Goedendag,
Het is alweer even geleden dat ik iets te melden had maar dat is veroorzaakt door mijn vakantie naar o.a. Sicilië. Op 16 mei vertrokken we met mijn ‘zwerfbus” voor een rondje over dit mooie eiland en ook enige dorpjes als Rome, Siena, Firenze, Pisa en Lucca zouden wij op de terugweg met een bezoek vereren. Zo op het oog heeft dat allemaal niets met molens te maken en mijn reisgenote had dan ook niet door dat ik stiekempjes een dubbele agenda had. Het was echter mijn wens om de windmolens die op de zoutpannen bij Trapani en Marsala staan eens goed te bekijken en dan is een rondreis in deze contreien een aardige en geldige aanleiding.
Een klein deceptie zou het worden maar dat bleek pas na de pranzo op maandag 25 mei. In een soort wegrestaurantje in de uiterwaarden van Paceco genoten wij van een Italiaanse maaltijd/lunch. Een bordje spaghetti en daarna een stukje vlees en/of vis met sla, brood en een glaassie wijn. Daarna nog een parfait die wel 5 minuten nodig had om enigszins te ontdooien zo werd ons verzekerd. Na een minuut of 10 ben ik maar gaan “hakken” want het ding blééf hard. Nog koffie tot besluit en toen moesten wij wel even 21,40 Neuroses overleggen. Wat je noemt een koopje. Meteen een tip voor anderen, neem een “Quick Lunch” of “Snackbar” (mooi Italiaans) onderweg. De gewone Siciliaan doet dat ook en dat is altijd een goed teken. Lage (normale) prijzen, goede kwaliteit en een ouderwetse service.
Rijdend naar het Museo delle Saline bij Trapani bleek al dat niet één molen nog intact is. Het is één groot slagveld waar Don Quichotte zich best in thuis zou voelen. Soms waren ze nog nauwelijks herkenbaar als molen en onze Don zou deze zeker niet meer aanvallen. In het museum slechts wat tekeningen en losse onderdelen die hier en daar wel herkenbaar waren. Bovenas en –wiel, schijfloop, conische wielen, de schroef van Archimedes, windpeluw en zo nog wat tierelantijnen. De techniek is wel duidelijk. Steenspillen en molenstenen, vaak twee koppels maalstenen, voor de zoutmolens. De museummolen is zelf ook niet toegankelijk. Waarschijnlijk een puinhoop binnen. Er wordt nog steeds zout gewonnen maar men gebruikt elektromotoren en zgn. vuilwaterpompen. Van “gratis” windenergie wordt helemaal geen gebruik meer gemaakt.
Volgens een molenaar op deze zoutpannen moeten er bij Marsala nog twee werkende molens zijn. Naar hij meldde een watermolen om het zeewater in de bekkens te pompen en een zoutmolen voor het grof malen van de zoutbrokken. De man vond het niet erg dat ik het terrein op was gegaan en zelfs in een van de molens was gekropen om wat plaatjes te schieten. Daarna moesten we wel weg want het terrein ging op slot.
De techniek van de zoutwinning is redelijk eenvoudig. Eerst wordt er zeewater in het een zeer groot en ondiepe “pan” gepompt. Dit gebeurde vroeger met de windmolens die voorzien waren van een pomp of vijzel. Amerikaanse windmotoren zijn hier ook voor gebruikt. De zon en de wind doen daarna hun werk waarbij de concentratie van de zouten toeneemt.
Het Soortelijk Gewicht van het zoute water in deze pan wordt gemeten met een zgn. Areometer. Hier moet nog geen kristallisatie optreden. Dan wordt het (dikkere )water naar een volgend, kleiner bassin gepompt en daar wordt nog meer water verdampt en wordt het water nog “dikker”. Pas in de laatste bassins komt het tot volledige kristallisatie en neerslag. Daarna wordt het zout opgeschept en met een transportband op grote hopen gestort. Deze hopen worden afgedekt met dakpannen, want anders ben je na een stortbui van je zout af.
