Vlaggelijnen en molentermen

  • Rob Simons

    Enkele dagen geleden zette Oliepul een interessante reactie op het prikbord in het stukje over vlaggelijnen (zie hieronder). Aangezien deze al op de 4de pagina staat, heeft misschien niet iedereen dit gelezen.

    Maar hij haalt hier wel iets interessants aan.

    Misschien dat deze kwestie eens aandacht mag krijgen? Wat kunnen we doen om de streekeigen molentermen en gebruiken meer aandacht te geven, te gebruiken en door te geven aan de leerlingen en molenaars?

    Groeten,

    Rob

    ——————————————

    Auteur: Oliepul (—.direct-adsl.nl.0.163.77.in-addr.arpa)

    Datum: 09-04-2009 21:23

    Ha Tamara, op zoek naar vlaggenlijnen…nou als ik ze op de molen had liggen dan had je ze zo op mogen halen. Misschien kun je ze gewoon lenen?

    Maar even serieus, ik mis eigenlijk een discussie op dit forum over het gebruik van vlaggelijnen (of is het vlaggenlijnen). Voorheen hadden we op dit fraaie forum altijd gelijk discussie over wel of niet van dit soort gebruiken. Gelukkig is dat niet meer zo. Het is allemaal wat rustiger, volwassener geworden. Waarom zwengel ik het dan nu aan? Omdat ik me toch wel zorgen maak. Het moet gewoon even van het hart dat er toch, of het nou komt door het Gilde en het Vrijwillig Molenaarsschap, of dat het er evengoed was geweest, steeds meer vervlakking op treedt in molenland, (en misschien wel in Nederland in het algemeen). Er zijn streken geweest waar vlaggelijnen gebruikt werden om molens mooi te zetten, maar dan wel stilstaand. Draaien met vlaggen is iets van het vrijwilliger-tijdperk. Logisch ook, want als je vroeger reden tot feest had, had je ook reden om niet te hoeven werken en dus draaide je niet. Nu doet iedereen in het land dus steeds meer het zelfde, en noemt ook alles het zelfde. Een voorbeeld, ik leidde laatst enkele mio's rond op een pelmolen in het westen van het land(?ja die ene). Je had ze moeten zien kijken naar de middelbalk bijvoorbeeld, dat was toch de ijzerbalk?? En die balk voor het bovenwiel dan, dat is een…?? nu, bleek toch dat er wel erg veel dingen in deze molen anders waren dan op de ‘lesmolen’, gelegen in een provincie die iets zuidoostelijker ligt. Maar zelfs de molenaar hier hoorde ik het lelijke woord Koningspil gebruiken (ja, met 1 S), terwijl in geen enkel Zaans molenboek volgens mij het woord voorkomt. Wel woorden als lange spil, molenspil, grootte spil. We moeten als Gilde er eigenlijk voor zorgen dat de streektermen geleerd worden en niet de veralgemeniseerde molentermen. Maar hoe te doen? ‘De blauwe map’ de deur uit gooien? zonde van de het vele werk en geld dat daarin gegaan is. Misschien de instructeurs op het hart drukken om toch vooral GEEN molen ABN aan te leren. Bij het examen zou het toch niet moeten uitmaken of je weet hoe iets heet maar moet je weten waarom iets er is en hoe er mee te werken

    Nou, even mijn hart gelucht

    Oliepul

  • Van Tartwijk

    Waarde Oliepul,

    We zien helaas niet veel bijdragen meer van uw hand. Jammer want met deze posting haal je iets zeer waardevols aan. Cultuurhistorie is meer dan molens goed en historisch verantwoord restaureren. Daar hoort ook een correct en passend streekeigen taalgebruik bij. Nu kennen we in onze streek het gebruik van een speciale rouwstand maar ook termen die door een vakman / molenaar zijn vast gelegd en aan iedere leerling tijdens de theorieles worden afgegeven.

    Helaas merken we dat desondanks de wil er vaak niet is om het zo te doen.

    Heeft het met gemakzucht te maken in onze maatschappij? Of het echte muldersambacht niet willen of kunnen verstaan?

