Het Duo BarPol zoekt de grens op
Woensdag 7 augustus zocht het Duo BarPol figuurlijk de grens op met een rit naar de omgeving van Denekamp in het uiterste oosten van de provincie Overijssel, vlak aan de grens met Duitsland. Het tweetal ging zelfs nog even over de grens!
Om circa 09.00 uur verscheen de Barmobiel voor de deur en konden we vertrekken. Het was maar goed dat ik nog snel even een kopje Senseo had gedronken, want de eerstvolgende stop was ruim twee uur rijden! Dat moest dan ook wel iets heel bijzonders zijn: de Enkings Mühle in Emsbüren, een kilometer of twintig de grens over in Duitsland. Ik had nog nooit van die plaats, laat staan de molen gehoord. Ik was dan ook erg nieuwsgierig. Bar zat zich al te verlekkeren aan de koffie met appeltaart die we daar in het bijbehorende cafeetje zouden bestellen. De reis verliep zelden zo voorspoedig.
Geen oponthoud, het weer werd gaandeweg aanmerkelijk beter en mooier en het was niet druk op de weg.
Bij De Lutte rijd je Duitsland binnen en ineens ziet alles er anders uit: het asfalt is ineens lichtgrijs, de turbines hebben rode strepen op de bladen en de bebouwing is ook verschillend van die in Nederland. In het vrolijke Emsbüren was het behoorlijk goed zoeken naar de plaatselijke molen. Het gebruikte navigatiesysteem werkt alleen in Nederland, dus moesten we afgaan op wat we hadden gezien op Google Earth. In het stadje zelf was niets van een molen waarneembaar, dus reden we Emsbüren uit in de verwachting het van afstand beter te kunnen zien. Ook nu zagen we geen spoor, dus besloten we het te vragen aan een toevallige voorbijgangster. In zijn beste Duits vroeg Bar waar we ‘die mühle’ konden vinden. Die bleek dus nog een eindje buiten het plaatsje zelf te staan. Na wat zoeken zagen we iets in de verte staan dat op een molen leek.
Aan de rand van een buitenwijk staat-ie daar: de Enkings Mühle, gebouwd in 1802 op de plaats van een standerdmolen. Het is een ronde stenen stellingmolen met zelfkruiing en een Oud-Hollands wiekenkruis bestaande uit houten borstroeden met hekken en zeilen. De molen heeft er tientallen jaren als kale romp bijgestaan, maar in 2002 werd deze volledig gerestaureerd. Daar is het vermoedelijk ook bij gebleven want wat we aantroffen stemde ons treurig: niet alleen was het cafeetje naast de molen gesloten (geen koffie en geen appeltaart), nog veel erger is dat de staat van onderhoud alweer slecht is. De windroos ontbreekt, de zeilen hangen erbij als een stel gescheurde vodden, het houtwerk is verveloos en de windborden zijn hier en daar verrot. Het enige frivole was de Duitse vlag in het boveneind…. Heel jammer allemaal.
In het stadje konden we geen terrasje vinden waar we koffie konden drinken, dus reden we snel terug naar Nederland en namen maar meteen het middageten tot ons in Denekamp. De naam van de zaak klinkt menigeen bekend in de oren: Concordia! Het is zeker een adres om goed te onthouden.
In Denekamp staan twee korenmolens: de achtkante grondzeiler de Sint-Nicolaasmolen en de Borgelinkmolen, een achtkante stellingmolen. De eerste staat zowat helemaal ingebouwd en is erg moeilijk te fotograferen. Het wiekenkruis stond in de rouw. De fokwieken met regelborden zijn relatief smal. Achterop de kap staat een leuk windwijzertje in de vorm van een Sinterklaas op zijn paard. De staat van onderhoud lijkt zo te zien prima.
Een klein stukje verderop staat de Borgelinkmolen die in 2001 werd gerestaureerd van restant tot maalvaardige molen.
Hij staat aan de rand van Denekamp aan een redelijk drukke uitvalsweg. Ook hier is het wiekenkruis voorzien van fokken met regelborden. In de stenen onderbouw is een behoorlijk grote stichtingssteen aanwezig. Het is een erg fraaie molen. Ook de staat van onderhoud is uitstekend, zo op het eerste gezicht te beoordelen.
Op weg naar de volgende stop zagen we een wel heel opvallend obstakel in het landschap staan. Het leek uit de verte op een soort mega-ei. Dichterbij gekomen bleek het om de sterrenwacht van Tilligte te gaan. We stopten even op de parkeerplaats om er een plaatje van te schieten.
De molen van Tillgte, de Westerveld Möl, staat op een steenworp afstand van de sterrenwacht. Stond die ook al in de rouw? Toen we dichterbij kwamen zagen we dat de molen met vier volle op de vang stond. Het is een achtkante beltmolen met een belachelijk hoog bos op korte afstand dat boven de kap uitkomt. Een minuut of vijf later werd de molen opgetrokken en langzaam kwam het wiekenkruis ietwat in beweging. Erg veel wind was er zeker niet. De molenaar van middelbare leeftijd gaf het gevlucht een zetje in de goede richting en vervolgens ontstond er zowaar een matig gangetje in de draaisnelheid. Je vraagt je af hoe het kan draaien met zo’n muur van bomen achter z’n gat. Het wordt saai, maar ook hier wordt de boel goed onderhouden.
