Wilde Veenen

  • Jan Althof

    Goedendag,

    Zaterdag ben ik naar Zevenhuizen geweest om na een wervende tekst van Johan Ottevanger voor de tweede keer een bezoek te brengen aan de eerste verdieping van het museum aldaar. De begane grond is leuk, heel leuk zelfs voor de liefhebbers van spulletjes uit oma`s bloeitijd, maar om die voor een tweede keer te bekijken daar was het nog geen tijd voor. Mijn belangstelling gold met name Bas Hertog, verantwoordelijk voor de ontwikkeling en bouw van de Hertogmolens en zijn bemoeienis ooit met de windmotor bij Berkenwoude.

    Nu weet ik wel dat poldermolentjes in de vorm van de Bosmannetjes en de Hertogjes een nauwelijks serieus genomen onderdeel van het windmolenwezen lijken te zijn, maar tóch, het zijn en blijven windmolens. Zoekende op het internet kun je wel wijzer worden maar in dit geval leek het mij toch goed om Bas eens te consulteren. Volgens Johan Ottevanger zou hij zeker aanwezig zijn als molenliefhebber. Dat klopte helemaal. Het was wel jammer dat Johan voor mij schitterde door afwezigheid maar ongetwijfeld had hij elders in het gebouw dringender bezigheden dan het gestamel aanhoren van een leerling in de Miologie.

    Een hulpje op leeftijd stond Bas en mij terzijde en wist o.a. te melden dat Bas juist de tafel van nul had geleerd. Voorwaar een prestatie van formaat want mij is dat nog niet gelukt. Je begrijpt dat zoiets getuigt van grote kennis en intelligentie. Dat kwam goed van pas want op mijn vraag of hij wist hoe zo`n Hertogmolen in elkaar stak en werkte, schetste hij volkomen uit het hoofd de toestand op papier. Daarbij gaf hij een glasheldere uitleg. Grote klasse!!

    Bas heeft wat slechte ogen en moest de papieren af en toe tegen zijn neus aan houden om het te kunnen lezen. Dit ontlokte het hulpje op leeftijd de opmerking dat Bas die papieren beter in zijn nek kon houden dan zou het lezen wel beter gaan. Je ligt meteen in een deuk en het kenschetst de verhoudingen hier een beetje. Toppie!

    Ik liet hem ook de foto`s van een zijner molens zien die ik deze week maakte vlak bij de windmotor. Onmiddellijk herkende hij het cardan van een Chevrolet, alleen het bouwjaar van die auto had hij even niet paraat. Ook zijn bemoeienis met die windmotor kwam natuurlijk ter sprake. Zijn bedrijf zou te duur zijn geweest om een restauratie uit te voeren en de gevolgen zijn duidelijk en logisch. De windroos was er al weer af!

    Hierna kwam ik op een blijkbaar voor hem teer onderwerp. Op de dag vóórdat het door zijn grootvader gebouwde molentje, dat op hun bedrijfsterrein stond, zou worden verplaatst, kwam ik daar bij toeval terecht (27-07-2008). “Leuk, een molen”, dacht ik en dus er naartoe om het op de kiek te zetten.

    Uiteraard kwam het die dag ook tot een praatje met zoon Bastiaan. De molen is daarna verplaatst en nu wilde ik dat wel eens zien. Bas heeft het moeilijk gehad (en heeft dat nog wel) met die verplaatsing maar er waren goede argumenten. Samen met de anderen werd mij uitgelegd hoe ik daar kon komen.

    Onwetend van wat ik aan zou treffen, ben ik eigenlijk onwetend de geschiedenis in gereden. Iedereen kent natuurlijk die Wilde Veenen en wat hier op molengebied heeft plaatsgevonden. Zonder te letten op inrijverboden (want dat hoefde niet) ben ik tot voorbij het gemaal gereden en ben met de camera aan de slag gegaan. Gaandeweg kreeg ik een béétje een idee hoe het er hier met draaiende molens moet hebben uitgezien. Dat moet een fantastisch gezicht zijn geweest.

    Ik telde een zestal molenrompen die allemaal bewoond bleken. Verschillende bijgebouwde bijgebouwen leunden tegen de rompen en hier en daar joelden kinderstemmen door dit kleine paradijsje. Dat beeld wordt vanzelf verstoord als je je omdraait en de hoog opschietende bebouwing in de verte ziet. Maar toch, je loopt het dijkje op en de wereld houdt een beetje op. Gelukkig zijn de vogels die hier in die verschillende rompen mogen wonen.