    Zo deze meelmolenaar (om nu eens een passend Zaansche naam te gebruiken) gaat zo zijn molen rond in de top zeilen.

    Prettige Paasdagen!

  • leo middelkoop

    Is er iemand al begonnen met een woordenlijst? Links de meest algemene ('ABN') term en daarna de varianten of duidelijk afwijkende benaming per regio?

    Jan Stroop gaf lang geleden in deze een flinke voorzet.

    Ik denk dat het goed is dat men bepaalde termen blijft kennen en gebruiken. Aan de andere kant is het niet te verhinderen, dat bepaalde termen andere gaan verdringen. Met de toegenomen communicatie (neem alleen dit Prikbord!) en molenliteratuur is dat onvermijdelijk. Taal is niet iets wat je kunt vastzetten; het is voortdurend in beweging.

    Het is in feite hetzelfde als met de Brabantse rouw: nog niet zo lang geleden werd beweerd, dat dit ruwweg tussen Eindhoven en Weert in gebruik was. Inmiddels blijkt, onder meer uit artikelen in de Gildebrief en Molenwereld, dat de Brabantse rouw een veel groter verspreidingsgebied heeft gehad, tot diep in west-Brabant toe.

    Voor sommige molenaars is dit aanleiding geweest, hun molens tegenwoordig anders weg te zetten (als daar aanleiding toe is). Anderen menen juist, dat aanpassen aan de gangbare norm het beste is.

    Probleem is ook, dat in vrijwel ieder molenboek iets over wiekstanden staat, en dan steevast de vier meest bekende. ‘De mensen’ kennen die standen en andere niet (meer).

    Groet,

    Leo

  • Mario Collombon

    Ik sprak afgelopen donderdag nog een paar leerlingen en die gingen niet moeilijk doen met het leren van de streekeigen termen omdat ze het al moeilijk genoeg vonden de a.b.n. termen uit de blauwe map te kennen en bang waren alles anders door elkaar te halen.

    Ik weet niet of ze met een examen allebei de benamingen eisen, maar ik vind dat als je er één weet, of het nou die uit de blauwe map is of de streekeigen benaming, dat dat voldoende zou moeten zijn.

    Als je altijd de ‘a.b.n.’ termen ernaast blijft eisen stimuleerd dat niet tot het leren van de streekeigen benamingen en dat zou erg jammer zijn.

  • Mario Collombon

    'De mensen' kennen die standen en andere niet (meer).

    Over het algemeen kennen mensen gewoon helemáál geen wiekstanden meer. Ze weten wel dat er wiekstanden zijn en waren maar of dat nou rouw, vreugd of wat dan ook is weten ze totaal niet.

    Moeten we die standen dan maar aanhouden uit het boekje omdat ze ooit zo in een boekje zijn beland en dat DE stand zou zijn? Ik vind van niet want dan houdt je geen streekkenmerken meer over, alleen maar eenheidsworst. .

    groeten Mario

  • leo middelkoop

    Dat vind ik dus ook zo!! Dat er nu meer bekend is over de Brabantse rouw is prima. Laten ‘de mensen’ vooral beseffen wat de betekenis van dergelijke standen is.

    Ik vind het ook jammer dat er meer vervlakking optreedt; tegelijk moet je je realiseren dat dat niet tegen te houden is. Wèl kun je, als plaatselijke molenaar, zo goed mogelijk de oude gewoonten proberen aan te houden.

    Het is goed dat er geprobeerd wordt, in kaart te brengen wat er in de diverse regio's en plaatsen aan verschillende woorden bestaat of heeft bestaan. Het moet in ieder geval vastgelegd worden.

    Maar wees niet verbaasd als, met het uitsterven van een oudere generatie, er ook een hele groep woorden geleidelijk aan verdwijnt. Dat zal niet alleen voor molentermen opgaan.

    Groet,

    Leo

  • Rob Simons

    Hierbij een lijstje met Limburgse (zowel België als Nederland) molentermen (veel termen zijn in Noord-Brabant hetzelfde).

