molentoekomst (discussiestuk)

  • Charles Stokman

    In het blad “Molens” nr.115 en ook op de website van DHM wordt een start gemaakt met dit onderwerp.

    Kort gezegd komt de vraag naar voren: hoe ziet het molenbehoud eruit over pakweg 20 jaar.

    Feit is dat de wijze van molenbehoud zoals we dat in de afgelopen 40 jaar gekend hebben, om verschillende reden herzien moet worden. Er is eigenlijk al een voorzet gegeven door het RCE met hun gewijzigde zienswijze m.b.t. molenbehoud. Maar feitelijk zijn er veel meer zaken die een rol spelen. Was het in de voorbije jaren heel gebruikelijk om subsidie te ontvangen voor restauratie en onderhoud, waarna men ‘slechts’ het ontbrekende financiele deel moest zien bijeen te schrapen, nu zijn de zaken omgekeerd. In het genoemde discussiestuk verlangt men van de eigenaar een financiele prestatie welke eventueel beloond kan worden met een subsidie waarvan het bedrag onzeker is.

    Het is dan ook welhaast onvermijdelijk dat er een andere invulling gegeven wordt aan molenbehoud dan we tot nu toe gewoon zijn.

    Er loopt reeds een thread op dit prikbord over her- en nevenbestemming van molens. Dat komt ook in dit discussiestuk aan de orde.

    Ik heb zo mijn vermoedens dat er een splitsing komt in het molenveld.

    Mensen van het oude stempel die vinden dat we de molens zoveel mogelijk in authentieke staat dienen te behouden, zonder aanpassingen van welke aard dan ook.

    Mensen die van mening zijn dat molenbehoud een modernisering nodig heeft en geen of weinig moeite hebben om de klassieke molens een hedendaagse bestemming te geven die past in de huidige tijdgeest.

    Persoonlijk reken ik mijzelf tot de eerste categorie, maar besef tevens dat dit geen houdbare zaak is.

    Al was het maar vanwege het simpele feit dat instandhouding nu eenmaal veel geld kost en de overheid aanzienlijk minder subsidies geeft.

    Daarnaast is de samenleving sterk aan het veranderen en wordt de groep “nieuwe nederlanders” steeds groter. Mensen wiens roots veelal buiten Europa liggen en ook heel anders aankijken tegen cultuur en monumentenzorg. Feit is dat de immigranten nauwelijks belangstelling hebben voor ons nationaal erfgoed, in vergelijking met ons.

    Verder is de vergrijzing in hoog tempo aan het toenemen waardoor de vraag onstaat:

    zijn er over pakweg 20 jaar wel voldoende gediplomeerde molenaars?

    zijn er over pakweg 20 jaar nog wel gespecialiseerde vakbekwame molenmakers?

    Wat verstaat men over 20 jaar nog onder “molen”? Een peperbus met wieken? Of een geheel bedrijfsvaardige molen?

    Op de DHM website staat nu een wel erg simpele stelling over wie het molenbehoud zou moeten betalen. Er zijn slechts twee opties mogelijk.

    Ik heb gekozen dat de samenleving het molenbehoud zou moeten betalen. Waarom deze keuze van mij?

    De overheid is in de voorbije 40 jaar zeer royaal geweest met subsidies en draaipremieregelingen waardoor veruit de meeste molens in goede staat verkeren. Inderdaad een goed punt om nu te zeggen tegen de samenleving: wij hebben onze taak vervuld en het is nu aan jullie om de molens in deze staat te blijven houden. Kortom, de samenleving mag (nee, moet) nu laten zien hoeveel men over heeft voor molenbehoud. Daaruit spreekt dan vanzelf de waarde die molens vormen voor onze samenleving.