    Eén van die gelukkige vogels is Derk de Vries die ik kwam te spreken bij de laatste, molen nr.6. Op de database van verdwenen molens staat er nog een foto van deze molen in volle glorie. Nu rest er een romp. Maar wel een majestueuze romp. Een romp die messcherp in een nieuw pak steekt en die klaar is om een kap met alles erop en eraan te ontvangen. Je ziet het bijna voor je bij de op dat moment heersende koude Oostenwind. Zoef, Zoef, Zoef, gááááán!!

    Bij de andere vijf maalt men niet meer om een biotoop, een beetje beschutting tegen de wind is wel lekker. Maar bij deze molen lijkt het wel alsof er rekening wordt gehouden met een herstart. Weliswaar in de hele verre toekomst of misschien wel nooit, maar de mogelijkheid is er toch. Met Derk had ik een leuk gesprek hierover en natuurlijk ook over het Molentje van Hertog dat vlak achter nr.6 staat.

    Het moet gezegd dat de molen hier goed tot zijn recht komt. In witte staat misstond hij zeker niet bij het bedrijf, maar nu oogt het toch meer als een echte molen. Hij is wel behoorlijk van kleur verschoten want het wit heeft plaatsgemaakt voor een vorstelijk molengroen. Nu staan er ook heuse kruipalen om de molen vast te leggen. Okay, er moet nog steeds het nodige aan gedaan worden maar belangrijk is; hij draait!! Hier is al wel rekening gehouden met de biotoop, want blijkens de foto`s is er aardig gewerkt aan de voorraad kachel-/haardhout.

    Mij overviel een vreemd nostalgisch gevoel bij het bekijken van deze omgeving. Heel hoog water tussen twee minuscule dijkjes en daarachter diepliggend land. Er waren slechts molenrompen maar je kon de molens bijna zien draaien. Wat een prachtplek!!

    Bij thuiskomst dienden de foto`s op de computer gepompt en moest ik eens wat napluizen over die Wilde Veenen.

    Wat opviel was dat op twee molens mensen hebben gewoond en gemalen die de naam Hertog droegen. Of zij familie waren van Bas en Bastiaan weet ik niet maar dat zou best kunnen. Mensen verhuisden vroeger niet zo makkelijk en daardoor zie je ook dat een bepaalde naam heel vaak in een beperkt gebied voorkomt. Dat geldt ook voor de naam Ottevanger in deze streek, denk ik maar zo. Wellicht kunnen Bas en Johan hier iets over zeggen.

    Wat óók opviel was de vermelding van een zevende molen De Platluis. Deze staat niet vermeld op het bord dat bij het begin van het wandel-/fietspad staat. Als ik op de database van verdwenen molens kijk, lijkt het erop dat die naam na de sloop is gegeven. Zo`n platte plak op de romp moet wel leiden tot zo`n bijnaam. Ook hier kunnen anderen wellicht iets over zeggen.

    Al met al vond ik het een heel inspirerende zaterdag in een inspirerende omgeving. Inspirerend omdat zulke plekken en zulke molen(restanten) makkelijk in de vergetelheid kunnen raken. Hoeveel mensen komen eigenlijk op dit dijkje terecht? Okay, we hebben de database van verdwenen molens en de (molen)mensen in de omgeving weten er natuurlijk ook alles over. Maar hoe lang zal dat nog duren? Met het voortschrijden van de tijd verdwijnen die mensen ook en rest alleen nog een droge vermelding in stoffige archieven of in zo`n database. Misschien is het tijd voor een soort historische afdeling die dit soort zaken levend houdt door met enige regelmaat bijna vergane en vergeten molenzaken uitgebreid voor het voetlicht te brengen. Offuh….gebeurt dat soms ook al? ;-)

    http://picasaweb.google.nl/Noordkaper04/DeWildeVeenen#

    http://www.molendatabase.org/molendb.php

    Groetings,

    Jan

    www.althofweb.nl

  • Johan Ottevanger

    Jan inderdaad is over deze molenfamilie,s zat te vertellen, echter ik zal het eerdaags toelichten, echter in het molenmuseum staat alles precies zo als het is op papier, dus toch weer een keer je eigen melden

    Johan

  • Jan Althof

    Ik Kom! ;-)

    (Alleen wanneer weet ik nog niet.)