KAMPEN - Vandaag neemt Kampen afscheid van molenaar Jan Lieftink van d'Olde Zwarver.

De voormalig technisch ambtenaar en bouwkundig opzichter van de gemeente vond in de Kamper molen z'n eigen paradijsje. Z'n ogen gingen glimmen, wanneer hij vertelde over de robuuste techniek die wispelturige windvlagen omzette in solide, betrouwbare bewegingen van tandwielen en molenstenen.

Molen d'Olde Zwarver staat in de rouwstand in verband met het overlijden van molenaar Johan Lieftink. foto Freddy Schinkel

Een man met een hoog besef van kwaliteit en een scherp oog voor bouwkundige constructies. Het kon hem langdurig dwars zitten, wanneer herstelwerk in één van de gemeentelijke gebouwen die onder zijn supervisie stonden voor een koopje en kwalitatief ondermaats werd uitgevoerd. Relativeren en schouderophalen lagen niet in zijn aard.

Hij leed zichtbaar onder het feit dat er vaak weinig geld was voor goed onderhoud. Als technisch vakman van de oude stempel vond hij In molen d'Olde Zwarver een plek, waar hij zijn liefde voor solide techniek en ouderwets vakmanschap kon koesteren. Het deed hem goed, maar ook in zijn functie als molenaar leed hij onder weinig belangstelling voor molenonderhoud en dat zijn mening weinig gewicht in de schaal legde.

Hij kon koppig zijn en woedend. Dat weerspiegelden zijn liefde voor echt ambachtelijk werk en de schoonheid van techniek. Hij bezag de recente plannenmakerij voor woningbouw op het voormalige Cramerterrein met lede ogen. ‘Zijn’ molen liep het gevaar de wind uit de wieken genomen te worden – en dat deed hem zeer. Met een mengeling van wrok en gelatenheid liet hij de besluiten over zich heen komen.

Lieftink, geboren in 1928, was sinds 1978 molenaar op d'Olde Zwarver, waar hij ook zijn opleiding volgde. Zes jaar geleden werd hij voor zijn verdiensten voor de Overijsselse molens geridderd als lid in de Orde van Oranje Nassau. Van 1980 tot 1996 was Lieftink penningmeester bij de afdeling Overijssel van het Gilde van Vrijwillige molenaars. Daarna was hij nog zes jaar bestuurslid. Ook verleende hij medewerking bij het tot stand komen van het boek Wind- en watermolens in de provincie Overijssel van stichting De Overijsselse molen.

Lieftink was de primus inter pares van de groep die d'Olde Zwarver letterlijk en figuurlijk draaiend houdt: Sjaak Poot, Kees Scherjon, Willemien van den Berg, Corine van Oosten en de zeventienjarige leerling-molenaar Johan Nentjes. Na de afscheidsdienst in de Open Hof rijdt de rouwstoet ook langs de molen. Volgens oud gebruik draait het wiekenkruis in rouwstand met de rouwstoet mee.

Johan Lieftink 1928 - 2008

Bron: de Stentor