Het Westlands Molenfront op avontuur in het Brabantse

  • Rob Pols

    Het Westlands Molenfront op avontuur in het Brabantse

    Evenals in 2008 is op zondag 22 maart een delegatie van (ex-) Westlandse molenaars naar de West-Brabantse Molendag geweest. Het was me weer een heuglijke dag, jongens, jongens….

    Het begon al een paar weken geleden toen De Wilde Westlander en ik het hadden over wanneer de West-Brabantse Molendag zou worden gehouden en wie er eventueel mee zou willen. Lange tijd bleef het stil, tot ik vorige week zaterdagmiddag tijdens het draaien met De Wippersmolen een belletje vanuit de Groeneveldse Polder kreeg in de trant van: “Ga je nog mee?!”.

    Zondagmorgen om 07.00 uur begon de eerste in een rij van drie wekkers geluid te maken. Waarom drie wekkers? Nou, om te voorkomen dat ik me zou verslapen want ik slaap zó vast dat je een kanon naast mijn bed kunt laten afgaan zonder dat ik daar enig benul van heb. Voor de goede orde: de wekkers waren gezet en niet vérzet naar de zomertijd (zie prikbordarchief maart 2007)!

    Ik was zaterdagavond niet gaan stappen, want dan weet ik wel hoe laat is de volgende dag (of niet). In ieder geval was ik ruim op tijd om rond 08.45 uur bij De Wilde Westlander thuis aan te schuiven aan de keukentafel, waar van links naar rechts de volgende figuren hadden plaatsgenomen: Bart “Doorenroosje” Dooren, George “de Dorpsmulder” Middendorp, Else (in opleiding in Wateringen), Luc “L.L.V.D.W.W.” Ruijgt, Jan Spruit, Rob “De Wilde Westlander” van Zijll en ondergetekende. Na twee aanzienlijk grote mokken koffie en de nodige voorpret (we gaan elkaar vandaag niet plagen hoor!) stapten we verdeeld over twee auto’s in voor een gezellig dagje uit. Het weer was voor het fotograferen ideaal en de wind viel ook zeker niet tegen!

    Truus (de koosnaam voor de TomTom van de Dorpsmulder) had er op deze dag weinig zin in, zodat Doorenroosje al ter hoogte van Maassluis belde of we toevallig een goede wegenkaart met molensymbooltjes bij ons hadden….

    Via Dordrecht en de Moerdijkbrug was De Hoop in Den Hout al snel gevonden.

    De molen had er namelijk al flink de sokken in met vier volle zeilen. Voor we de molen goed en wel bereikten moesten we eerst een vreselijke kasseienstrook over die deed denken aan Parijs-Roubaix, oftewel “De Hel van het Noorden”.

    Gelukkig trilden er door het heftige gehobbeld geen onderdelen van de jeep van “De Wilde Westlander”, zodat we De Hoop snel echt scherp in het vizier kregen. Wat zagen we daar? Vier volle zonder de steekborden? Dat gingen we toch niet serieus menen? Voor we het hadden gezegd werd de vang er straf opgelegd, maar bijna direct weer gelicht.

    Bij aankomst zag ik dat de struiken bij de molen flink zijn gegroeid sinds de foto werd gemaakt waarop ik in het Smoelenboek prijk. Verder kwam ik er weer achter dat De Hoop geen eenvoudige molen is om van dichtbij in beeld vast te leggen. Met Jan Spruit liep ik een eindje van de molen weg en kwamen bij een coniferenkwekerij vanwaar we de molen goed konden fotograferen. Jan grapte nog dat we gelijk een kerstboom konden uitzoeken, maar dat hebben we toch maar niet gedaan. Molenaar Jelle van Daalen had inmiddels toch maar vier steekborden opgezocht, want we hoorden luid en duidelijk getimmer vanaf de belt komen. Terug bij de molen kwam er een bekend gezicht aanfietsen. Niemand minder dan mede-prikborder Marcel Stroo was gewapend met camera op pad. We hadden het even over het prachtige fotoweer en de stevige wind, maar Marcel moest nog even verder fietsen (prachtige foto’s weer, Marcel!).

    De Hoop is een mooi model beltmolen. Hij is vrij slank gebouwd met een wat merkwaardige kleurstelling. Zo vind ik de kleur van de kuip en het voor- en achterkeuvelens totaal niet passen bij het heldere blauw, wit en rood op het wiekenkruis en het geel op de staart. Commentaar van een bezoeker: “Het lijkt wel grondverf dat erop is geschilderd.” De luizolder is een bezienswaardigheid op zich, maar ook vanwege de kleine ruimte niet ongevaarlijk. Op de kapzolder wachtte een bijzondere constatering. Waar was de penbalk? Nou, die was er niet. Maken we een vervroegde 1 april-grap? Nee, in het geheel niet! Ga er zelf maar kijken, zouden we willen zeggen. De functie van de penbalk wordt overgenomen door trekstangen. Op de steenzolder is één van de koppels maalvaardig te noemen.

