Historisch gemaal bij Korenmolen de Lelie lijkt gered!

  • Tom Blaak

    Gemaal Puttershoek gered van de sloop

    02-02-2009 10:31 | Gertrude Brouwer

    PUTTERSHOEK – Elke zomer kwam Rick Timmer tijdens zijn fietstochten langs stoomgemaal ’t Hooft van Benthuizen. En iedere zomer zag hij dat het gemaal verder in het slop raakte. Samen met zijn vriend Bert Klein probeert hij het gebouw nu voor verder verval te behoeden.

    In augustus 2008 belde Timmer de gemeente Binnenmaas op. De gebarsten ruiten, de rottende kozijnen en de bladderende verf; hij kon het niet langer aanzien. „Het gemaal moet behouden blijven, het is te uniek om verloren te laten gaan”, zo luidde zijn betoog. Zijn telefoontje had succes. Vorige week dinsdag zei wethouder Westerop zijn steun toe aan de restauratie van het gemaal.

    „Het heeft heel wat voeten in aarde gehad voordat de gemeente ons deze steun wilde geven”, aldus Timmer. Samen met Bert Klein, die de geschiedenis van gemalen bestudeert, richtte hij de stichting Vrienden van ’t Hooft van Benthuizen op. Het tweetal verzamelde 300 handtekeningen om het gebouw in Puttershoek van de sloop te redden.

    Op de plek van het gemaal zou eigenlijk een ontsluitingsweg voor nieuwbouwwijk Schouteneinde komen. De gemeente heeft nu echter in overleg met de projectontwikkelaar besloten om het gemaal weer op te knappen en er een nieuwe bestemming aan te geven.

    Wethouder Westerop wilde in 2001 het gebouw al een plaats geven op de gemeentelijke monumentenlijst. Westerop: „Toen lukte dat niet, het was financieel niet haalbaar. Ook nu is dat moeilijk, want restauratie zal zo’n anderhalf tot twee miljoen euro gaan kosten. We proberen dat bedrag bij elkaar te sprokkelen via sponsors bij de waterschappen en bij andere stichtingen.”

    Timmer en Klein hebben al wel hun ideeën gevormd over een nieuwe bestemming voor het gemaal waar nu de vleermuizen huizen. Klein: „We zouden er een prachtig interactief poldermuseum van kunnen maken. Of een bed and breakfast voor toeristen. Er komen heel wat fiets- en wandelroutes langs het gemaal. Vanuit het gemaal kun je zo het natuurgebied De Argusvlinder in kijken. Prachtig toch!”

    Van de historische waarde van het gebouw is het tweetal overtuigd. Klein: „Het gemaal is genoemd naar de dijkgraaf van de Hoekse Waard, Otto Boudewijn Hooft van Benthuizen. Die man was ook lid van de Eerste Kamer. Hij leidde de commissie die in 1870 toestemming gaf voor de bouw van het gemaal. Het gemaal verving drie molens.”

    Het gemaal was goed voor de droogmaling van verschillende polders. „Door duikers te plaatsen in de dijken werd het waterpeil over afstanden van tien kilometer nog door dit gemaal geregeld. Een voorbeeld daarvan is de Sint Anthoniepolder, die enkele kilometers zuidelijker ligt. Het gemaal was dus echt een staaltje van waterbouwkundig vakmanschap,” vertelt Klein enthousiast.

    De vrienden van ‘t Hooft van Benthuizen vinden dat de projectontwikkelaar in samenwerking met de gemeente en andere organisaties de restauratie grondig moet aanpakken. Timmer legt uit: „In 1932 is er een machinistenwoning bijgebouwd. Die zal de projectontwikkelaar moeten slopen, want het gebouw moet de originele vorm, zoals die er was in 1870, weer terugkrijgen. Het voegwerk moeten ze opknappen. Dertig jaar leegstand doet geen enkel gebouw goed.”

    Zijn de mannen blij nu de restauratie op het programma van de gemeente staat? Timmer: „We juichen liever niet te vroeg. Dat achterdochtige hoort een beetje bij mensen uit de Hoekse Waard: eerst zien en dan pas geloven.”

    Bron Reformatisch dagblad, met dank aan Piet lodder voor de berichtgeving.