  • Rob Pols

    Ik mag toch hopen dat de in het blad van De Hollandsche Molen onder het kopje “Her- en nevenbestemming” geplaatste opmerking: ‘Een sportschool of casino in een molen, waarom niet?’ chargerend is bedoeld. Zo niet: hoe draai je de authentieke sfeer de nek om? In het centrum van Vlaardingen staat de monumentale Visbank uit 1778. Nadat er onder andere een VVV-kantoor en een bloemenzaak in hebben gezeten, is er nu een ultramoderne Italiaanse ijszaak in gevestigd. Het ijs is er voortreffelijk, maar van het oorspronkelijke interieur is geen spoor meer te vinden. Moeten we dat ook willen met onze molens?

    Het is een prima voornemen om te zorgen voor een goede windvang en molenomgeving, want als je een rondje rijdt door Nederland schrik je je rot van de achteruitgang van de biotopen in vergelijking met tien jaar geleden, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Ik vraag me af hoe men dat wil gaan bereiken in samenwerking met de instanties en wat dit daadwerkelijk op gaat leveren voor de molens. Ik weet inmiddels uit ervaring dat het vechten tegen de bierkaai is.

    Rob P.

  • Arie Hoek

    Daar ben ik nog niet zo zeker van Rob en eerlijk gezegd wordt ik goed ziek van dat liberale gezwets in de bv. Nederland.

    Dankzij onze liberaal Thorbecke werd in de 19e de jacht geopend op onze Hollandsche windmolen, met overdonderd succes overig.

    Blijkbaar moet geschiedenis zich herhalen.

    Mijn dochter speelt al jaren met veel plezier in een fanfare, je wil niet weten hoe hier door gemeenten in is bezuinigd, en wat te denken van zwembaden, ballet, sport.

    Natuurlijk, het kost geld, maar mag het?

    Het hele leven kost geld, en ik heb er geen enkele moeite mee om belasting te betalen voor zaken die wat vreugde geven in het menselijk bestaan.

    Blijkbaar moeten alle elementen die wat vreugde in het menselijk bestaan geven worden verzakelijkt, alsof het realisaties is om een spinnekopmolen in de middle of nowhere tot bed en breakfast te maken.

    Met je voeten gratis in de open lucht en een rat die knabbelt aan je tenen, dit voor eenwording met de natuurlijke elementen.

    Of wat te denken van een wipmolen waar de flessen champagne tegen de veldmuren worden stukgegooid , geen grapje!

    Leuk hoor, zo'n molen ingericht als ontvangstcentrum, over de rest zal ik maar zwijgen.

    Enfin, ik heb de laatste "molens' ook gelezen, en als dit de weg is die we moeten gaan bewandelen, prima, maar dan zonder Arie Hoek.

    Ik vrees dat een 50 jarig lidmaatschap tussen de fam. Hoek en Hollandsche molen ernstig op tocht staat.

    Arie.

  • Leo Middelkoop

    Heeft Leo die laatste twee regels al gelezen?

    Groet,

    andere Leo

    (van de Database).

  • Leo Endedijk

    Molentoekomst gaat, Charles noemde het al, over de vraag hoe over een aantal jaren het molenbehoud eruit gaat zien. En wat we dus moeten doen om ons daarop voor te bereiden. Voorbeeld: we weten dat er weliswaar nu nog genoeg vrijwillige molenaars zijn, maar over 10 jaar is dat niet meer het geval. Hoe steekt dat precies in elkaar. Wat moeten we doen om mensen blijvend te interesseren voor het mooi molenaarsvak. Dat vergt discussie, onderzoek, overleg, etc. Een deelonderwerp van Molentoekomst dat we samen met het Gilde oppakken.

    Bij her- en nevenbestemming (een ander deelonderwerp) gaat het om de mogelijkheden en onmogelijkheden. Laat duidelijk zijn dat uitgangspunt van De Hollandsche Molen is dat een andere bestemming niet strijdig mag zijn met de molen als historisch werktuig. En bij hoeveel molens zijn er überhaupt mogelijkheden voor nevenbestemming. Terecht merkt Arie op dat je in een spinnekop moeilijk een bed and breakfast kunt maken! Een deze week aangestelde onderzoekster gaat dan ook de bestemmingsmogelijkheden vergelijken met ons molenbestand. Om ook vast te stellen bij hoeveel molens er domweg gewoon niet de vierkante meters zijn om iets te doen.