    Buiten bij de staart was er nog iets opmerkelijks: “dakhaken” om de staart vast te leggen in plaats van kruipalen. Dit heeft alles te maken met het dak van de naastgelegen schuur.

    De tweede molen was ‘d Onvermoeide in Raamsdonksveer die na wat moeite werd gevonden. De molenaar was net bezig zeil voor te leggen. Onmiddellijk was zichtbaar dat de staat van de hekken en borden van het wiekenkruis erg slecht begint te worden. Dat werd nog eens ernstig bewaarheid op het moment dat een leerlinge bij het voorleggen van een half zeil een eindje de roede inklom en dwars door een heklat trapte. De molenaar hoefde geen noemenswaardige moeite te doen het restant uit het roegat te halen… Voor hetzelfde geld waren we getuige geweest van een ongeluk met ernstige gevolgen. Hoe verwaarloosd de staat van het wiekenkruis ook is, de binnenkant vergoedde alles. Menig molenhistoricus kan hier zijn hart volop ophalen en zich verbazen over de talloze bouwsporen, zoals de vele verwerkte onderdelen van een achtkante poldermolen (een voormalige achtkantstijl als koningsspil bijvoorbeeld!). Een aan de onderkant verbrande traptree die er al heel lang zit trok ook de aandacht. Het bovenwiel is zeer sterk en massief uitgevoerd. De hele molen is trouwens robuust gebouwd en zeer de moeite van het bekijken waard. Op de stelling was een heel klein stellingvak aangebracht. Had de molenmaker bij de completering in 1974 een rekenfoutje gemaakt? Welnee, het smalle vakje was speciaal zo gemaakt om de roeden te kunnen steken! De kruilier heeft een ‘afstandsbediening’ met kabel, ondanks een Engels kruiwerk. Waarom dan een elektrische bediening? De molenaar vertelde dat hij enige jaren geleden een zware hernia had gehad en dat sindsdien het kruien niet meeviel, ook omdat de kruivloer op twee plaatsen niet goed vlak ligt.

    De molen is rondom helemaal vrij te fotograferen, al is het hertenkamp erg kitscherig en niet passend, maar alles beter dan appartementen tot aan de molenvoet, toch? Voor vertrek naar de volgende bestemming klonk er geruis uit het struikgewas, waarop “De Wilde Westlander” het bekende deuntje van Toon Hermans begon te zingen. Over het hoe en wat kunnen we geen verdere mededelingen doen.

    De romp van de stellingmolen te Oosteind was ook te bekijken en omdat we toch in de buurt waren deden we dat maar. Het opgegeven adres ‘Brouwerijstraat’ leidde niet tot het restant (zelfs niet naar een brouwerij), dus werd er noodgedwongen gekeerd. Een vriendelijk en enthousiast stel heren heette ons welkom en vertelde over de plannen die er zijn om de molen compleet te maken. In de romp staan onder andere nog een mengketel en een hamermolen, allemaal museumstukken op zich. De stenen romp oogt op zich al fors en het moet geen klein molentje zijn geweest. Toch is hij anderhalve meter ingekort na brand en de onttakeling daarna. In een nabijgelegen schuur bekeken we nog een originele schorssteen die uit de molen afkomstig was. Het merkwaardig hoge en gedeeltelijk versleten scherpsel werd door ons uitvoerig bekeken. In een poging een paar ijzeren strippen opzij te schuiven voor een betere foto haalde ik mijn vingers bijna open. We wensten de mannen veel geluk en succes met de plannen, maar eer dat dit weer een complete molen is, moet er nog heel veel gebeuren. Gelukkig blijven de oude machines bij de completering in de molen staan!

    De Koningin Wilhelmina in Dongen konden we vanaf Oosteind al zien draaien.

    De molen draaide in de lege, maar had er flink de gang in door de grote vlucht met diepe zeeg en stekende windborden. De molen is van buiten al ‘huge’ zoals de Amerikanen zouden zeggen, maar van binnen verbaas je je helemaal over de enorme afmetingen. De uiterst vriendelijke molenaar begon meteen een praatje, waarbij ik mijn nek zowat verrekte vanwege de enorme lengte van deze meneer. Ik schat dat hij de 2.10 meter wel haalt. Grote molen, grote molenaar? Lolke Rang, ons allen wel bekend was ook naar het zuiden afgedaald en sprak iedereen aan met allerlei theorieën, of men er op zat te wachten of niet. En daar hadden we Bart Hoofs ook nog! Er ontstond al snel een leuk praatje. De heer Straver was ook met zijn vrouw aanwezig en ook Chiel Treffers van de Sprangse standerdmolen verscheen op het toneel, zo vernam ik later. De ijzeren stelling van deze molen is erg typisch. Jammer dat het foeilelijke winkelpand van Piet Klerckx zo dicht naast de molen is gebouwd. Heeft Dongen een welstandscommissie die kennelijk meer van carnaval houdt? Het zou zomaar kunnen, zou de voetbaltrainer Marco van Basten zeggen. Ook jammer is het aantal (te) hoge bomen rondom, al stond de molen uit een totaal vrije hoek te draaien. De kap lijkt wel een balzaal en is lekker hoog, zodat de hele groep Westlanders rechtopstaand rustig alles kon bekijken.

