Wat mij opvalt is het enorme verschil tussen de achterzijde van de Eenhoorn nu en in het verleden. Ik denk aan het raam in het achterspant en de makelaar en de naam die nu ontbreekt. Reconstrueren of niet?
Frank
Reconstrueren? Waarom?
Stel; ik ben houtzager ergens rond 1640 en ik wil een zaagmolen hebben. Ik heb geld, dus laat ik een molenmaker komen en laat mijn molen bouwen. Prachtige paltrok, drie zaagramen rijk, kan ik het werk aan waar ik voorheen 30 handzagers voor in dienst had.
Nu zijn we al weer wat jaren verder en sommige onderdelen van mijn molen bevallen me niet. Ik laat ze verwijderen en aanpassen naar mijn wensen. Tot mijn dood floreert mijn zagerij en de molen krijgt geregeld een lik verf, een dikke kwast teer en hier en daar eens een nieuw plank. De molen wordt verkocht, en verandert nog een aantal jaren van eigenaren totdat het jaar 1776 aanbreekt.
Stel: Ik ben een jonge houtzager die wel wat ziet in een samenwerking met de huidige eigenaar- zaagmolenaar van de Eenhoorn. Ik neem het halve risico in het bedrijf. Samen besluiten we om de ondertussen 134 jaar oude eikenhouten zaagmolen af te breken en te vervangen door een splinternieuw grenenhouten exemplaar. We besluiten ook maar gelijk om er een vierslags krukas in te laten leggen, zodat we met vier zaagramen lekker veel klein timmerhout tegelijk kunnen zagen. De nieuwe molen moet daarom wel iets dieper worden gemaakt maar dat kan.
Ergens blijkt er niet goed nagedacht te zijn met die krukas want op de achterste schulpvloer kan niet goed gezaagd worden. Het blijkt dat dit zaagraam naar boven wordt gehaald op het moment dat de slede ernaast het hout op de schulpvloer doorschuift. “Laat maar zitten, we kunnen het voorlopig ook af met die andere drie posities”. Zal er gezegd zijn.
Zo'n 110 jaar later laten de toenmalige eigenaren het vierde zaagraam halfdoormidden zagen, omhooghalen en plat op de raamzolder op een scharnieras neerleggen. Weg met dat onding. Verwijderen zou een ernstige verstoring zijn in het balans van het op de krukas tegenoverliggende voorste zaagraam.
De sleestelling krijgt zodoende ook wat meer ruimte voor het laten passeren van planken. Ook loopt het daar veel makkelijker zonder je nek te breken over de neuten van de schulpvloer die ook verwijderd konden worden. Tijdens de restauratie rond die tijd waarbij dat zaagraam werd hooggehaald zijn mogelijk ook de vier hoekstijlen met eikenhout aangescherfd.
Ergens rond 1897 staat er een paard en wagen bij de molen met een prachtige gietijzeren bovenas. Weer een klus voor de molenmaker.
Rond 1920 ontstaat er een omslag. De molen begint zijn werk te verliezen als er in 1925 een elektrische zagerij naast de molen wordt gebouwd. De eigenaar en molenbaas grijpt te hoog met deze modernisering en raakt failliet. De Hollandsche Molen staat nog maar net in de kinderschoenen, en besluit na aandringen van Haarlemzijde om de molen over te nemen en zo te behoeden voor afbraak.
De elektrische zagerij wordt overgenomen door het toenmalige personeel en de molen wordt nog enkele jaren verhuurd. De Hollandsche molen besluit om de broodnodige restauratie voor haar rekening te nemen.
Molenmaker Husslage begint aan deze omvangrijke klus. De houten roedes worden gestreken en vervangen door tweedehands Potroedes. Het meeste kleedhout wordt vervangen, en ook de achterbekleding van de kap verdwijnt. De linkerachterhoekstijl wordt opnieuw aangescherfd, de staartbalk krijgt een nieuw achtereind en een nieuw kruirad, de zware makelaar verdwijnt van het dak en van de luifen aan de kraanzijde, en alles wordt weer in de verf en de teer gezet.
