'De molen die brandt!'

  • Redactie Molenprikbord

    “In oude tijden werd op een grote platte steen wat graan gelegd, dat met een kleinere platte steen tot meel gewreven werd.”

    Jan de Vet, heemkundige uit Gilze, bestudeerde de molens die ooit in en rond Gilze stonden, maar nam tegelijkertijd ook de ontstaansgeschiedenis van het fenomeen molen mee. De eerste melding van een molen in Gilze vond hij in een oorkonde uit 1456, waarin de heer van Breda Jan van Polanen bekent geld schuldig te zijn, de zogenaamde roggepacht, aan de abdis van Thorn voor het malen van rogge in een molen die op het grondgebied van het huidige Gilze staat.

    Dat was in een tijd dat er molendwang heerste. De bewoners van Gilze en Rijen en omstreken waren verplicht hun graan te malen in de molen die gepacht werd door de heer van Breda. De eigenaar stelde simpelweg dat hij had geïnvesteerd in een degelijke technische voorziening en dat hij zorgde voor continuïteit in de maalcapaciteit. Daarom kon de consument gedwongen worden bij hem te malen.

    Neelie Smit-Kroes, de Eurocommissaris die ten strijde trekt tegen marktmonopolies, zou er kromme tenen van krijgen, maar vroeger was zoiets doodnormaal. Wie de dwang ontdook, kon een boete van 150 gulden krijgen en dat was een knap bedrag voor die tijd. Het feodale recht van molendwang werd pas in 1793, met de komst van de Fransen, afgeschaft.

    Op 14 augustus 1868 brandde de heimolen op het Moleneind in Gilze tot de grond toe af.

    De heimolen op het Moleneind aan de rand van de Molenheide kwam na 350 jaar in handen van een gewone ondernemer. In de negentiende eeuw wisselde de molen regelmatig van eigenaar.

    Dan komt het rampjaar 1868. In de vroege ochtend van 14 augustus dat jaar gaat molenaar Jozef Leonardus met zijn zoon Cornelis naar de molen om zakken meel op een kar te laden, waarna de zoon met de kar wegrijdt en Jozef de molen sluit. Cornelis komt een poosje later terug, spant het paard uit. Niks bijzonders te zien.

    Om half tien rijdt landbouwer Cornelis Hermans met een kar zand voorbij de molen. Hij ziet vlammen uit de kap omhoog schieten, ontwaart in de verte de molenaarszoon Cornelis en schreeuwt: “Nelis, de molen die brandt.” Samen gaan ze naar binnen, naar de zolder, zien boven hen de vlammen, maar kunnen niets doen. Geen bluswater in de buurt. Het enige wat hen rest, is samen met toegeschoten buren zoveel mogelijk graan uit de molen redden.

    Het puin van de molen zou nog heel lang blijven liggen.

    De houten molen wordt later vervangen door een stenen grondzeiler, een windmolen die vanaf de grond kan worden bediend. Karakteristiek is de gedrongen bouw, waardoor de draaiende wieken laag over het erf scheren.

    Met medewerking van Jan de Vet, heemkring Molenheide, Gilze en Rijen.

    Bron: BN DeStem

  • Camiel Damen

    Dit is volgens mij niet de molen van Gilze maar van Aalst-Waalre.

  • leo middelkoop

    Dat zou inderdaad heel goed kunnen. Moet haast wel de brand van 1936 zijn geweest. Dat deze foto uit 1868 zou kunnen dateren, zoals wordt gesuggereerd, is natuurlijk helemaal onjuist.

    De tekst in de database mag ook wel een klein beetje worden gestroomlijnd, heb ik zojuist gezien. Datzelfde geldt overigens voor de molen.

    groet,

    Leo

  • Thijs Michielsen

    Inderdaad Camiel is dit de molen van Aalst tijdens de brand van 1936.

  • Erik Stoop

    Weet iemand de precieze datum van de brand in Aalst?

    Groeten, Erik

  • Rob Simons

    Dezelfde foto staat ook in het boek ‘Van Billen en Kruien’ van Ad van Gool. Volgens dat boek is de molen op 16 april 1936 uitgebrand. Daarna kreeg deze molen, als eerste in Nederland, het systeem Van Bussel (alhoewel volgens de molenaar van de Zeldenrust in Budel zijn molen dit systeem al in 1935 kreeg; de écht allereerste, als experiment, was de Hoop in Elen, België. In hoeverre het systeem op die molen verschilde met Aalst weet ik niet).

    Groeten,

    Rob

  • leo middelkoop

    Nog iets over de Aalstermolen: in de database staat een historische foto van de molen tijdens de feestelijke heropening na de brand. Niet alleen valt het Van Busselsysteem op; ook de gewitte romp. Volgens mij ook een handelsmerk van Van Bussel: je moest aan een molen kunnen zien, dat er wat mee gebeurd was, dus werd er geverfd. Overigens ook helemaal geen slecht idee bij een uitgebrande stenen molen…..

    Mijn vraag: tot wanneer is die romp wit geweest? In ‘De Brabantse Molens’ uit 1974 staat al een molen met zo te zien een natuurlijke baksteenkleur. Is die molen, los van andere problemen (zijn die nou nog niet opgelost?) ook niet behoorlijk lek?

    Moet de witte kleur niet worden hersteld, los van reconstructie van het Van Busselsysteem?

    Groet,

    Leo

  • Rob Simons

    leo middelkoop schreef:

    >

    > Moet de witte kleur niet worden hersteld, los van

    > reconstructie van het Van Busselsysteem?

    Als ze de molen weer gaan stroomlijnen, moet de romp ook weer wit worden, vind ik (al vraagt dat wel meer onderhoud). Was de romp ook bepleisterd, of enkel geverfd?

    Vergeet ook niet dat die molen in 1974 al een hele tijd stilstond, dan verdwijnt die kleur ook op den duur.

    Jammer dat die molen al zo lang stil staat…

    Groeten,

    Rob

  • Bart Hoofs

    De molen is naar mijn weten niet lek of vochtig.

    De Aalstermolen is niet over gegaan in handen van een stichting omdat er tussen gemeente en eigenaar Van Stekelenburg geen overeenstemming kon worden bereikt over het openstellen van de molen voor bezoek. De stichting haakte toen af. Hier mag best wel de naam van de gewezen molenaar Jan van der Beek genoemd worden die zich enorm heeft ingezet voor de stichting en de toekomst van deze molen. Momenteel ziet het er somber uit met de toekomst van de Aalstermolen. Een mogelijk nieuw crepeergeval erbij in Brabant?

    De foto is ook te zien in het boek Van Billen en Kruien over de molens in de (Brabantse) Kempen.

    Bart

  • Rob Simons

    Kan men alleen maar bij de molen komen door over het terrein van de eigenaar te gaan?