    Er was een vreemd geluid te horen dat afkomstig leek uit de vulstukken of het bovenwiel. Het exacte euvel werd niet gevonden, maar een bout die teveel ruimte had was het meest voor de hand liggend. Ook de Koningin Wilhelmina is een mooie bezienswaardigheid die je als molenliefhebber echt eens van binnen gezien moet hebben. De huidige molenaar is heel enthousiast en met wat goede wil is hier echt iets moois van te maken. Hopelijk wordt er in de toekomst weer wat gemalen, waardoor er weer wat meer sfeer in de molen komt. Op weg naar beneden kwamen we een illuster duo tegen in de personen van Frans Rutten en Ruud Bax. Na een erg gezellig onderonsje met een ouderwets bulderende Bax moesten we weer verder. Bij vertrek haalde “De Wilde Westlander” een geintje met mij uit door de auto in z’n achteruit te zetten op het moment van instappen. Allemaal weer erg leuk ja! We zouden niet meer plagen, hadden we afgesproken.

    Van Dongen naar Bavel is niet zo ver en dus reden we naar De Hoop in het dorpje onder de rook van Breda. De Hoop had vanaf de snelweg gezien een flinke gang met twee halve zeilen. Aangekomen bij de molen was de gang er een beetje uit en liep het wat onregelmatiger. De geluidswal nabij is werkelijk onvoorstelbaar. Vergelijkingen met de zeewering bij Petten gingen direct op. De wal is zó hoog dat je er vanaf de luizolder niet overheen kunt kijken. Toen ik van afstand foto’s stond te maken viel de molen in één grote klap stil. Het hoe en waarom ontging me totaal, maar dit zag er niet lekker uit. Maar goed, we zouden niet meer plagen tenslotte. De molen stond van onder tot boven vol met bezoekers en links en rechts waren er huilende kleine kinderen, waarop Jan droog opmerkte dat het publiek erg enthousiast was. Ik vind de kleurstelling en het model van De Hoop erg fraai en karakteristiek. Het interieur hebben we niet helemaal kunnen bekijken, maar het ziet er nog vrij authentiek uit allemaal. De staat van onderhoud is vrij redelijk, maar een kwast verf en wat onderhoud aan het kruis zou toch geen kwaad kunnen.

    Na een plaspauze in het restaurant in de belt stapten we in de auto en gingen op weg naar De Hoop in Sprundel. De molen stond stil met twee halve zeilen.

    De molen staat mooi strak in de verf en de staat van onderhoud is ronduit keurig te noemen. Onderuit de belt klonk luid gelach van enkele dorpsbewoners die het hoorbaar naar de zin hadden. De molen stond echter nog steeds stil, waarop we ons afvroegen of men soms nog wist dat er een wiekenkruis aan de molen zat…. De nieuwe effen rode zeilen deden erg Vlaams aan. Waarom is er voor deze kleur gekozen? Nou ja, het is weer eens wat anders zullen we maar denken. Opvallend zijn ze in ieder geval wel! Molenaar Toon Hendrickx ging direct koffie zetten en daarmee was hij de eerste van de dag. Hulde voor Toon, bij deze.

    Ook hier troffen we een goede bekende: Maarten Hunink! De heer Hunink had in “De Wilde Westlander” een goede gesprekspartner gevonden; het is dat Hunink twee jonge leerling-molenaars bij zich had die wat vermoeid overkwamen, anders hadden de heren nu nóg staan kakelen….

    De Hoop is een opmerkelijk smal molentje (een wereld van verschil met Dongen!) met een heel aardig interieur. De rollenwagens met gietijzeren kruirollen zijn nog kleiner dan de rollenwagens van “onze” Wippersmolen. Dit even ter vergelijking. Toon liet ons zien hoe Mien van de Broek bijna was verongelukt en gezien de constructie van de kap en de kleine ruimte is het een wonder dat de heer van de Broek er relatief goed van af is gekomen. De rillingen liepen over de lijven….

