Naar aanleiding van het draadje van Rob Simon over oude molentermen hierbij een lijst van oude benamingen uit het bestek van de (her)bouw van standaardmolen de Waranda uit Boxmeer anno 1684
Ik heb achter de oude benamingen de huidige benamingen gezet, van sommige benamingen weet ik niet precies de benaming, hierbij heb ik een vraagteken geplaatst.
Diegen die het weet mag het zeggen!
1. kruijsbalcken = kruisbalken, kruisplaten
2. stant vincken = standvinken, steekbanden
3. sedel = zetel
4. kruijs werck = kruiswerk
5. stein balck = steenbalk
6. as = bovenas, molenas
7. stein liesten = steenlijsten
8. sedel balcken = zetel balken, lange burriebalken, langs burriebalken
9. kalf = kalf
10. start = staart
11. scheij = plank verbinding
12. hock stielen = hoekstijlen
13. dack liesten = daklijsten
14. krombelen = korbelen, schoren
15. stielen = spoorstijlen
16. reijen en banden = richels en kruisbanden, weegbanden?
17. balcken = korte burriebalken, dwars burriebalken
18. trap bomen = trapbomen
19. treen = trap treden
20. weijnas = windas, windkoppel, kruihaspel
21. stein beth = steenbed
22. heijll = hel
23. tempel balk = tempel balk
24. weijn balck = windpeluw
25. iser balck = ijzerbalk
26. stuijn balck = steun balk, koppelbalk?
27. sturmt eint = stromeind, stormbint, windweeg
28. kromt bueten uijt om binnen om te gaen = gebogen vorm stombint
29. man balck = penbalk?
30. sparen = sparren, rond hout
31. weijn as en huijsken = windas = luias met kapje
32. gebont = gebint
33. kamprat = kamrad, bovenwiel
34. armen = kruisarmen
35. ploeen = plooistukken
36. vellege = velg
37. ronsel = rondsel, steenschijf, schijfloop, staakijzer, wieg, lantaarn
38. staf = staven
39. kamen = kammen
40. praam = vang
41. rat = rad, bovenwiel
42. liep = lip (rij en rustklamp?)
43. mel kuijp = meelkuip
44. kaer = kaar
45. schon = schoe, schoen, schuddebak
46. dicksels = deksels
47. stoll = rol of dol waar pees omheen zit
48. krap holt = hangerkam
49. licht werck = licht werk, pasbalk met vlonder
50. rinck = ringen, banden
51. nalt = naald
52. pulleij = eikel?
53. rieben = ribben
54. borsten = borsten van de roede
55. lassen = lassen, oplangers
56. duijer = klamp, zeilklamp?
57. pramsleger = vangbalk
58. scheij = haak, sabelijzer?
59. weijp = wip, evenaar?
60. kloet = klamp, duim?
61. tingell = tengels, dunne latten
62. nalt = naald op de kap, ruiter?
63. kasten = kasten, molferkist?
64. pijepen = pijpen
65. backe = bakken
66. stielen = kroonstijlen
67. reijen = horizontal latten, richels ?
68. spreij banden = kruisbanden?
69. mell back = meelbak
70. mell peijp = meelpijp
71. schaleie = schaliën
72. seijlen = zeilen