Een andere reden om de buitenroe rechop te zetten zou zijn geweest dat deze verder van de romp ligt (van de kap ook) wat men als een voordeel zag in geval de bliksem toch in zou slaan. Men dacht dat de kans dat de bliksem dan alsnog naar binnen kwam, of vonken trok tussen roe en romp of zo, kleiner was.
Of dat bliksemtechnisch juist is weet ik niet, maar zo dacht men er blijbaar over. Ik vernam dit van een van de Schermer molenaars, in de Schermer was dit vroeger gebruikelijk.
Bovendien zijn dat allemaal binnenkruiers, dus als die zeil voorleggen ligt het meeste op de buitenroe (je begint te zwichten op de binnenroe, of op de slechtere van de 2 natuurlijk).
Dat een molen met 2 volle op de binnenroe minder zou raggen dan met 2 volle op de buitenroe (of andersom) geloof ik niet. Het verschil in moment vanwege de afstand binnenroe/spil tegenover buitenroe/spil is nou ook weer niet zo heel groot.
Wat dat water betreft: op de horizontale binnenroe/ashuis blijft inderdaad minder water liggen dan op het ashuis van de buitenroe. Goed in de verf en regelmatig draaien helpt wel tegen de roest.
Wat betreft de belasting van de askop: bij houten assen klopt het, bij ijzeren assen in principe ook, maar die askoppen zijn dermate veel steviger dat ik me daar geen zorgen om maak.
Wat betreft die roekettingen: ik weet niet hoeveel meter de binnenroe toppen binnen die van de buitenroe lopen, maar met een beetje normale porring in de binnenroe zou dat toch niet zoveel moeten uitmaken dat het voor die kettingen heel veel uit maakt toch? Het scheelt toch niet veel, minder dan een halve meter schat ik.
De meeste zaken doet men zoals men het gewend/geleerd is. Of de argumentatie waarop men die zaken doet zoals men ze doet gebaseerd is op feiten of veronderstellingen? Ik weet t niet…
Groetsels,
Andreas de Vos