achtergrondinformatie voor molenaars in opleiding

  • Kees Vanger

    HET LAATSTE ONDERDEEL AFGEROND.

    Vandaag het laatste deel dat ik gemaakt heb voor de molenaars in opleiding afgerond en geheel aangepast! Het bestaat uit achtergrond informatie uit de basiscursus van het Gilde voor vrijwillig molenaars over allerlei onderwerpen.

    Deze achtergrondinformatie heb ik bewerkt met foto’s en tekeningen en verder alles kort en bondig weergegeven! De klus zit erop!…… Ik ga nu eerst maar eens wat anders doen.

    Na erg lang zoeken heb ik uiteindelijk een site gevonden waar ik alle documenten kon plaatsen zonder dat de oorspronkelijke weergave veranderd wordt. Vanaf deze site kan alles niet alleen bekeken worden, maar het is ook mogelijk om de bestanden te downloaden.

    Ze staan op: http://www.docstoc.com/profile/keesvanger

    Groet, Kees

  • vluchtje

    Bedankt!

    Vluchtje (leerling molenaar)

  • Jan Althof

    Bedankt Kees! Ben ook weer aan het printen geslagen, of blijft het nu staan? ;-)

  • Kees Vanger

    Beste Jan,

    Het blijft nu staan hoor!

    Kees

  • Jan Althof

    Goed Kees, helemaal geweldig. De reden dat ik het allemaal print, is dat ik lezen van een scherm niet zo zie zitten. Met een beetje prutsen, print je het dubbelzijdig dat scheelt de helft in papier. Alles in een map en je neemt het zo onder je arm mee. Túúrlijk kan dat ook met een leptop, maar das ook weer een heel gedoe want als je halverwege bent is je accu leeg. Heb je het dan dus toch niet bij je.

    happy days,

    Jan.

  • Machiel Treffers

    Kees jongen, ik ben blij dat er weer was en bent. Grote klasse, ik verwijs mijn leerlingen dan ook altijd graag naar jouw molenkennis en presentatie daarvan.

    Bedankt!

    Chiel

  • jan van woezik

    Kees nogmaals bedankt

    groet Jan

  • Rob Simons

    Ik heb het stukje over het gevlucht eens doorgelezen, en wat dat betreft heb ik nog enige opmerkingen.. Misschien ben ik wel fout, maar dan kunnen we discussiëren ;)

    1) Wat je over de keerklossen schrijft bv., uiteraard zijn het de wiggen die de roeden op hun plaats houden, de keerklossen zijn vooral om te voorkomen dat de roede door zou schieten als de wiggen loskomen bij langdurige droogte.

    2) De roeden losmaken om het gedeelte dat in de askop zit te behandelen tegen roest heet doorhalen of doorschuiven.

    3) Het fenomeen zeilslag bij Dekkerwieken is overigens eenvoudig op te lossen ;)

    Met de stormveiligheid schijnt het ook wel mee te vallen. Hoe breed is zo'n Dekkerbeplating? 80 cm? Een fokwiek is meestal 80-100 cm. Overigens zal een Dekker- of Van Busselwiek op zwaarbelaste molens niet zo goed werken. Zulke wieken hebben bij lage toeren weinig trekkracht en bij hoge toeren veel trekkracht. Een fokwiek heeft bij stilstand en lage toeren wel veel trekkracht.

    Wat betreft het onderhoud, tja, als het hekwerk aan vervanging toe is, moet de stroomlijn meestal ook vernieuwd worden (bv. De Hoop in Horn).

    4) Van Busselneuzen worden tegenwoordig meestal uit één stuk in metaal gemaakt en op de roeden vastgeschroeft (dus demontabel).

    5) M.b.t. tot het snel aanlopen van een Van Busselneus, die komt traag op gang (eigen ervaring).

    6) Overigens moet bij alle stroomlijnwieken de zeeg aangepast worden.

    7) Het is Bilau ipv Bileau

    8) M.b.t. de remkleppen/regelkleppen: die kleppen bedienbaar door een doorboorde as werken ook automatisch, het enige voordeel is dat je ze zelf kan openen en bijstellen tijdens het draaien.

    Maar voor de rest ben ik het eens met de anderen, het ziet er erg mooi uit allemaal, je steekt er vast meer tijd in dan wij denken.. :)

    Groeten,

    Rob

  • Ruben4-gever

    >rob siomons schreef:

    >3) Het fenomeen zeilslag bij Dekkerwieken is overigens eenvoudig op te lossen

    hoe dan?

    >Met de stormveiligheid schijnt het ook wel mee te vallen.

    nou.. een dekkermolen staat eerder met lege hekkens, goed voor de oude (polder)molenaar, maar dit bewijst dus ook dat een dekker meer opperVLAK heeft, dus toch niet zo stormvast naar mijn idee!

    >Hoe breed is zo'n Dekkerbeplating? 80 cm? Een fokwiek is meestal 80-100 cm.

    ja-maar… een fok is niet zo vlak als een dekker, de voorkant van een fok staat een endje naar voren. en die maten van een fok, zijn die niet kleiner dan een dekker?? of heb je de fokken van de wachter opgemeten?

    >Overigens zal een Dekker- of Van Busselwiek op zwaarbelaste molens niet zo >goed werken. Zulke wieken hebben bij lage toeren weinig trekkracht en bij hoge >toeren veel trekkracht. Een fokwiek heeft bij stilstand en lage toeren wel veel >trekkracht.

    >Wat betreft het onderhoud, tja, als het hekwerk aan vervanging toe is, moet de >stroomlijn meestal ook vernieuwd worden (bv. De Hoop in Horn).

    het hekwerk is naar mijn idee eerder verrot, maar een van de GROOTEN nadelen van dekker zijn, is dat je de staat van de roeden niet kan zien, eventueel onderhoud aan de roede of de binnenkant van de dekker. als je bijv. door een heklat zakt, dan lijkt het mij een werk om die in de roede vast te wiggen, moet je dan al die popnagels uitboren? en vervolgens weer nieuwe plaatsen..

    >4) Van Busselneuzen worden tegenwoordig meestal uit één stuk in metaal gemaakt en op de roeden vastgeschroeft (dus demontabel).

    >5) M.b.t. tot het snel aanlopen van een Van Busselneus, die komt traag op gang (eigen ervaring).

    een busselneus werkt idd beter bij hoge snelheden, het heeft ook weinig luchtweerstand, dus de busselmolen zal wel licht lopen.

    dat een bussel vliegerig loopt valt wel mee vind ik persoonlijk.

    >6) Overigens moet bij alle stroomlijnwieken de zeeg aangepast worden.

    >7) Het is Bilau ipv Bileau

    volgens mij toch Bileau, en het nog beter te zeggen? Von Bileau.

    >8) M.b.t. de remkleppen/regelkleppen: die kleppen bedienbaar door een doorboorde as werken ook automatisch, het enige voordeel is dat je ze zelf kan openen en bijstellen tijdens het draaien.

    ik ben wel nieuwschierig naar eventuele reacties op al die wieksystemen!,

    groeten uit de hoeksche waard,

    ruben viergever

  • Bob Poppen

    In 1934 verscheen het boekje “Windmolenbouw voorheen en thans”. Naar het Duitsch van K. Bilau. Voor Nederland bewerkt door J. H. Rijnenberg.

    Uitgave van Eshuis & Co. te Dalfsen.

    In het boekje van 130 pagina's beschrijft Bilau de door hem ontwikkelde “ventiroede”.