Duidelijke plaatjes die mooi laten zien hoe die as in en uit de molen getakeld moet worden. Ik snap nu ook waarom dat scheprad deels uit elkaar lag (de foto's van Barend toonden dat al). Die as (met de rest eraan) ligt naar verhouding zo belachelijk diep in de molen onder de grond dat de uitgang een flink stuk boven de as ligt.
Wat me aan de oude as opvalt is de taats (ik denk alleen aan schepradzijde), die uit een eenvoudig stuk rondstaal bestaat, gestoken in een krap gat in het hart van de as. Wat me aan de oude as ook is opgevallen is dat het droge deel er zoals min of meer te verwachten is ongeschonden uitziet. Zou nog jaren meekunnen zeg maar… In De Eendracht lag tot de restauratie nog het restant van de oude eiken wateras (scheprad verwijderd in 1931). Die was ongeveer in het hart van het scheprad afgezaagd, de hals aan de schepradzijde was helemaal weg, het andere end zat er nog. De schenen en de taatst waren wel verwijderd, taats was een 4-kante plaat geweest, gietijzer of staal met mogelijk een bolle buitenkant.
Wat me aan de nieuwe as opvalt is in eerste plaats de schenen. ZIjn ze van gietijzer (rondgewalst? dat lijkt me niet, dus mogelijk staal?) en met slechts 2 schroeven vastgezet. Nou ben ik beniewd als het staal is (i.p.v. gietijzer) hoe dat zich zal gaan houden op die halssteen. Ook benieuwd naar hoe de schenen zich op die ashals gaan gedragen, aangezien ze niet in het hout ingelaten zijn, dus de krachten t.g.v. wrijving in de steen moeten door die 2 schroeven gehouden worden.
Is dit al vaker zo uitgevoerd?
Overigens moet ik zeggen dat ik gietijzeren schenen ingelaten in kassen in de as met daartussen een dam van ongeveer dezelfde breedte als de schenen, en zo'n band erom gespijkerd toch ff fraaier vindt.
Succes in ieder geval en veel maalplezier met de nieuwe as, als het spul weer in elkaar zit dan…
Groetsels,
Andreas de Vos