KERKDRIEL - “We hebben gedaan wat we moeten doen. Nu is het afwachten.” Dat zegt molenaar Adelbert van Korlaar, over de subsidieaanvraag die is ingediend voor de restauratie van de Kerkdrielse molen Sara Catharina.
Bij het rijk ligt nu het verzoek om totaal 247.500 euro subsidie. Bij deze aanvraag zitten brieven van de gemeente Maasdriel en de provincie, waarin ze aangeven dat ze ieder 50.000 euro willen meebetalen. Dat is nodig ook, want zonder bijdragen van de lagere overheden neemt het rijk subsidieaanvragen niet eens in behandeling.
Een andere eis is dat een subsidie-aanvraag niet hoger mag zijn dan 250.000 euro. Daar blijft Adelbert van Korlaar netjes onder, maar eigenlijk heeft hij ongeveer 280.000 euro nodig. “Ik zal ook een deel zelf moeten doen.”
Met de gemeentelijke en provinciale steun is de Sara Catharina nog niet gered, want ook in de manier van toewijzen van het rijk schuilt nog grote onzekerheid. Er zit namelijk slechts 5 miljoen euro in de subsidiepot voor molens. De aanvragen worden van laag naar hoog toegekend, dus de laagste subsidieaanvragen worden het eerst gehonoreerd. Het kan dus zijn dat de pot leeg is tegen de tijd dat de Sara Catharina aan de beurt is.
Van Korlaar heeft mede daardoor geen hoge verwachtingen. “Het rijk eist dat de molen maalwaardig is. Daar heb ik dat bedrag nu eenmaal voor nodig.”
Volgens wethouder Johan Verhoeckx staat de Sara Catharina inderdaad behoorlijk achteraan in de rij. “Het hangt helemaal af van het aantal aanvragen.” Hoewel het Maasdrielse college zich in principe bereid verklaart 50.000 euro bij te dragen, zou de gemeenteraad daar nog een streep door kunnen zetten. "Dan gaat het gewoon niet door want dan komt het rijk ook niet over de brug.
Afgelopen zomer nog luidde Van Korlaar de noodklok over de uit 1846 stammende molen. Hij kondigde aan de wieken en andere delen te ontmantelen omdat ze van de molen af dreigden te waaien. Hij had toen ook kritiek op de gemeente. Inmiddels staan de neuzen dezelfde kant op en is het duimen geblazen.
Bron: Brabants Dagblad door Gert-Jan Buijs