Oude molentermen

  • Peter Pouwels

    Naar aanleiding van het draadje van Rob Simon over oude molentermen hierbij een lijst van oude benamingen uit het bestek van de (her)bouw van standaardmolen de Waranda uit Boxmeer anno 1684

    Ik heb achter de oude benamingen de huidige benamingen gezet, van sommige benamingen weet ik niet precies de benaming, hierbij heb ik een vraagteken geplaatst.

    Diegen die het weet mag het zeggen!

    1. kruijsbalcken = kruisbalken, kruisplaten

    2. stant vincken = standvinken, steekbanden

    3. sedel = zetel

    4. kruijs werck = kruiswerk

    5. stein balck = steenbalk

    6. as = bovenas, molenas

    7. stein liesten = steenlijsten

    8. sedel balcken = zetel balken, lange burriebalken, langs burriebalken

    9. kalf = kalf

    10. start = staart

    11. scheij = plank verbinding

    12. hock stielen = hoekstijlen

    13. dack liesten = daklijsten

    14. krombelen = korbelen, schoren

    15. stielen = spoorstijlen

    16. reijen en banden = richels en kruisbanden, weegbanden?

    17. balcken = korte burriebalken, dwars burriebalken

    18. trap bomen = trapbomen

    19. treen = trap treden

    20. weijnas = windas, windkoppel, kruihaspel

    21. stein beth = steenbed

    22. heijll = hel

    23. tempel balk = tempel balk

    24. weijn balck = windpeluw

    25. iser balck = ijzerbalk

    26. stuijn balck = steun balk, koppelbalk?

    27. sturmt eint = stromeind, stormbint, windweeg

    28. kromt bueten uijt om binnen om te gaen = gebogen vorm stombint

    29. man balck = penbalk?

    30. sparen = sparren, rond hout

    31. weijn as en huijsken = windas = luias met kapje

    32. gebont = gebint

    33. kamprat = kamrad, bovenwiel

    34. armen = kruisarmen

    35. ploeen = plooistukken

    36. vellege = velg

    37. ronsel = rondsel, steenschijf, schijfloop, staakijzer, wieg, lantaarn

    38. staf = staven

    39. kamen = kammen

    40. praam = vang

    41. rat = rad, bovenwiel

    42. liep = lip (rij en rustklamp?)

    43. mel kuijp = meelkuip

    44. kaer = kaar

    45. schon = schoe, schoen, schuddebak

    46. dicksels = deksels

    47. stoll = rol of dol waar pees omheen zit

    48. krap holt = hangerkam

    49. licht werck = licht werk, pasbalk met vlonder

    50. rinck = ringen, banden

    51. nalt = naald

    52. pulleij = eikel?

    53. rieben = ribben

    54. borsten = borsten van de roede

    55. lassen = lassen, oplangers

    56. duijer = klamp, zeilklamp?

    57. pramsleger = vangbalk

    58. scheij = haak, sabelijzer?

    59. weijp = wip, evenaar?

    60. kloet = klamp, duim?

    61. tingell = tengels, dunne latten

    62. nalt = naald op de kap, ruiter?

    63. kasten = kasten, molferkist?

    64. pijepen = pijpen

    65. backe = bakken

    66. stielen = kroonstijlen

    67. reijen = horizontal latten, richels ?

    68. spreij banden = kruisbanden?

    69. mell back = meelbak

    70. mell peijp = meelpijp

    71. schaleie = schaliën

    72. seijlen = zeilen

  • Martin E. van Doornik

    2. stant vincken = standvinken

    Dit laatste woord wordt nog steeds gebruikt door molenmakerij Adriaens uit Weert. Dat legde hij mij uit, toen ik in 1983 de in restauratie zijnde standerdmolen van Groenendijk (Z-Vl.) bezocht, terwijl hij op dit onderdeel wees. Oude buitenste steekbanden had hij daar vermaakt tot binnenste steekbanden.

  • Peter Pouwels

    Persoonlijk vind ik de benaming standvink ( een vink op stand) ook mooier dan steekbanden.

  • Jan Hofstra

    Nr. 42 (liep) zou wel eens kunnen aangeven dat deze molen nog een lipvang had, maar dat moet uit het zinsverband blijken. Een lipvang bestaat uit twee delen; de lip is een min of meer horizontale schanierende balk die tegen het bovenwiel (in het noorden asrad) kan drukken. Aan deze lip zijn de andere vangstukken vastgemaakt. Net als bij de stutvang is een groot deel van het wiel niet bedekt met vangstukken. Bij vangen wordt de lip tegen het wiel getrokken. De Haensmolen te Grouw heeft nog zo'n vang. Molen de Vlieger te Voorburg heeft het volgens het bouwbestek (1621) ook gehad. In het buitenland schijnt het nog wel meer voor te komen.

  • Martin E. van Doornik

    Zoals dit hier?

    www.mijnalbum.nl/Album=4JMDRWTQ

    Standerdmolen in Zschepa (Oost-Duitsland), vlakbij de stad Riesa aan de Elbe.

    Een armwiel met lipvang. Eigen foto, 11 juni 1991. Ik stond in de hoek tussen de linker zijweeg en de windweeg. De askop is dus links buiten de foto.

  • Jan Hofstra

    Klopt helemaal.

  • Peter Pouwels

    Volgens mij wordt hier inderdaad een lipvang bedoeld, hierbij de regel letterlijk overgenomen uit het bestek;

    “noch ein praam om het rat mit ein liep van doef holt”

    Waarschijnlijk bedoelen ze met “doef holt”, dood, droog hout?

  • Peter Pouwels

    Waarschijnlijk werd de lipvang bediend m.b.v. een evenaar.

    Citaat uit het bestek 1684 “noch ein pramsleger mit ein scheij en weijp dar an ende einnen kloet an den stiell als het eist”

    Wie weet welk vangtype het oudste is de lipvang, de vlaamse vang of de stutvang?

  • Jan Hofstra

    De lipvang zal wel het oudst zijn. In de oudste bestekken, van zowel wipmolens als achtkante molens komt hij voor. Ik kan mij voorstellen dat de stutvang hier uit voort gekomen is, want die heeft nog veel overeenkomsten, maar als voordeel dat er minder kops hout tegen het wiel wordt gedrukt.

  • Peter Pouwels

    Interessant Jan,

    Op de foto niet te zien maar zit deze lip ook schanierend aan het linkervoeghout?