Een paar kilometer verderop staat in Lattrop de achtkante stellingmolen de Oortmanmolen. Dit is ook weer een molen die werd gecompleteerd tot maalvaardige korenmolen na jarenlang een wrak te zijn geweest. De omgeving is niet erg oorspronkelijk te noemen door de ligging aan een straatje in een woonwijk en de aanwezigheid van een speeltuintje met speeltoestellen in schreeuwende kleuren. De molen zelf heeft iets Fries over zich. De stellingschoren lopen ver door naar beneden. Ook hier hebben de molenaars het ‘erdoorheen zetten’ ontdekt. Wat daar nu de gedachte achter is, ik weet het niet. Het zal toch niet eenvoudig zijn een zeil op te rollen en te klampen in deze situatie.
Geheel iets anders was de volgende molen, de Molen van Oude Hengel in Ootmarsum. Dwars door een verschrikkelijk mooi stukje Nederland reden we naar het schilderachtige dorpje. Je wordt in dit gebied onderweg doodgegooid met allerhande eethuisjes en pannenkoekenrestaurantjes. Werkelijk op iedere hoek van een weg is wel iets te vinden.
Hoe anders is dit in pakweg de kop van Noord-Holland en sommige delen van Zeeland!
Bij de Molen van Oude Hengel moet men niet denken aan een hengelsportzaak. Het is slechts de naam van de eigenaar/molenaar. De ronde stenen stellingmolen is extreem lastig te fotograferen vanwege de omliggende nieuwbouwhuizen – hier en daar nog in aanbouw - op zeer korte afstand. Ik had een dijkje gezien waarvan ik dacht dat ik daarvandaan een foto kon maken, ware het niet dat het met hekken en schrikdraden was afgebakend. De molen zelf staat er gelukkig weer uitstekend bij. Daarna was het flink zoeken naar het restant van de Stadsmolen, in 1927 onttakeld.
Het navigatiesysteem was de kluts helemaal kwijt, maar uiteindelijk kwamen we op de plaats van bestemming. Terwijl Bar een foto maakte van het overblijfsel, zoomde ik in op het sierlijke kerktorentje van Ootmarsum. Net buiten de plaats staat een opvallend stenen bouwwerk. Het lijkt een soort donjon, maar de steensoort is absoluut niet uit de middeleeuwen.
Het lijkt eerder afkomstig uit de twintigste eeuw. Wat nog interessanter is, is het schitterende uitzicht op het glooiende landschap achter de “donjon”.
Bij Fleringen werden we serieus het bos ingestuurd. Volgens een bord zouden ons zeven drempels te wachten staan. En zo geschiedde… Er zou ergens aan het bospad een watermolen moeten staan volgens Bar. En warempel, vlak vóór een groot landhuis zagen we een klein stenen bouwsel aan een vijver, Molen Herinckhave. Deze watergedreven korenmolen met waterrad zou in 1521 zijn gebouwd. In de vijver zag ik een peperdure koikarper zwemmen. Er zit dus nog best wat geld daar in het oosten van het land!
Bijzonder fraai gelegen in Fleringen is ook de Molen van Frielink, vroeger beter bekend als de Grobbemolen. Dit is een heel typisch gebouwde ronde stenen grondzeiler op een hoge kunstmatige heuvel. De molen is van vele kanten mooi te fotograferen. De roeden gaan rakelings langs de stenen romp. Aan de staart zit een hulpmotor voor het kruien.
We reden een klein stukje terug om in Reutum de achtkante stellingmolen De Vier Winden te bekijken. Deze slanke korenmolen heeft een verbusseld wiekenkruis. De ligging vlak bij de toegang tot een drukbezochte camping is niet erg rustiek te noemen. De staat van onderhoud is wederom keurig.
De laatste molen op het programma was de Saoseler Möl in Saasveld. Deze halfgepleisterde ronde stenen korenmolen is een ware ramp voor een fotograaf. Alleen vanaf het bospad kun je nog enigszins een aardige foto maken. Daarmee is ook het grote probleem van de molen gezegd: hij wordt bijna omringd door hoge bomen op zeer korte afstand. Door de ligging aan een grasveldje heeft het wiekenkruis nog enige windvang. Omdat ook hier weer een (minuscuul) bordje ‘privé-terrein’ stond liep ik maar een heel klein stukje het veldje op om in ieder geval de baard te kunnen fotograferen. Ik verwachtte ieder moment een aanstormende kenau, maar dat bleef nu eens een keer achterwege. Naast het pad ligt een oude, gebroken bovenas. De staat van onderhoud is redelijk. Het geheel blinkt je niet tegemoet, maar dat kan eigenlijk moeilijk anders met zoveel bomen rondom.
De lucht trok dicht, de zon verdween langzaam achter de wolken en het was voor ons ook mooi geweest voor deze dag.
Op de terugweg zagen we de Bolwerksmolen met het silhouet van de prachtige stad Deventer. Deze houtzaagmolen heeft nog veel werk te verzetten als je de directe omgeving ziet! Enkele kilometers verder naar het westen staat langs de snelweg de Overijsselse omgekeerde emmer, de Wilpermolen. Het was inmiddels gaan regenen dus was het de moeite niet er een foto van te maken.
Bij AC in Bodegraven hadden we een meer dan uitstekend diner. Ook dit is weer een adres om te onthouden. Het resultaat van de dag: prima weersomstandigheden, een meer dan prachtig landschap en een berg foto’s van molens waar ik nooit eerder was geweest.
Namens het Duo BarPol,
Rob Pols