken voor commerciële doeleinden. Als je het werk hebt herschikt, veranderd, of op het werk hebt voortgebouwd, moet je het veranderde materiaal verspreiden onder dezelfde licentie als het originele werk. De licentiegever (MSMOG) kan deze toestemming niet intrekken zolang aan de licentievoorwaarden voldaan wordt.

    Dus, ga vooral je gang en gebruik het materiaal zoveel je wilt (binnen de voorwaarden), daar is het voor!

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Fietsende

    Grappig, gisteren hebben MIO-er Vincent en ik samen ook over het sintelstuk-vraagstuk op de molen van Kolham gehad.

  • Henk Klöpping

    Lijkt me logisch, Martin - Vincent zat er bij toen Leo die vraag stelde :D

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Piet

    Bij een houten scheprad vormen de vier lange schoepen een vierkant rond de wateras, dit vierkant is sterk genoeg gemaakt om op de wateras te worden vastgewigd.

    Een geheel houten scheprad heeft dus nooit een sintelstuk.

    ​Henk, in Groningen zijn zoals je weet geen molens meer met een houten scheprad, maar als je wilt mag je met de leerlingen het restant van het scheprad in onze achtertuin in Winsum komen bekijken.

    ​Het is afkomstig van de verbrande schepradmolen nabij Leeuwarden, die gereconstrueerd is en elders in Leeuwarden is herplaatst.

    ​Toen begonnen werd met gietijzeren bovenassen en waterassen werd al heel snel het middendeel van het scheprad rond de wateras ook gemaakt van gegoten ijzer, dit werd een sintelstuk ( eigenlijk centerstuk ) genoemd.

    Het zou me niet verbazen dat nu ook veel uit staalplaat gelaste sintelstukken voorkomen.

  • Henk Klöpping

    Beste Piet,

    Paul Kessels heeft een kopie van de Overwaard molen #2 gemaakt voor in zijn tuin (schaal 1:6) en daarbij heeft hij het scheprad van roestvast staal gemaakt. Aardige variant is dat hij het sintelstuk als het ware door heeft getrokken zodat het ook langs de schoepen loopt. Ook de gording is onderdeel van één en dezelfde plaat. Ook ouderwets bewerken doen we niet meer: het hele deel is met de laser gesneden, zie onderstaand filmpje.

    Het idee om de restanten van het houten scheprad eens te komen bekijken spreekt me aan, Piet. Stuur je een mailtje naar henk@vrijwilligemolenaars.nl om een afspraak te maken? Dank bij voorbaat!

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Fietsende

    Ik maak af en toe schaalmodellen van molens. Voor een Zuid-Hollandse wipmolen heb ik deze scheprad gemaakt. De ringen zijn uit een stalen pijp heel dun gezaagd en gevijld. De rest is van hout en zwart geverfd. De wipmolen op zich is bijna klaar maar aan de grondplaat met de watergangen moet nog het nodige gebeuren.