TIEL/GORINCHEM - Regionaal waterbeheer is het thema van de tweede lezing, op dinsdag 4 november bij de Volksuniversiteit Gorinchem, in de aanloop naar de waterschapsverkiezingen. Dick Kanters, van origine ‘techneut’ en al geruime tijd consulent waterbeheer bij Waterschap Rivierenland in Tiel, vertelt over 200.000 jaar ‘watergeschiedenis’.
“Van de Derde IJstijd tot aan 2008”, aldus Kanters. “Ik ga er met zeven mijls laarzen doorheen en sta stil bij markante gebeurtenissen, zoals het ontstaan van Nederland. En hoe het komt dat een deel van het land boven en een deel ónder de waterspiegel ligt.” Dick Kanters vertelt in zijn lezing ook hoe moeraslandschappen zijn ontstaan en, met behulp van een spons, over het ontwateren van veen. Maar ook over de periode rond 1200, toen de eerste dijken werden gebouwd om mensen te beschermen.
Dick Kanters van Waterschap Rivierenland wandelt met zeven mijls laarzen door 200.000 jaar ‘watergeschiedenis’. FOTO ROB ZANTINGE
En natuurlijk over de tijd, zo rond 1450, dat in ons land voor het eerst van molens gebruik werd gemaakt. Wie denkt dat molens een Nederlandse uitvinding zijn, komt overigens bedrogen uit. “Ze zijn afgekeken van de Fransen”, weet Kanters. Windmolens komen in de lezing aan bod, maar ook de stoomgemalen, die zo'n honderdvijftig jaar geleden in gebruik werden genomen. “Later, zo rond 1920, kwamen er door diesel en elektriciteit aangedreven gemalen en werden de molens buiten gebruik gesteld”, legt Kanters uit.
Ook het veranderende klimaat komt aan de orde. “Er valt meer neerslag”, zegt Kanters. “Veelal korte, hevige buien. Zo was in 1998 half west-Nederland nat vanwege de vele neerslag. In één á twee dagen viel er honderdvijftig millimeter en liepen de sloten over, terwijl normaal gesproken twaalf tot veertien millimeter water per etmaal wordt afgevoerd. De vraag is in zo'n geval dan ook hoeveel groter de capaciteit van de poldergemalen moet worden.”
Werden de gemalen tot twintig jaar geleden nog door menskracht bediend, tegenwoordig is die taak weggelegd voor de computer, die de pompen op afstand in werking stelt. “Bij een bepaalde waterstand slaat de pomp automatisch aan”, legt Kanters uit. “We kunnen zelfs, als we veel regen verwachten, de pomp van tevoren aanzetten om ruimte te maken in de sloten. Dat kan ook vanaf een afstand. Stel dat de operator bij wijze van spreken op vakantie is in Japan, dan zou hij met behulp van een laptop en een telefoon van daaruit het gemaal zonodig aan en uit kunnen zetten.”
Technisch mag alles dan goed voor elkaar zijn, als het écht noodweer is, dan heeft ook het waterschap niet meer alles in de hand. “Op 5 juli vorig jaar viel er, binnen 24 uur, langs de A27 en de A2 tussen de tachtig en honderd millimeter neerslag, bijna tien keer zoveel als normaal. ”Er kwam toen ook bij enkele huizen water binnen en mensen claimden bij ons de schade“, vertelt Kanters. ”Maar voor ons was het overmacht, de sloten konden de hoeveelheid water niet meer opvangen.
Kijk, ook daarom is het interessant om onze kennis over te brengen naar de burger, zodat men beter snapt wat er gebeurt.“ Wat dat betreft is er het nodige veranderd. ”Vroeger waren de waterschappen gesloten bolwerken, maar de laatste pakweg 25 jaar treden we veel meer naar buiten." Na afloop van Kanters' lezing kunnen bezoekers vragen aan hem stellen.
Bron: De Vonk