Hoor de Wind Waait...

  • D'Orangemulder

    Ja beste collega's, Sinterklaas is weer in het land.

    Toen vandaag in Willemstad voor de zoveelde keer het arsenaal een sinterklaas liedje afspeelde ging ik is denken.

    Vorige jaar was er ook een draatje omgetoverde sinterklaas liedjes.

    Wel ik stond toch maar voor de prins te draaien, dus dan verveel je je, soms iets wat.

    Ik heb een mooi gedicht gemaakt, voor de sint, dat ook aan jullie molenaars is gericht.

    Het gaat op de melodie van hoor de wind waait door de bomen, maar daar zullen jullie spoedig achter komen.

    Hoor de wind waait in de zeilen, honderd twintig enden een hoop geraas.

    De tijd van zwichten is gekomen, Anders ga ik nog voor gaas.

    Een hoop gepiep en gekraak, de vang heeft een zwaare taak.

    Krakend gaat de molen staan, Ik ben door het oog van de naald gegaan.

    De Sint vind het leuk als er meer gegichten komen.

    Gr Marijn.

  • Rob Simons

    Ook hier was het weer om te gillen,

    in het dorpje Sint-Huibrechts-Lille.

    Met twee volle en twee legen,

    is de molen bijna opgestegen.

    We hadden twee zeilen in de verhuur,

    al is het niet voor lange duur.

    Maar we hielden de boel wel heel,

    en maalden prima varkensmeel.

    Tegen het donker ging de gang er uit,

    dus toen kwamen we tot het besluit…

    Om de zeilen maar op te rollen,

    zo kwam er een einde aan het rondtollen.

    Zaterdag ga ik naar de noorderbuur,

    ook al wordt het weer guur.

    Als men dan naar Borkel stapt,

    ziet men Antonius de Abt.

    Die ook weer flink zal malen,

    dus we hoeven niet te dralen.

    De bomen staan wel heel erg dicht,

    dus werken aan de licht.

    Zo malen we dan een zak of tien,

    en volgende week kunnen we verder zien!

  • Ruben-4gever

    het windje waait, de molen draait, oud-hollandsch symbool van arbeid en welvaart!

    sikkels klinken sikkels blinken,

    ruischend valt het graan,

    als je iemand weg ziet hinken,

    heeft hij het fout gedaan!

    als de wind komt voor de regen,

    kunnen de zeilen er wel tegen,

    maar als de regen komt voor de wind,

    maakt dan dat je je zeilen bindt!

    én mijn persoonlijk favoriet:

    fauël's fokken met remkleppen, je zou niets beters kunnen hebben!

    én de favoriet van mijn leermeester Jan Eeland:

    velen hebben mond genoeg om iemand's werk te kraken,

    maar zelden hand genoeg om beter werk te maken!

    mooi meel haal je op de hoop,

    het malen leer je daar,

    soms nog wel eens met de kleppen dwars,

    die fokken maken het wel waar!

    (Zierikzee)

    en wat nog steeds het mooiste blijft is het molenlied van Jaap Slingerland!!

    met de groeten uit een vlagerige hoeksche waard,

    Ruben Viergever, medewerker graanverwerkend industrie de hoop te Zierikzee:D

  • Ruben-4gever

    even illegaal publiceren:D

    1.

    Rust’loos went’len zich de wieken

    Van de molen aan de tocht.

    Vanaf ’t eerste morgenkrieken

    Razend rond in wijde bocht.

    komend’ gaand’ en gaand’ en kerend’

    In haar ongetemde vlucht,

    Raak’lings langs de grond heen scherend’

    Hijgend’ stijgend’ in de lucht.

    2.

    En zij loeien langs de molen,

    Die een wijl te trillen staat,

    Als een windvlaag onverholen

    op de strakke zeilen slaat.

    Snel en sneller, nimmer moede,

    Immer in de eend’re boog

    Zwieren rond de zware roeden,

    Hoog, omlaag, omlaag, omhoog.

    3.

    Uit de duis’tre wolkenbanken

    Jaagt de regen over ’t land.

    Geselt fel de molenflanken,

    Kletst langs riet en steen en spant.

    Waar de wind z’uiteen doet waaien,

    Nad’ren zwarter wolken weer,

    ’t Wiekenstel blijft draaien, draaien,

    Opwaarts neder, opwaarts neer.

    4.

    Reuz’lend zeult het groene water,

    Weg in’t donker van de sluis.

    Onder de molen door, daar gaat het

    Schoepenrad met dof gedruis.

    ’t Stuwt de golven verder henen

    Tot ze aan de and’re kant in ’t ruim

    Van de vaart weer zijn verschenen,

    Kolkend, dik bedekt met schuim.

    5.

    Buiten, binnen, boven, onder,

    ’t Is een beven een gedreun,

    Een geloei, getier, gedonder,

    Een gestommel en gesteun.

    Is ’t een ruisen, klagen zuchten,

    Striemend zwiepend ongestoord,

    Slaat de regen uit de luchten

    En de wieken draaien voort.

    6.

    Machtig hooglied, schrikb’re wijzen

    Zielbeangstigend concert,

    Dat daar bij het zonnerijzen

    Door de storm gegeven werd.

    Op die trouwe watermolen,

    Als een speeltuig ongestemd,

    Hoe ‘k de rust mij voel ontstolen,

    Hoe dat lied mij ’t hart omklemt.

    7.

    Eert de mool’naar die vol zorgen,

    Voor zijn trouwe molen waakt,

    En voor ’t verd’re van de morgen,

    Aan het spel een einde maakt,

    Dat niet van de harde werker,

    Waar de stormwind huilt en krijst.

    Al maar luider nog en sterker

    ’t Onvervulb’re wordt geëist.

    8.

    ‘k Zie de mool’naar ’t kapwiel draaien,

    Langzaam mede draait de kap.

    En de wieken snorren zwaaien

    Uit de wind nu, minder rap.

    ‘k Zie hem dan aan ’t vangtouw @!#$,

    ‘k Hoor geknerp, gereng, gerang,

    Daar om d’as de remmen drukken

    Staat de molen in de vang.

    9.

    Even meten zich de krachten

    In de kap nog: ‘t wiekenstel

    Wil nog draaien; ijdel trachten,

    Wiek as speelt verloren spel.

    Het geknerp, geknirp wordt vager

    Sterft dewijl de vang het wil,

    En de wieken gaan al trager,

    en heel spoedig staan ze stil.

    10.

    Taak volbracht naar zijn vermogen,

    Heft de molen in ’t geweld

    Van d’orkaan zich onbewogen,

    Wachter over ’t wijde veld.

    wind en regen in hun snoodheid,

    Laat hij vlagen langs zijn huid,

    Zwijgend in zijn grote grootsheid,

    Molenlied; je lied is uit.

  • Wim van Veen

    Ruben,

    Een mooi lied met veel rijm, maar je vergeet erbij te vermelden, dat je het van de SIMAV website hebt geleend (gepikt).

    Een ieder geval prachtig, dat deze molenaar, die helaas veel te vroeg is overleden nu genoemd wordt. In zijn jonge jaren is hij molenaar geweest in Streefkerk van de Sluismolen, waarvan nu de fundatie gerestaureerd wordt en na zijn diensttijd terecht is gekomen in Aarlanderveen op Molen nr.4 of wel de Putmolen.

    Hij kon dit hele lied volledig uit zijn hoofd declameren en dat was genieten en ik was erbij.

    Groeten,

    Wim van Veen