Ha Lolke,
Je laat zien dat de denkbeelden van Bazelmans helemaal niet vreemd zijn. In plaats van te reageren op details die van secundair belang zijn betreffende het uiterlijk, die Bart benoemde, sla jij de spijker op zijn kop door te stellen dat een door brand vernietigd historisch molenobject defintief verloren is gegaan.
Los van de vraag of je in een dergelijk geval nooit zou moeten of mogen reconstrueren, is de onomkeerbaarheid van het verlies een onbetwistbaar feit.
Zaken die Bart noemt, die het uiterlijk betreffen, kun je a.d.h. van archieffoto's en wellicht gemaakte tekeningen goed herstellen en betreffen onderdelen welke onmogelijk tot de historische kern (historische bouwmassa) van de molen behoren. Dergelijke onderdelen horen bij een nog bestaande historische molen uiteraard wel zoveel mogelijk conform de laatste gebruiksfase te zijn uitgevoerd (wat betreft materiaalgebruik, bouwtechniek, details, kleurstelling, etc), maar zijn in ver weg de meeste gevallen al lang niet meer van “authentiek” materiaal dat stamt uit die gebruiksfase. Die onderdelen zijn derhalve reversibel.
Een verbrande historische molenromp is daarentegen, ook in situaties die zeer goed zouden zijn gedocumenteerd, onmogelijk te repliceren met al zijn historische bouw- en gebruikssporen, etc. Het is met historische artefacten niet "Veronica komt naar je toe deze zomer!"
Het gaat over het zijn versus het hebben.
NB:
Ik heb inmiddels ook het ooit door jou hier genoemde artikel van Geurt Brinkgreve "Monumenten- of documentenzorg?" gelezen. Dank voor de tip! Een zeer interessante man en dito artikel. Soms, vooral bij gebouwen die zijn ontworpen vanuit primair esthetische waarde, valt er heel wat voor te zeggen om een bepaalde vroegere situatie te prefereren boven een latere verminking.
Waar het bij historische moleninterieurs nu echter om gaat is juist de anatomie van hetgeen er is aan historisch materiaal. Dat is niet bedoeld om mooi te zijn, maar is ‘van binnen uit’ gemaakt vanuit de kennis en ervaring van de toenmalige molenmaker en/of molenaar. Puur functioneel en gemaakt vanuit de kennis en mogelijkheden die men toen had op die plek in die situatie. Niet repliceerbaar oftewel niet reversibel. Als dat wel zo was, hadden we helemaal geen monumentenzorg nodig.
Misschien was/is dat laatste wel de stille wens van mensen als Geurt Brinkgreve. Jammer genoeg maakt Geurt Brinkgreve het niet meer mee, dat zijn vroegere tegenstrevers van de RDMZ na inmiddels twee naamswijzigingen in een prachtig nieuw pand zitten en zich nu mogen buigen over een toekomst vol vragen. Zie: MoMo, kerksluitingen (twee per week, geloof ik), hoe krijgen we de gemiddelde Nederlander cultureel bewuster, etc. Deze vragen gaan ons als molenbeschermers trouwens ook aan, omdat de tijd voortgaat. De denkbeelden van en over de vrijwillig molenaar zijn eveneens aan verandering onderhevig.
Hartelijke groet, Frank