  • Andreas de Vos

    Mooi dat er hoop is voor dat gemaal. Hopelijk komt het allemaal voor elkaar en wordt het gebouw mooi gerestaureerd, met behoud van de oude uitstraling. En een passende bestemming vinden natuurlijk.

    Hoewel het mer de Lelie op zich niets te maken heeft, ze staan zo dicht bij elkaar dat het wel een mooie verzameling historische objecten is.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Bart Hoofs

    Mogelijk blijft de biotoop van De Lelie ook gewaardborgd hierdoor.

    Er lag al een verzoek tot slopen van het complex en hoogbouw en nieuwbouw aldus het blad Heemschut. Helaas staat het complex niet op de rijksmonumentenlijst. Omdat het deels was verbouwd tot woning is het niet aangewezen als monument.

    Gelukkig blijft mogelijk nu dit gemaal behouden. Maar wat met de plan van een nieuwe woonwijk? Kan Piet Lodder of Vincent hier iets meer over zeggen?

  • Piet Lodder

    Ik heb mij vorig jaar door een bezoekster van De Lelie en inwoonster van Puttershoek laten vertellen dat de nieuwbouw wel door zou gaan. Veel van de oude gebouwen staan inmiddels leeg maar het fijne weet ik er niet van.

    Wanneer er aan het gemaal niets verandert dan zie ik geen verslechtering van de biotoop. De wind waait toch veelal uit andere richtingen.

    Of de nieuwbouw roet in het eten zal gooien moeten we maar afwachten.

    Ik ben wel blij met het behoud van het gemaal want ik kijk hier liever naar dan naar een flatgebouw.

    Gr. Piet Lodder

  • Jacob Dekker

    Hoi Tom,

    In mijn optiek spreken we van het behouden van een gemaal, als het geheel, inclusief stoomketel(s), stoommachine(s), pomp(en) en ander technisch erfgoed net als het gebouw bewaard blijft.

    Het bewaren van het gebouw zonder deze zaken is niet zo interessant, omdat er al genoeg van dit soort gebouwen zijn en daarentegen zijn er maar een beperkt aantal stoomgemalen compleet met de technische inventaris behouden.

    Groet, jAAp

  • Andreas de Vos

    Dat klinkt toch vrij negatief Jaap. Het gebouw van het gemaal mag dan wel ontdaan zijn van de technische installatie, als gebouw is het toch wel een interessant object. In ieder geval als bouwkundige uiting, of achitectonische uiting wel een fraai pand.

    Voordeel van behoud hiervan is ook nog dat je in de eerste plaats weet wat je krijgt (mits de gevels en daklijnen niet veranderd worden), in de tweede plaats is het een bouwstijl die karakter heeft en houdt. Of het nou vies en een beetje afgeleefd is maakt voor dit soort panden minder uit dan voor veel hedendaagse bouw“kunst”.

    In ieder geval mogen we blij zijn dat er mensen zijn die zich sterk maken voor dit soort gebouwen. Hopelijk dat voor molens dit soort gevoelens (ook kwa omgeving) groeiende is.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Piet Lodder

    Hallo Jaap,

    Met het eerste deel van je stelling ben ik het eens, met het tweede deel niet.

    Het zou inderdaad mooier zijn als het object geheel in oude glorie zou worden hersteld, maar ik ben bang dat dat teveel gevraagd is.

    Wanneer ik echter zittend voor De Lelie zie dat voorbijgangers zeer regelmatig foto’s van de bouwval maken, dan zou je toch mogen concluderen dat het de aandacht trekt of het nu van culturele waarde is of niet. Oude gebouwen zijn ook mooi van buiten en voldoen kennelijk in een behoefte, anders stond het er met ons cultureel- en technisch erfgoed slecht voor. Er is er in dit land al genoeg oude rommel gesloopt waar we nu spijt van hebben.

    M.vr.gr.

    Piet Lodder

  • Jacob Dekker

    Hallo Andreas en Piet,

    Zoveel mensen zoveel zinnen. Je kunt mijn opvatting vrij negatief vinden, maar voor mij, misschien wel vooral geredeneerd vanuit mijn vakgebied (werktuigbouw), is een gemaal een werktuig in een behuizing, waarmee door mechanische kracht water van het ene niveau naar een hoger niveau gepompt wordt. Alleen de behuizing an sich is voor mij geen gemaal meer en ik kan dan in dit geval niet spreken van redding of behoud, hoe mooi de hedendaagse bouwval ook opgeknapt en ingericht wordt.

