Geachte heer Epskamp,
U zal het als zeilmaker, (toch?) wellicht anders zien, maar wat betreft de plaats van de zeilarmen en zeilogen deel ik uw mening niet.
De ogen en/of armen moeten m.i. dichter bij de as zitten dan dat de hekbreedte is.
Zelf vind ik het meest ideale dat de zeilarm of oog in het verlengde zit van de denkbeeldige lijn tussen de achter of buitenzoomlat en de tweede binnenzoomlat.
In de praktijk is dat meest de lengte van de zeilbreedte uit het hart van de roe.
Dus als voorbeeld ; Als de zeilbreedte 170 cm is, dan dienen de zeilarmen en ogen op 170 cm uit het hart van de roe te zitten.
Als de roe ongeveer 30 a 35 cm breed is in het hart, dan zal de zeilarm of oog ongeveer 15 a 20 cm terug zitten als de hekbreedte is.
Als de zeilen dan voldoende ingenomen zijn (aan de bovenkant), dan rolt zo'n zeil gewoon goed weg.
Met een kerstgroet van de Bever.