Zaterdag 2 mei j.l. was ik op fietstocht langs molens in zuidelijk Ostfriesland en noordelijk Emsland, niet ver over de Duitse grens.
Gestoken in mijn wielerkleding in Rabobank-kleuren en de fietshelm op m’n hoofd, voelde ik helemaal in mijn element als fietsliefhebber.
Ik nam de trein naar Nieuweschans. Bij mij thuis was het behoorlijk koud en mistig, maar in stad Groningen was het helder en bewolkt, totdat de zon voorbij Hoogezand-Sappemeer weer volop scheen.
Ik weet vlak ten oosten van Winschoten een graansilo staan met een indrukwekkende voorgevel, bouwjaar 1922. Let op de details met spitse nissen en ruitvormige ramen. Het is op zich zowat een industrieel monument. De foto heb ik trouwens bij de terugreis genomen.
Bij het station van Nieuweschans staat de laatste locomotievenloods, waarvan de draaischijf nog onder de grond moet liggen. Er tegenover een plompe vierkante graansilo, die zo te zien nu niet meer in gebruik is. Hét herkenningspunt van Nieuweschans in een saai landschap. Of dit bouwsel mooi of lelijk is, moeten jullie maar zelf oordelen.
De brug boven het kanaal naar Nieuw-Statenzijl over en dan linksaf de Europaweg in. Kort daarna is er een klein klapbruggetje over een sloot die de Duitse grens markeert. Géén meter de grens over of er gaat een NL-bordje achterop mijn fiets, een vaste gewoonte die ik al sinds 1973 hanteer. Ik zag verderop een molenrestant, die volgens de kaart in de Charlottenpolder staat. Het toeristische fietspad naar Bunde loopt langs de spoorlijn naar Leer.
In Bunde aangekomen (11.40 uur) ging ik iets kopen en vanuit de vijf kerken in het dorp klonk klokgelui dat tot 12.10 uur duurde. Geen idee waarom het zo lang duurde. Het klokgeluid heb ik met mijn digitale camera opgenomen. Een molenrestant aan de Mühlenweg naar Ditzum gefotografeerd. Heel apart zijn de boognissen in de veldmuren, zoiets als de Beatrixmolen in Winssen.
Bij de draaiende Huisinga’s Mühle aangekomen, deed de molenaar zojuist de deur op slot. Ik liep achter hem aan, maar de openingstijden waren hier strikt, geen uitzondering voor andere molenliefhebbers. Helaas. En terwijl de molen gewoon doordraaide! Ongehoord, zonder toezicht! Jammer is de karakteristieke, smalle en hoge aanbouw aan de rechterkant inmiddels afgebroken. Na een paar foto’s nemen verder fietsen naar Möhlenwarf waar een (woon)molen staat. De zon scheen zo krachtig dat ik later rode armen van kreeg.
In Weener zou ik de plaats waar de Sterrenberg tot 1976 heeft gestaan wel eens willen zien. Door eenvoudig „alte Mühle Weener” te googlen, kwam ik zo erachter dat er zelfs twee molens dicht bij elkaar bij de kop van de haven hebben gestaan. Een huis met hoge dak bij de molen van Sterrenberg op de luchtfoto kon ik als referentiepunt gebruiken en dit huis bleek nog te bestaan. Aan de Norderstraße 69 heb ik de plaats van de (zuidelijke) molen van Sterrenberg gevonden. Is Weener een interessant stadje met talrijke historische panden, ligt hier een spuuglelijke parkeerplaats voor vrachtwagens! Hier realiseerde ik me pas goed dat deze molen eigenlijk niet uit Weener verhuisd had moeten worden (excuses). Doodzonde, twee molens zo dicht bij elkaar vanaf het water gezien moet het een prachtig gezicht zijn geweest, à la Weesp of Winsum (Gr.)! De noordelijke molen heeft nooit een windroos gehad. Wanneer die is verdwenen, weet ik nog niet.
Net buiten Weener ligt een fraaie spoorbrug die ik ook wilde fotograferen. Het is een zogenaamde Rollbahnbrücke, gebouwd in 1926. Er is ook een fietspad aanwezig. Voor het laten passeren van de nieuwe oceaanreuzen uit Meyer Werft wordt echter een middenstuk uit de brug middels drijvende bokken gehesen, waarvan men de groene hulpstukken bovenop de brug goed kunt zien.
De fietstocht ging verder langs de dijk van de Ems naar Papenburg, de betonnen boogbrug over en het fietspad loopt rakelings langs Meyer Werft. Nog nooit heb ik enorme schuifdeuren gezien, zeker 60 meter hoog.
De stad Papenburg ligt in het noordelijke Emsland en direct tegen Ost-Friesland aan. Veel herinnert hier aan de tijd van de turfwinning en de scheepvaart. 40 kilometer kanalen met romantische klap- en draaibruggen en voor anker liggende schepen verlenen Papenburg een heel bijzondere charme. Historische gebouwen, goed onderhouden en liefdevol gerestaureerd, sieren het straatbeeld. Na wat zoeken vond ik de Meyers Mühle, die opengesteld was. De beschrijving van mijn bezoek staan bij de fototeksten vermeld. Volgens het blad „Molenwereld” zou er een motoraandrijving in het kruiwerk zitten. Ik kocht hier twee „ofenfrische Broten” voor thuis, ze ruiken echt heerlijk! Alleen de eerste vier dagen van iedere maand zijn ze verkrijgbaar.
Daarna gefietst door het gezellige centrum en na een knik van het kanaal vond ik de rechtsomdraaiende Thuiner Bockwindmühle. Ook kom ik hier bepaalde rariteiten tegen, zoals de veel te hoge kruipalen, de simpele zetel, de wielen onder de trap (op kasseien!). Hier zou I.J. de Kramer een hartaanval van krijgen…. Ik heb op zich niets tegen andersom draaiende molens, in Minden-Lübbecke bijvoorbeeld staan er zelfs twee rechtsomdraaiende standerdmolens.
Vanuit een telefooncel naar m’n vrouw gebeld dat het goed met me ging, maar zij zat achteraf gebleken in de tuin (wij hebben n.l. een vast bakelieten telefoon met draaischijf). Het werd stilaan tijd om terug naar Nieuweschans te fietsen, via Stapelmoor. Wegens tijdgebrek moest ik de molens van Völlenerfehn en Mitling-Mark helaas rechts laten liggen. Vanaf Papenburg kwamen de wolken opzetten en ging de wind naar NW ruimen, dus vol tegen! Al met al is het anderhalf uur naar Nieuweschans, inclusief een picknick (mijn maag moest ook wat) en foto’s maken van de Zandeweer-achtige kerktoren, het oude steenhuis uit 1429 en de molen van Stapelmoor. In Bunde draaide de Huisinga's Mühle nog steeds met gesloten deur, maar nu uit het NW. De ruitvormige versieringen op het voorkeuvelens zijn dan zichtbaar. Totaal 75 kilometer en 150 meter heb ik gefietst, heel voldaan en roodverbrand thuis gekomen! Veel kijkplezier!
http://www.mijnalbum.nl/Album=PPLHQZDF