    De Limburgse staan links; het ABN staat rechts:

    Kas(t)molen = standerdmolen

    bergmolen = beltmolen

    galerijmolen = stellingmolen

    Standaard, standerd, staanderik = standerd

    kruisbalken, kruiswerk = kruisplaten

    standvinken = steekbanden

    korte vink = binnensteekband

    lange vink = buitensteekband

    beren, bokken, teerlingen = teerlingen

    boezem, tafel = brasem

    stormeind, stormkant, windzijde, voorkant = stormbint

    achterkant, voorkant, maaleind, staarteinde = trapbint

    zijden, zijkanten = zijwegen

    windpulf = windpeluw

    steunbalk, naald, naaldje = steunder

    wolf, wulf = keuvelensbalk

    oorbomen, oorspanten = voorkeuvelensstijlen

    waterdeuren, weerdeuren, weerluiken, luiken = stormluiken (van voorkeuvelens)

    stormketting, springketting = bezetketting

    achterin kruien = ruimend kruien

    voorin kruien = krimpend kruien

    toren = romp (soms gebruikt)

    galerij, galderij = stelling

    voeghouten, voeghouter, voegburries = voeghouten

    spruitbalk = spruit

    zweerden, zwaarden = schoren

    roei = roede

    scheilatten, heklatten, zoomlatten, lange scheien = zoomlatten

    zeillatjes, zeilbindlatjes = zwichtlatjes

    scheien = heklatten

    roedespieën, roedespijen, asspieën, spieën = roewiggen

    zijspieën = roewiggen aan de zijkant

    kopspieën, voorspieën, borstspieën = roewiggen aan de voorkant

    windplanken = windborden

    stormplanken = stormborden

    kikkerlijnen, kikkertouwtjes, lussen, litsen = kikkerlijn

    (slag)lijnen, (slag)koorden = zwichtlijnen

    koordje, korte lijn = onderste zwichtlijn

    halflijn, middenlijn = middelste zwichtlijn

    stormlijn, lange lijn = bovenste zwichtlijn

    toptouw, vesteind = hoektouw

    zeilhaken = zeilklampen

    schuifijzer, schuifstang = zeilrail

    opzeilen, zeilen, zeil voorleggen = inspannen

    afzeilen, zeil aftrekken, aftrekken = uitspannen

    korten, inkorten = zwichten

    rond in de top = 4 volle zeilen

    op het koordje, rond op het koordje, op koordje = 4 duikers

    slap half = lange halve

    strak half = korte halve

    rond half = 4 halve

    rond storm = 4 stormeindjes

    zonder zeil(en) = leeg, met blote benen

    molenas, wiekenas, as = bovenas

    baan / baansteen = hals / halssteen

    pineinde / pin = achtereind as / pen

    kamrad, asrad, aswiel, groot rad, groot wiel, kamwiel, molenrad, rad, (kroonrad) = bovenwiel

    praam = vang (m.n. in oost-Belgisch Limburg en in NL Limburg)

    prang = vang (verouderd)

    pal, klep, kam, stijp = pal

    rondsel = schijfloop

    staakijzer = steenspil

    (steen)spil, onderijzer = bolspil

    koning = koningsspil

    wieg, weeg = bovenschijfloop

    kroonrad, kroonwiel = spoorwiel

    maalgang = een koppel stenen (met toebehoren)

    schoentje, schoen, schoe, schudder, bakje = schuddebak

    slagijzer, schoenijzer, klapper, klepper, tikker = schoenarm

    keurstok, stek, regelaar = hanger (dat latje over de kaarbomen)

    vonderbalk, vonder, vondelbalk = pasbalk

    openbreken = openleggen van de stenen

    kraan, galg = steenkraan

    aankleden = de kuip weer om de stenen plaatsen

    los draaien, los lopen = voor de prins draaien

    keuren, voeren = graantoevoer regelen

    het spoedt goed, het avanceert goed = vlot malen, veel opbrengst

    bakzak = zak met graan voor menselijke consumptie

    voederzak = zak met graan voor dierlijke consumptie

    zak (100 kg)

    pungeltje (5-20 kg)

    balle (50-75 kg)