Vraag naamgeving molens Zaanstreek

  • Stefan Teeling

    Mij schoot ineens iets te binnen, misschien een vreemde vraag, maar goed. Waarom hebben veel molens nu en vroeger in de Zaan streek een naam bestaande uit een vast iets (b.v. Hen) en dan nog een bijvoeging er voor (b.v. Bonte)? Zelf vermoed ik dat het komt om dubbele namen te voorkomen, gezien het grote aantal molens dat er in het verleden in de Zaan streek stond.

    Tot slot vraag ik me nog een paar dingen af, wat was precies de functie voor de spinnetjes op de daken van de schuren van bepaalde molens voor de belasting, of was deze er niet? En vanwaar de naamborden op de twee molens van Woudsend, de Jager en 't Lam, deze molens zijn voor zover ik weet van oorsprong niet uit de Zaanstreek afkomstig, was dit voor de belasting net zoals in de Zaan streek of hebben deze naamborden een geheel andere functie?

    Mvg. Stefan Teeling

  • Robert Van't Geloof

    Hoi Stefan die spinnetjes zijn er om te zien waar de wind vandaan komt.

    Gegroet Robert

  • Meelmuisje

    Die spinnetjes zitten er voor die mensen van vroeger die niet konden lezen;) Neem nou De Kat achterop de windvaan van het spinnetje zit een kat ! Dus mensen die niet konden lezen zagen zo dat ze bij de goedde molen zaten! Ook is het natuurlijk een handig hulpje om te kijken waar de wind vandaan komt!

    Gr, Thomas Griffioen

  • Andreas de Vos

    Ik heb toch de indruk dat de spinnetjes vooral een handigheidje waren voor windrichting en kracht (hoe meer wind, hoe harder hij draait) en ook een leuke indruk geven van het gedrag van de wind kwa richting. Brede wind, dwarrelig zeg maar.

    En het is een leuk versiersel natuurlijk.

    Veel molens hebben/hadden in het naambord ook een afbeelding, dus de mensen die niet goed konden lezen konden aan het naambord toch zien welke molen het is.

    Ben benieuwd naar de reacties van onze Zaanse molenaars.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Ranko

    Stefan geeft het zelf natuurlijk al aan, omdat er zoveel molens waren kon een dubbele naam al gauw voorkomen. Dit loste men op door er vervolgens een voorvoegsel aan toe te voegen. Zo was er eerst het Schaap, vervolgens het Lam, dan het Witte Schaap, het Jonge Schaap, het Vette Schaap enz. enz. Zoveel fantasie had men namelijk ook niet. Die bijnamen waren vervolgens wel weer wat origineler. Zoals De Koperenberg, de Verdwaalde Boer, De Besjes Tasch, de Gauwdief, De Scheet, enz. enz.

    Voor de belastingheffing was het verplicht om de naam goed zichtbaar op de molen aan te brengen. Dit was natuurlijk ook voor de leveranciers erg handig. Niet elke schipper kwam uit de buurt en kon de molens uit elkaar houden. Soms had men alleen naambord, andere hadden een heel uitbundig versierd bord met een afbeelding. Niet elke naam was daar natuurlijk ook geschikt voor (hoe ziet Hoop er uit?). De naam werd dan ook nog afgebeeld op de staart van de bij de molen horende spin. Uiteraard is een spin bedoeld om een indicatie te geven van windrichting en kracht maar in de praktijk heb daar ook weer niet zo veel aan. Het is ook een stukje versiering.

    Hoe het in Woudsend zit weet ik niet maar de molenaars daar hebben wel een binding met de Zaan. Cees Nooteboom werkt ook op de Kat, misschien kan hij daar wat over vertellen…

    Gr. Ranko

  • Jos van Schootne

    Het voeren van een molennaam beperkte zich niet tot de molens van de Zaanstreek alleen. Het was vanwege de belastinginning zo bepaald. Onderstaande tekst heb ik even van het geschiedenisblad van mijn molen geknipt waaruit blijkt dat die wet uit 1713 stamt.

    Toen het bedrijf van de gebroeders Vrients in 1721 de andere helft van de molen kocht werd voor het eerst de naam “De Eenhoorn” gebruikt. In de transportakte stond namelijk:

    “de gereghte helft van een houtsaeghmoolen genaempt een palsrock voerende den Eenhoorn”.

    Hieruit blijkt dat Pouwelus Jacobszn Hoorn de verordening had gelezen die stelde dat vanaf 1713 iedere molen een naam moest hebben. Voor die tijd was het geven van een naam een vrije keus. Zowel de Schalkwijkse molen als het Haarlemse houtkopersbedrijf is zo'n vijftig jaar in het bezit geweest van enkele generaties Vrients.

    groet, Jos. www.penterbak.nl

  • ome Jaap

    Op 18 januari 1663 ging er een brief van de rekenkamer der Domeinen naar de Schout en het Gerecht van o.a Oostzaan, Westzaan, Wormer en Jisp (Jisp is inclusief Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer en Krommenie), waarin de eigenaren van molens werden verplicht hun molens te voorzien van naam en afbeelding. De naam en afbeelding moesten duidelijk op een bord worden aangebracht.

    Meestal werd de naam, al of niet met een afbeelding, geschilderd op de staart van het spinnetje. Apart aangebrachte borden werden soms ware kunststukken.

    Het laten zien van de molennaam was dus een verplichting van de rekenkamer, zeg maar de belastingdienst.

    groeten,

    Jaap Kamphuis.

  • Dick Bunskoeke

    Ook in Friesland kwamen wel naamborden voor. Veel van de molens in Sneek hadden er aantoonbaar ook een en dat is vanuit Woudsend niet ver varen…

    Van een verplichting hiertoe is mij in Friesland nooit iets gebleken, maar zowel in IJlst als in Sneek stonden molens die uit de Zaan kwamen. Het kan zijn dat men het daarvan overgenomen heeft.

  • Stefan Teeling

    Bedankt voor alle reactie's!!!

    Mvg. Stefan Teeling