Onderwijl staat de molen stil te staan en de Hollandsche Molen geeft de molen in 1949 in handen van stichting NEHIM die de molen alweer onderhanden neemt.
In 1957 wordt de stichting opgeheven en komt weer in handen van DHM.. Die verkopen de molen op haar beurt in 1963 aan de gemeente Haarlem voor f.500 gulden. Maar de molen is nog steeds niet in topconditie.
In 1966 beginnen de jonge gebroeders Poland aan een van hun eerste omvangrijke klussen . Het restaureren van een paltrokmolen.
De molen krijgtr een volledig nieuwe kap, nieuwe luifels, een geheel nieuwe zaagvloer, en wederom een nieuwe jas. en twee nagelnieuwe Bremer-roedes.
In 1993 staan de ondertussen wat oudere broers wederom op de Eenhoorn. Onder de gezamelijke vleugels van de gemeente Haarlem en de Stichting Molens Zuid-Kennemerland wordt er via een opgestelde molennota aan de hoofdconstructie gesleuteld. De ringmuur wordt vervangen evenals de rolvloer. De kruisbalken worden hersteld, de koning wordt met rvs versterkt, de sleutelbalk wordt vervangen en het allerbelangrijkste, de koningsstijl wordt vervangen. Hier zat een schuine liplas aanvast die gezien de ingekerfde datering uit 1863 stamde . Een schuine liplas waarbij het dragende oppervlak reduceerde tot 10% Een gewicht van 40 ton drukte deze verbinding stuk waardoort de molen inzakte en volledig op zijn rollen belandde. Kruien werd nagenoeg onmogelijk.
Sinds de oprichting van de SMZK in 1984 wordt er al stelselmatig aan de Eenhoorn geklust, maar wel op verantwoorde wijze en steeds in overleg met de gemeente. De molen is en blijft eindelijk in topconditie en staat zijn mannetje.
Een paar weken geleden stonden zelfs alle drie de zaagramen gelijktijdig met hun tanden in het werk.
Reconstrueren? wat wil je daarmee bereiken?
Herstelde fouten weer tenietdoen? Zoals het terughangen van dat vierde raam?
Het terugbrengen van een onderhoudsonvriendelijk raampje of een steeds doorroestende makelaar?
Zoals je leest wordt bijna alles aan een molen in zijn hele leven wel eens vervangen.
De molens zijn eeuwenlang gewoon windgedreven machines geweest. Ze werden gebouwd daar waar nodig was, en net zo gemakkelijk weer afgebroken of verplaatst. Er werd levenslang aan getimmerd, vertimmerd, verbouwd en veranderd.
Laten we afspreken dat we dat gewoon blijven doen zolang het maar verantwoord gebeurt. Of de molen nog moet blijven functioneren of alleen geconserveerd moet blijven, laat ik in het midden.
Dat bijna alle molens tot monument zijn verklaard is leuk, maar moet niet betekenen dat je er verder alleen nog maar naar mag kijken.
Stilstand is achteruitgang en leidt tot verval.
Jos.
Terugrestaureren is soms wenselijk.
In dit verband moet ik denken aan de restauratie van de korenmolen in Schoorl eind 70er jaren.
Heydra liet een nieuwe lange spruit voor het bovenwiel leggen terwijl deze molen altijd een middelbalk had gehad met hierop een gesmede ijzeren pal die ook verdween.
Zijn argumentatie was toen: “het is een stenen molen, stenen molens zijn ontstaan in Zuidholland en molens in Zuidholland hebben een lange spruit voor het bovenwiel”
Bij een volgende restauratie hoop ik dat de oorspronkelijke situatie wordt hersteld.
Ik hoop dat vaker bij restauraties de vraag wordt gesteld: wanneer is de molen gewijzigd en waarom.
Piet
Weet je zeker dat je deze post als spam wil rapporteren aan de beheerder?
Deze post wordt als spam gerapporteerd aan de beheerder van het forum. Bedankt!
Weet u zeker dat u dit topic wil verwijderen?