Molen de Kameel word herbouwd

  • Michiel Regelink

    Is er werkelijk geen enkele foto van de molen bekend? Natuurlijk zou het leuk zijn als er een molen wordt herbouwd op de plek waar er ooit ook een heeft gestaan, maar ik zou persoonlijk liever een herbouwsel hebben van een molen waar genoeg informatie beschikbaar over is om een lijkende replica te kunnen bouwen. Wat voegt het daarnaast toe aan Schiedam zelf? Ik zou bijvoorbeeld meer achter de herbouw van een standerdmolen in de Achterhoek staan, die er in grote aantallen hebben gestaan, maar waar er geen een meer van over is.

    Zeg maar, ik sta neutraal ten opzichte van De Kameel.

  • Barend Zinkweg

    Nee, natuurlijk moeten we niet gaan bekvechten, Lolke. Daar krijg je maar bulten van en dat moeten we maar aan die kameel overlaten.

    Waar het mij om gaat, is dat er zo veel verschillende liefhebbers zijn: het is wat mij betreft niet ééndimensionaal. En daar mag je best een opvatting over hebben, als ik dáár maar weer een opvatting over mag hebben.

  • Rob Pols

    Hoi Michiel,

    De originele Kameel (zie nr. 1531 in de database van verdwenenmolens) is na een ongeluk in 1865 drie jaar later gesloopt. Technisch gezien zou er een foto gemaakt kunnen zijn (er bestaan molenfoto's uit die tijd), maar de fotografie werd toen net ontwikkeld en maar zeer weinig mensen hadden een fotocamera. Dat waren in het begin ook bepaald geen handzame apparaten zoals tegenwoordig! Er is een schets van de molen, men weet een aantal hoofdmaten en wat ook bijzonder is, is dat de molen via het water door middel van een “grot” bereikbaar was voor ‘transploft’ van en naar de molen. Wat het aan Schiedam toevoegt is dat er een replica komt van een molen uit de eerste bouwperiode (de besaande Schiedamse molens stammen allemaal ui de tweede bouwperiode, waarvan De Drie Koornbloemen de eerste was/is). Als er dan tóch een molen moet komen, zou ik ook hebben gekozen voor een molen waar voldoende (foto)materiaal van is. Je moet echter ook kijken naar wat biotooptechnisch nog mogelijk is en dan ben je toch wel snel klaar. Aan de oostkant van de stad Schiedam is de bebouwing hoger en compacter dan aan de noord- en westkant.

    Veel mogelijkheden zijn er dus niet om eventueel een andere molen te herbouwen.

    Ik kan me verder volledig vinden in wat Mario zegt. Vroeger kon het niet op als er ergens weer een nieuwbouwmolen werd opgericht, maar ook ik ben met de jaren wat kritischer geworden. Behoud liever wat je nog hebt, inderdaad.

    Ten huize van de molenmakers die De Kameel gaan herbouwen ontstond pakweg twee jaar geleden tijdens de koffie een hilarische discussie over de herbouw. Ik vroeg me hardop af of De Kameel weer zo'n geel nieuwbouwgeval werd, waarop Rob Batenburg ietwat cynisch antwoordde dat ik dan maar een huisje vlak naast De Kameel moest gaan kopen en flink moest gaan stoken, dan zou die molenromp vanzelf wel zwart worden!

    Groeten, Rob P.

  • Rob Pols

    Lolke,

    Ik denk niet dat ik me moet gaan verdedigen of ik nu wel of geen molenliefhebber ben. De personen uit het molenwereldje die mij kennen weten wel anders, zo mag ik aannemen. Ik sluit me voor de rest aan bij Barend. Je kunt deze herbouw op verschillende wijzen bekijken en dan is er ruimte genoeg voor meerdere opvattingen, ook als die niet in jouw straatje van pas komen. Maar dat hoef ik jou als ingewijde hoogstwaarschijnlijk niet uit te leggen, toch?!

    Groeten, Rob P.

  • Lolke Rang

    Beste Rob, ik twijfel er echt niet aan dat jij een echt molenliefhebber bent. Maar juist daarom kan ik volstrekt niet begrijpen hoe jij het kunt hebben over ‘dertien in een dozijn-molens’.

    Ik meen dat ik deze term voor het eerst op het prikbord tegengekomen ben in een bijdrage van Frank T. over de completering van de Slagdijkster en de Achlumer, waar hij zoals bekend fel tegen was, en, naar ik aanneem, is. Hij gebruikte hem niet om aan te geven dat de completering niet gewetensvol zou gebeuren of een ‘genivelleerde’ molen zonder streekkenmerken op zou leveren, maar enkel en alleen in kwantitatieve zin: er zijn al genoeg typisch Friese poldermolens (en maar heel weinig rompen).

    Iets vergelijkbaars is gebeurd in Amsterdam toen er discussie ontstond over het al dan niet hergraven van gedempte grachten. Tot mijn verbijstering heeft toen NRC Handelsblad in een redactioneel commentaar de opvatting geventileerd, en ook nog op behoorlijk snerende toon, dat niemand ooit had gemerkt dat Amsterdam grachten te weinig had, en dat hergraven ‘dus’ nergens voor nodig was.

    Wie zo redeneert is geen cultuurliefhebber. Als iets kwaliteit heeft, doet de kwantiteit volstrekt niet ter zake bij de beoordeling van de inhoudelijke waarde, en dus ook niet bij de beoordeling van de inhoudelijke waarde van een eventuele reconstructie. Wat dondert het dat Amsterdam al tig grachten heeft, als er een kans is om de weerzinwekkende asfaltvlakte van de Westerstraat weer om te toveren in de schoonheid van de Anjeliersgracht? Wat dondert het dat Schiedam al een aantal molens heeft, als een stukje van die stad van volstrekt anoniem opeens kan veranderen in heel bijzonder?