De volgende dag, dinsdag 26 mei, tuften we naar Marsala een beetje met de moed in de schoenen. Dat bleek niet helemaal nodig te zijn.
Het museum hier is beter ingericht dan bij Trapani. De museummolen is ook behoorlijk gerestaureerd en goed toegankelijk voor publiek. Jammer dat er geen mensen/molenaars aanwezig waren om die om technische uitleg te vragen. In tegenstelling tot wat de molenaar/zoutschepper gisteren beweerde (maar mogelijk schiet mijn Steenkolenitaliaans hier tekort), hebben ook hier de molens geen functie meer. Zelfs niet voor de show. Er staan twee molens in de zoutpannen die intact lijken maar dat zijn ze niet. Het zijn beeldjes voor de fototoerist, Maar hiermee wordt in ieder geval een poging gedaan om het beeld in stand te houden. Het staat vol met allerlei molenrestanten maar het lijkt allemaal ten dode opgeschreven.
Allemaal erg jammer. Blijkbaar zijn er geen mensen met interesse en vooral geld om hier iets aan of mee te doen. De museummolen ziet er erg goed uit. Je kunt er van boven naar beneden helemaal doorheen. Vanaf de stelling heb je ook een goed zicht op de zoutpannen. De bouw van het gevlucht is van dichtbij ook wel opvallend. Af en toe is het binnen wat krapjes om goed foto`s te maken maar dat is toch aardig gelukt. De techniek is in principe niet anders dan hier. De molens zijn wel aanmerkelijk kleiner en zitten vrij simpel in elkaar. Bij de foto`s staat het nodige commentaar en aangezien een plaatje meer zegt dan duizend woorden zal het allemaal wel duidelijk zijn.
Ik kreeg uiteraard geen uitleg van de dames hoe er gekrooien diende te worden. Ik neem aan dat men een grote houten staak of balk gebruikte om aan de buitenzijde in de houten constructie te haken die buiten de kap over het molenlichaam steekt. Binnen moeten de kettingen los en vervolgens kan met mankracht de zaak worden verdraaid. De kap ligt rechtstreeks op de kruivloer met alleen vet ertussen en wordt opgesloten door een gemetselde “keerkuip”. Ik neem aan dat hier nog wel iets van hout tussen zit, maar dat heb ik niet kunnen zien.
De vang is ook wel bijzonder. Een grote ronde “bus” om de “koningsspil” waaromheen een dik touw met drie slagen gewonden zit. Aan de binnenzijde is het eind verankerd in de muur. Eén verdieping lager hangt via een katrol het andere eind. Trekken zorgt ervoor dat de “bus” als het ware gewurgd wordt en daarmee de molen gestopt. Dat zal bij deze kleine gevluchten goed hebben gewerkt. Of dat bij een “orgel” van een meter of 28 ook kan werken, lijkt mij een aardige vraag.
In deze museummolen konden we ook genieten van een dvd-voorstelling over de zoutwinning en de werking van het systeem met de molens. Dat is nu niet anders, zij het dat er elektromotoren worden gebruikt voor de pompinstallaties. Er is ook een flink aantal tekeningen en foto`s uit oude tijden aanwezig waarmee een redelijk beeld wordt verkregen van hoe het er ooit aan toeging. Voor het plakboek hebben we nog twee zakjes zoutbrokken gekocht. Wellicht gaat dat ooit in de molen.
Het werd door de vele molenruïnes niet bepaald het hoogtepunt van deze rondreis. Zo af en toe stond ik met tranen in mijn ogen maar dat kan ook van het zout zijn geweest. Toch waren het voor een mens die iets met molens heeft twee interessante uitstapjes.
De foto`s vind je als vanouds via de onderstaande links op Picasa.
Groetings,
Jan.
www.althofweb.nl
http://picasaweb.google.nl/Noordkaper04/WindmolensOpSicilie#