    Over Molen “De Vlijt” in Meppel denk ik net zo. Deze molen is een aantal jaren geleden “gerestaureerd” , ziet er van buiten prachtig uit in een biotoop, die nog net zo is als 60 jaar geleden (ik ben nl in Meppel geboren, dus ik kan er wel een beetje over oordelen) maar een molen is het niet, want het “gaande werk” bestaat n.l. alleen maar ui een bovenas met een gevlucht, een bovenwiel met vang en verder niets. In mijn optiek is dat een prul, een onding. Eigenlijk een grote tuinmolen, waar ik ook niets mee opheb.

    Ik hoop dat jullie me toestaan om dergelijke gedachren te hebben en me niet gaan staan te verketteren.

    En als laatste zou ik je in overweging willen geven dat we er toch niet aan moeten denken dat bijvoorbeeld de machinerie van het stoomgemaal van het Hoogheemraadschap van Rijnland te Halfweg eruit gesloopt werd en het gebouw, hoe mooi het ook is, een andere bestemming kreeg en dat we elkaar dan op de schouders zouden slaan en zeggen: “Ziezo, dat oude gemaal hebben we mooi van de ondergang gered”. Hetzelfde geldt overigens ook voor de andere nog maalvaardige stoom- en oude dieselgemalen in ons land, die allemaal in speciale functionele gebouwen zijn ondergebracht, waaraan moeilijk een passende, het gebouw recht doende, bestemming aan kan worden gegeven. En het is natuurlijk een gotspe om zo'n gebouw dan een gered of nog erger een behouden gemaal te noemen.

    Groet, jAAp

  • Bart Hoofs

    Ik heb snap Jaap zijn idee. Zeker als werktuigbouwkundige.

    Om industrieel erfgoed (monument of niet) te herbestemmen is de non-profit organisatie Boei opgericht. De RACM is daarbij een van de partners. Deze organistie probeert industrieel erfgoed her te bestemmen. Op molengebied kan dat vaak niet zodat daar de ideeen (meestal) niet leven. Op andere vlakken in de monumentenzorg is dit wel aan de orde van de dag. Gelukkig daardoor kunnen mooie oude panden zoals fabrieken met een bepaalde architectuur behouden blijven. Een van de projecten is de herbestemming van de Dru fabrieken in Ulft.

    Ook de ontmanteling van het werkplaatsterrein van de Nederlandse Spoorwegen midden in Tilburg gaat Boei aanpakken. Op die locatie diverse architectuur.

    Misschien wel jammer dat strakjes alleen de gebouwen er staan en de levendigheid verdwijnt naar een nieuw industriegebied bij Berkel Enschot…

    Liever mijns inziens herbestemmen dan sloop. Maar wie weet dat ook hier door toedoen van MoMo er rijksmonumenten gaan verdwijnen als men de waardes opnieuw gaat bekijken. Het is een van de zaken van MoMo maar ook de discussie Bazelmans die we als monumentenveld zeer goed in de gaten moeten houden.

    Kijk op de site: www.boei.nl voor herbestemming industrieel erfgoed.

  • Peter van Kuik

    Deze vergelijking gaat mijns insziens mank. Het gemaal is een oud gebouw zonder machines, maar wel als oud gemaal herkenbaar en waarschijnlijk ook nog met sporen van het toenmalige gebruik. Lang niet zo interessant als een compleet gemaal, maar vele malen interessanter dan een flatgebouw en de moeite om te behouden.

    De Vlijt is een nieuwe molen op een oude onderbouw. De waarde is alleen landschappelijk. Of er nou wel of niet een binnenwerk in zit maak voor mij niks uit want dat binnenwerk zou ook gehistoriseerde fantasie zijn en als ik de techniek van een korenmolen wil zien kan ik op nog 600+ andere molens terecht, waarvan een groot aantal gelukkkig nog een echt historisch binnenwerk hebben. En als ik Meppel niet uit zou willen ga ik liever bij Kees Vanger langs. Bovendien kan je met de Vlijt zonder binnnenwerk makkelijker andere dingen doen, zoals inrichten tot museum/expositieruimte of zo.

    Wat dat betreft is zo'n gemaal misschien wel beter te reconstrueren als je dat kan betalen, want van de machines zijn vaak in tegenstelling tot moleninrichtingen tekeningen en foto's bekend