    Luc mocht van Toon de molen weer optrekken en het wiekenkruis zette zich meteen in beweging. Wat loopt die molen makkelijk! De zeeg van het kruis is behoorlijk diep en de borden hebben lekker veel opstand. Else, de enige vrouw in ons gezelschap, werd uitgenodigd de molen aan te houden. Toon waarschuwde wel dat de vang aan de zware kant is, maar Else kreeg de molen zonder al teveel moeite tot stilstand. De zon was inmiddels verdwenen, maar dat weerhield Luc en mij er niet van nog wat foto’s te schieten van de draaiende molen.

    Het begon etenstijd te worden en dus stapte het gezelschap in de auto’s richting Breda, maar niet voordat we even stopten bij De Toekomst in Hoeven voor een korte fotoreportage en bij De Heimolen in Bosschenhoofd met zijn kaalgezette roeden. Hier konden we nog maar net foto’s schieten vanwege de invallende schemering.

    In Bosschenhoofd zelf vonden we een uitstekend Chinees restaurant waar we gezellig hebben gegeten en verschrikkelijk hebben gelachen, zoals om “De Dorpsmulder” die nerveus een poging deed bolletjes ijs te scheppen uit een bak met keihard roomijs met Jan en Rob P. als ongeduldige wachtenden achter hem. Ook Luc moest eraan geloven met zijn samengestelde ijscoupe waarop door de Dorpsmulder de inhoud van een halve bus spuitslagroom werd geleegd, Jan er een flinke berg snoepjes overheen strooide en Pols tot slot klaarstond met een bus nootjes. En we zouden niet meer plagen!

    Om kwart voor elf ’s avonds stapte ik als een zombie thuis binnen, maar ik had het voor geen goud willen missen!

    Rob P.

  • De Wilde Westlander

    Mogge Rob,

    Weer een leuk en amusant verhaal van gemaakt.

    Ik heb er weer met volle teugen van

    genoten,en het is zeker voor herhaling vatbaar.

    Na afloop met z'n allen ergens gaan eten is al een belevenis op zich,en zeker als er niet geplaagd word ( o sorry ) gaat dat verschrikkelijk goed en blijft het beregezellig.

    Groeten van“De Wilde Westlander”.

    (Die om bepaalde passages erg moest lachen.)

  • Bart Hoofs

    Marco Castelein die draait in Dongen en ook Sprang is lang.

    Maar wie van de andere heren molenaars is nog langer?

    Is het Joris van Iersel, Mark Dwarswaard of Johannes Kooistra?

  • Rob Simons

    Of Edie Kees?

  • Rob Pols

    Die Pouw-Kraan van De Blauwe Molen in Rijpwetering was ook geen kleine jongen!

    Is Edie Kees ook zo lang? Ik geloof dat ik hem eens heb zien staan in Budel, maar die is toch niet zo overdreven lang?

  • L.v.d.W.W.

    Ja het was zeker weer zo'n dag die je niet snel vergeet.

    Uiteraard was ik ook weer eens bezig om goed veel filmmateriaal te maken. En misschien moet je soms meer lachen om het gekakel wat nergens om gaat dan de molen.

    De film is in 2 delen ‘gesplitst’ omdat het anders te groot voor youtube is.

    Deel 1: http://www.youtube.com/watch?v=R4KYz8b_miw&feature=channel_page

    Deel 2: http://www.youtube.com/watch?v=jltj1cWLMAk&feature=channel_page

    Youtube-kanaal: http://www.youtube.com/user/Ruijgtvideofilms

    Veel kijkplezier,

    Gr, Luc

  • leo middelkoop

    Zijn die roeden van Den Hout te kort of is de belt te ver ingezakt?

    Groet,

    Leo

  • Rob Simons

    Ikzelf ben 1m85, maar hij steekt er toch nog een kop bovenuit hoor! Je moet nog maar eens naar Budel gaan om het na te meten ;). Zijn ook mooie molens trouwens..

    Groeten van een molenaar die toen hij 8 jaar geleden begon op de molen nergens z'n kop stootte maar nu goed moet oppassen wat hij doet.

  • Rob Pols

    Heel leuk gedaan, Luc! Alsof ik net als afgelopen zondag weer in die molens was.

    Hier en daar zag ik mezelf nog in beeld, zoals bij het kruien in Sprundel (ik sta naast de romp) en op de parkeerplaats in Dongen.

    Geinig!

    Groeten, hey Pols!

  • vluchtje

    door de heklat gaan was mijn stellingmolenvuurdoop. spijt dat ik dat verrotte stuk niet als aandenken mee naar huis heb genomen. ;-)

    ik wilde vier lange halven voorleggen, maar ben niet verder gekomen dan twee. heeft de molenaar er later nog twee vollen van gemaakt, of nog iets anders?

    mooie wind, mooi weer, mooie molen(s), mooie molendag!