ZAANS LIEDEKEN

Het IJ is breed, de Zaan is breed:

Wie wil de Zaan bevaren?

De meisjes zijn er net gekleed

Zoals voor honderd jaren;

Haar ogen blauw en blank haar vel:

Ik mag de Zaanse meisjes wel.

Het IJ is breed, de Zaan is breed:

Wie wil de Zaan bevaren?

Men vindt er molens bij de vleet,

En rijke molenaren;

Maar wie de slanke dochters ziet,

Denkt aan de dikke molens niet.

Het IJ is breed, de Zaan is breed;

Wie wil de Zaan bezoeken,

Tsaar Peter droeg er 't ambachtskleed

en at er pannekoeken;

Maar 't heeft hem levenslang berouwd,

Dat hij geen Zaanse had getrouwd.

Nicolaas Beets

Michiel