Kielen

  • Jerry Vondeling

    Beste Prikkers,

    Enige tijd geleden kreeg ik een krantenbericht betreffende een roede breuk op één van de molens te Hoogeveen, het bericht is in grote lijnen als volgt;

    Maandag morgen omstreeks 11 uur, terwijl de molen pas draaide schoot een der roeden naar beneden, vermoedelijk omdat de kielen niet vast waren. Met veel geraas kwamen twee stukken der roede naar beneden en vielen op de zwikstelling. Gelukkig dat de zich op den molen bevindende personen binnen in den molen waren, anders zouden er persoonlijke ongelukken zijn voorgevallen. De schade is nog aanzienlijk, daar vermoedelijk ook de as van den molen beschadigd is.

    Het bericht werd geplaatst in de Hoogeveensche Courant van 28 februari 1906.

    Wie kan mij vertellen wat ‘de kielen’ geweest kunnen zijn? Moet ik dan denken aan roewiggen of iets dergelijks? En wat zou een eventuele oorzaak kunnen zijn van roedebreuk bij, naar ik aanneem, houten roeden?

    Ik hoop dat jullie mij wat kunnen vertellen

    groeten,

    Jerry

  • Justin vd Heuvel

    'k vermoed inderdaad dat het de roewiggen zijn (waren).

  • Ruben 4-Gever

    Ík vermoed eerder de keerklossen..

    Nu maar eens slapen…

    Ruben

  • Harmannus Noot

    Een kiel is inderdaad een wig. In dit geval een roewig dus.

    Harmannus Noot.

  • Martin E. van Doornik

    Heel mogelijk. Het werkwoord keilen wat slaan (roewiggen slaan) betekent zou misschien daarvan afgeleid zijn. Binnen het Nederlandse taalgebied tref je bij molentermen nog altijd vele variaties aan.

  • Jacob Dekker

    Beste Jerry,

    Kielen zijn in dit geval de roewiggen. In mijn geboorteplaats MEPPEL gebruikte men het woord kiel voor een keg en/of wig. Ik weet dat uit mijn practisch jaar (1953-1954), toen ik 3 maanden volontair (tegenwoordig stagiair) was bij de N.V. Meppeler Machinefabriek. Het woord is verwant aan het Duitse woord dat keg, wig of spie betekent.

    Groet, jAAp

  • Jacob Dekker

    Sorry, ik bedoel het Duitse woord keil.

    Dat is overigens niet verwant aan het Rotterdamse woord keil, dat een pilsje betekent.

    jAAp

  • Jerry Vondeling

    Beste Prikkers,

    Bedankt voor de reacties!

    Dan was mijn eerste gedachte betreffende de roewiggen toch al in de goede richting!

    groeten,

    Jerry

  • Barend Zinkweg

    Het “Woordenboek van de Vlamse dialekten”, deel II aflevering 5 de molenaar heeft het woord “kiel” ook opgenomen, omdat Paul Bauters het gebruikt in het boek “Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen”, Gent 1985 als synoniem voor roedwig.

    In het boek “Bouwkundige termen - verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie” van Haslinghuis-Janse staat achter “kiel”: “wig, o.a. ijzeren wig waarmee natuursteen wordt gekloofd. In 1648 worden stutbalken in de toren van de Bovenkerk te Kampen ‘vastgekielt’.”

  • Jan Hofstra

    Het Friese woord voor wig is ook “kyl”. Iets vastwiggen heet daar dan ook “(oan)kylje” en iets wat wigvormig is heet “kilich”. Meestal zijn de kruisarmen van een wiel in de spiegel schuin afgeschaafd voor de wiggen, maar soms is dit alleen het geval ter plaatste van de wiggen zelf. Molenmaker Dijkstra uit Giekerk noemde dat “Kylsporen”.