Vandaag hoorde ik dat op 2 oktober jl. molenaar Jan Verheul op 94-jarige leeftijd in verzorgingstehuis Schuijlenburch te Oudewater is overleden.
Jan Verheul was in 1913 geboren te Oukoop (Reeuwijk) en hielp als kleine jongen op de Oukoopse molen bij molenaar Teus van Wijk. Leerde daar malen en vissen. Teus van één van de reservemolenaars op de Viergang in Aarlanderveen maar kon niet altijd wanneer dat werd gevraagd omdat hij op z'n eigen molen nodig was.
Dus stuurde hij Jan Verheul eens een keer in zijn plaats. Zodoende kwam Jan Verheul als ‘reserve-reservemolenaar’ op de ondermolen te Aarlanderveen terecht.
Trouwde in 1941 en werd molenaar in Aarlanderveen op de ondermolen No 1.
Werd tegelijk molenmaker bij de Aarlanderveense molemaker Piet van de Lijn die de Viergang, Dikke Molen en korenmolens in Aarlanderveen en Alphen ad Rijn in onderhoud had.
Na Aarlanderveen werd hij kort molenaar op de St. Antoniemolen in Maasdam maar dat beviel wederzijds niet. Na een aantal jaar in Waarder te hebben gewoond werd hij weer poldermolenaar, nu op de Weijpoortsche Molen te Nieuwerbrug, gemeente Bodegraven.
Zijn voorganger - Gert van Tol - vertrok van de Weijpoort naar de St. Antoniepolder (ook slechts voor een jaar). Jan Verheul was molenaar van de Weijpoortsche Molen tot 1975. Met de polderconcentratie en opheffing van het boerenbestuur van de Weijpoortschepolder in 1975, besloot het Grootwaterschap van Woerden windbemaling af te schaffen en maakte een overstort in de achterkade naar de lager gelegen polder Lange Weide.
Nog een enkele keer werd door het waterschap een beroep gedaan op Jan om met de molen te malen maar door gezondheidsklachten kon hij de molen nauwelijks goed meer bedienen zodat zijn vrouw en kinderen de molen bediende en Jan de molen -en het weer vanuit het huisje naast de molen in de gaten hield. Moest in 1978 ivm zijn slechter wordende gezondheid uiteindelijk vetrekken naar een meer geriefelijker appartement in Bodegraven en werd het beheer van de molen overgedragen aan de Rijnlandse Molenstichting die Bob Feenstra aanstelde als de eerste vrijwillig molenaar.
Na 15 jaar werd in 1993 een maalverbod opgelegd door de provinciaal molenopzichter omdat de eindeloos opgelapte molen onveilig werd. Gelukkig werd in 1995 de molen volledig maalvaardig gerestaureerd.
Jan Verheul kwam regelmatig met gemengde gevoelens, maar toch ook grote nieuwsgierigheid kijken bij de restauratiewerkzaamheden en vertelde terloops over de tijd waarin hij op Aarlanderveen, Maasdam en tenslotte Weijpoort molenaar was. Vond het wel grappig dat wij -als vrijwilligers - met de molen bleven malen, maar vond het stilletjes namaak en gespeel.
Al onze verhalen een molenaarsopleiding, zeilvoering, geschiedenis van de molen, vreugde en rouwstanden, kou en warmtefronten en hoe we moesten malen - het was voor hem niet te volgen. Voor hem was een molen een groot zwart ding waarmee hij zo snel mogelijk -zonder de boel overhoop te malen - het water voor al die (lastige) boeren in de Rijn moest zien te krijgen.
Zijn broer - op het ‘watermachien’ in Hekendorp - die zat lekker in de warme machinekamer terwijl hij buiten met regen, donker en kou in de weer was! Zo'n molen was helemaal niet zo leuk als wij wel dachten! En vroeger was heel wat anders dan die jongens die vandaag aan de dag met een petje op - in het zonnetje en met een mooi windje in het kruirad huppelen, vlaggetjes aan de wieken hangen en ‘m bij elke ’zus -of zo aangelegenheid' scheef wegzetten ivm één of andere rouw of vreugdegeval. (en misschien bedoelde hij dan ons)
Nu ik dit schrijf is de begrafenis al geweest en is de molen niet in de rouw geweest - en - het had misschien voor Jan ook helemaal niet gehoeven.
Jan was een molenaar zoals molenaars vroeger misschien allemaal wel waren, weinig mededeelzaam en zo min mogelijk gedoe, liever geen bemoeienis van vreemd volk en praatjesmakers met hem - en zijn molen, levend in de afzondering, achterin de polder -en alle dagen ‘sappelen’ voor een eenvoudig bestaan.
Jan was poldermolenaar, niet meer, niet minder.
Leo vd Vlist