ZEELAND - “Van staakmolen tot bergmolen, van Sint-Oedenrode tot Zeeland. De geschiedenis van de windmolen begint in Rooi en is door molenaarsgeslacht Coppens via Heeswijk naar Zeeland gekomen.” Molenaarszoon Cees van Dongen vertelt enthousiast over de Coppensmolen in Zeeland, die zijn overgrootvader Nicolaas precies 125 jaar geleden voor het eerst aandraaide.
Ter ere van het jubileum vierde de familie zaterdag samen met burgemeester, wethouders, collega-molenaars en de buurtvereniging een feestje.
Op het diascherm een foto van Zeeland uit de tijd dat de kerk en de molens nog de dominante gebouwen in het landschap waren. Sjef van Dongen (85) kijkt trots naar ‘zijn meulen’. Alleen zijn grote en grove handen verraden het zware werk dat hij al zestig jaar in weer en wind volhoudt, verder ziet de vakmolenaar er nog verdacht kwiek uit. Van Dongen werd door burgemeester Willy Doorn van Landerd in het zonnetje gezet. Een koninklijke onderscheiding had hij eerder ontvangen, dit keer moet hij het doen met een flesje wijn. Familie van Dongen verrast hem met zijn eigen portret. Twee foto's waar hij in sepia de typische vakbekwaamheden van de molenaar uitoefent; het billen en het malen.
Nadat de gerestaureerde molen officieel in werking is gesteld door de wethouders Chris School en Jos van der Wijst, komen de ‘mulder’ en zijn zoon in actie. Vliegensvlug klautert Sjef van Dongen de smalle trappetjes op. Door zijn snelle voetenwerk en de grijns op zijn mond heeft de 85-jarige meer iets weg van een 15-jarige jongen.
In de kapzolder legt zoon Cees uit hoe de molen gebouwd is. “Eigenlijk staan we nu binnen de stadsmuren van Grave en in de molen van Ravenstein. Vroeger was mankracht goedkoop, maar het materiaal onbetaalbaar. Het was dus heel gewoon om onderdelen te hergebruiken. Het bovenwiel is misschien al wel twee eeuwen oud.” Ondertussen is de molenaar aan het ‘billen’. Met een bilhamer maakt hij de molensteen scherp voor het korenmalen. Even waant het publiek zich terug in de tijd door het noeste handwerk en de geur van gemalen graan.
Bron: Brabants Dagblad door Maike de Vocht