Wat is er mis mee als molenLIEFHEBBERS hopen dat bij een herbouw specifieke kenmerken terugkeren en er niet een molen ontstaat zonder die kenmerken welke hij vroeger had en zich dus onderscheidt van bestaande molens? Wat is er mis mee wanneer je als molenliefhebber vindt dat die molen anders zo nodig niet terug hoeft te keren als het alleen om een ‘plaatje’ draait omdat daar al genoeg exemplaren van zijn in NL? Wat is er mis mee om een molen die lijkt op bestaande molens, zich niet onderscheid, zonodig te benoemen als ‘13 in een dozijn molen’ om dit duidelijk te maken?
Wil méér altijd zeggen beter? Oftewel moet je als molenliefhebber altijd blij zijn met elke molen die erbij komt op welke manier dan ook, alleen maar omdat hij funktioneerd als een molen?
Ik ben sinds ik 3 maanden oud was gek van molens en toen ik nog klein was konden er niet genoeg molens gerestaureerd, herbouwd enz worden. Het liefst zag ik ook nog eens overal Busselneuzen en fokken verschijnen en molens die verhoogd werden i.v.m. de verslechterende biotopen!
Tegenwoordig ben ik daar genuanceerder over gaan denken. Liever het bestaande goed behouden, als het even kan in originele staat en locatie, en nastreven dat streekkenmerken terugkeren, en een enkele herbouw van echt unieke exemplaren (bijv. Beugt).
Ben ik nu molenliefhebber af omdat wat mij betreft niet elke romp gecompleteerd hoeft te worden en ik niet achter elke herbouw sta? Of omdat ik de term ‘13 in een dozijn molen’ stiekem ook wel eens gebruik?
Ik dacht het niet, molenliefhebber blijf ik m`n leven lang, maar kritisch blijf ik ook!