    Als je met ‘dertien in een dozijn-molen’ een niet-gewetensvol gerestaureerde of gereconstrueerde molen, dus een ‘genivelleerd’ exemplaar zonder de gepaste specifieke (streek)kenmerken, zou bedoelen, kan ik met je mee gaan. Al zou ik de term op zich zelf niet juist vinden omdat hij suggereert dat dit soort molens erg veel voorkomt, wat gelukkig niet zo is. Maar als die term, zoals bij Frank, alleen maar betekent dat de molen qua type kwantitatief niet zeldzaam genoeg is, haak ik af, en kan ik, zoals gezegd, absoluut niet begrijpen hoe een echt molenliefhebber zo kan praten.

    En wat ik nog erger vind: het gebruik van de term enkel en alleen omdat een molen een reconstructie IS. Hij kan qua type nog zo zeldzaam zijn, nog zo gewetensvol en bekwaam zijn gebouwd en nog zo fraai in zijn omgeving staan, er zijn ‘molenliefhebbers’ die een dergelijke molen betitelen als een ‘behangetje’ enkel en alleen omdat er geen ‘waarneembare bouw- en gebruiksgeschiedenis’ is.

    Deze figuren zou ik willen aanraden nog eens de brieven van Jan Lunenburg in de Molenspiegel (of was het nou toch de Kuierstok?) te herlezen, al vinden ze hem waarschijnlijk een ‘romanticus’ of een ‘nostalgicus’. Ik ken niemand die zo feilloos in woorden heeft weten te vatten wat een molen met een molenliefhebber doet. Dat hij een half uur lang in de snijdende vrieswind blijft staan enkel en alleen om het beeld en het geluid van een in vol bedrijf zijnde poldermolen in te kunnen drinken. Dat hij urenlang, tot het te donker is, op de dijkhelling blijft zitten om naar draaiende molens in het landschap te kijken. Dat is het waar het om gaat. Niks ‘dertien in een dozijn’ enkel en alleen omdat een molen niet zeldzaam of niet oud genoeg is.

    Waarneembare bouw- en gebruiksgeschiedenis kunnen een grote waarde vertegenwoordigen, maar enkel een TOEGEVOEGDE waarde. Want waarneembare bouw- en gebruiksgeschiedenis in in principe in elk oud bouwwerk te vinden. Dus ook in een 19e-eeuws slooppand wat zo'n 120 jaar geleden door een of andere speculant voor een habbekrats in elkaar is geflanst, inhoudelijk geen enkele waarde vertegenwoordigt en een aanfluiting voor de monumentenlijst zou zijn. Het krijgt pas betekenis als het betrekking heeft op iets wat al op zichzelf, dus zonder het historische element, inhoudelijke waarde heeft. Zoals een goed gebouwde molen.

    Om terug te keren tot ons uitgangspunt: Rob, kun jij als molenliefhebber werkelijk nog denken ‘dertien in een dozijn-molen’ als je t.z.t. de herbouwde Kameel in een jagende herfstbui, of op een zomeravond spiegelend in de gracht, ziet en hoort draaien?

  • Rob Pols

    Ha die Lolke,

    Ik ga hier even de tijd voor nemen om het bovenstaande op me in te laten werken middels een weekje vakantie in Overijssel. Kijken of we daar nog twaalf in een dozijn-molens tegenkomen! :D

    Groeten, Rob.

  • Stefan Boumans

    Straks staat ie er en wat heb je er dan aan?

    Of ie nou authentiek is of bij elkaar verzonnen, een molen die er (weer) wel staat spreekt meer tot de verbeelding dan een monument, informatiebord of een volledig in het niets opgeloste voorganger.

    Stel, iemand, jong of oud, ziet die molen, aan het werk, en vindt dat interessant en raakt misschien wel geobsedeerd. Zou het voor die persoon uitmaken of die molen er eerder ooit, in dezelfde hoedanigheid of anders, heeft gestaan? Als de persoon geïnteresseerd raakt, zich er meer in verdiept en de cultuur van de molens leert kennen en waarderen, heb je er dan niet alleen voordeel van? Als zo iemand zich gaat inzetten voor andere molens die minder fortuin hebben, dan wordt de molenwereld er toch alleen maar beter op?

    Ik denk niet dat er veel liefhebbers zijn die er bezwaar tegen hebben als ergens (anders) in Nederland een nieuwe voetbalclub opgericht wordt. En daar zijn er ook al zo veel van.

  • Kees Vanger

    De uitleg van de gemeenteraad van Schiedan waarom ze er nog een molen bij willen hebben staat hier:

    http://www.schiedam.nl/shared/files/nota/organisatie/vr2007.81%20Herbouw%20molen%20De%20Kameel.pdf

    Kees

  • Ruud Bax

    Weinig, een her- of een nieuw gebouwde molen is gewoon een showelement in het landschap. voormij is een molen nekijken vooral een oude naar de veranderingen die in de loop van de jaren zijn aangebracht, afgelopen zarterdag nog 1 1/2 uur doorgebracht in De Bloem in Amsterdam, deze molen is inwendig een zeer interessante molen die nog vrijwel orgineel zo als die jaren gebruikt is en oude inscripties dat is waar ik als molen liefhebber van kan genieten, en niet een herbouwde molen waar 1 koppel stenen verdwaald op de steenzolder staat, die na 20 jaar er nog als nieuw uitziet omdat er amper mee gemalen wordt.'

    vr. gr. Ruud Bax

  • Justin vd Heuvel

    En zo denk ik er dus ook over Ruud!