    Soms moet je zaken eerst scherp maken voordat je tot een mening komt. Wat er op de website staat en in het blad Molens moet in dat kader gezien worden. In het verenigingsblad geven twee mensen een mening over een stelling. Het is dus niet de mening van De Hollandsche Molen, maar die van Eric Zwijnenberg en Erica Happe. Ook de stelling op internet is bewust wat scherp (anderen zullen het simpel noemen) geformuleerd, zodat er wat te kiezen valt.

    Twee zaken zijn bij het project van belang: uitgaan van wat bereikt is (en dus niet opnieuw het wiel uitvinden). En ten tweede iedereen erbij betrekken en voorkomen dat er een schisma ontstaat, als bijvoorbeeld door Charles genoemd. Iedereen is van harte welkom mee te denken, te praten en actief mee te doen. Er is dus echt geen aanleiding lidmaatschappen te gaan heroverwegen of deze op de tocht te zetten. Lid worden van de moedervereniging mag natuurlijk altijd, als men dat nog niet is. Het is geen verplichting om mee te doen, maar het praat altijd net even iets makkelijker.

    Leo Endedijk

  • Arie Hoek

    Waarom heb ik hier zo'n onbestemd gevoel over, is het omdat ik volgens mij al eens hier wat over heb gelezen in de handleiding van de RCE “een toekomst voor molens”(blz 41)

    De hele discussie bij de Hollandsche molen komt op mij een beetje over als mosterd na de maaltijd, omdat dit beleid van herbestemming al uitgevoerd wordt. (denk aan Beers, momenteel waterradmolen Winterswijk)

    De molengeschiedenis leert dat de meeste herbestemmingen vaak ongelukkig zijn uitgepakt.(Cadzand, Nieuwvliet, de Blokweersche wipmolen in Kinderdijk, Reek om maar is wat te noemen.

    In dit soort onderwerpen geloof ik dat dit soort discussies iets minder onschuldig zijn als wat ze lijken, ik denk aan de recente posting van “molenvriend” .

    Lees blz.40 van de nieuwe molenbijbel. (maalintensiteit)

    We moeten over naar een nieuw molengeloof, alleen het gaat er bij deze molencalvinist niet erg in.

    Ik mis de bredere context in dit nieuwe geloof.

    Arie.

  • Lolke Rang

    Het lijkt me hier al weer net zo'n vertoning te worden als indertijd met die ‘discussie’ over het ‘nieuwe molenbeleid’: wij totaal machteloze molenliefhebbers mogen binnen en buiten De Hollandsche Molen open en vrijelijk over dit onderwerp discussiëren en op de meest fraaie wijze onze denkbeelden verwoorden, aan elkaar uitleggen en tegenover elkaar verdedigen, terwijl diegenen die echt de macht hebben en de werkelijke beslissingen nemen daarbij vertederd toekijken, mogelijk uit de standpunten en de discussies dat uitpikken wat in hun kraam te pas komt en gewoon en onverstoorbaar precies blijven doen wat ze al van plan waren. Kortom: terwijl zij volstrekt maling hebben aan de discussie, de discussiedeelnemers en hun ideeën.

    De ‘discussie’ over het ‘nieuwe molenbeleid’ heeft op geen enkele wijze ook maar iets kunnen veranderen aan het gewoon gegeven feit dat ‘de monumentenzorg’ voortaan in principe zal weigeren mee te werken aan completering (en verhoging en verplaatsing), zodat naast vele andere toekomstige gevallen bijvoorbeeld Oosteind, Princenhage en Schuddebeurs wel rompen zullen blijven. De komende ‘discussie’ over het toekomstige molenbehoud zal op geen enkele wijze ook maar iets kunnen veranderen aan het gewoon gegeven feit dat ‘de monumentenzorg’ voortaan in principe niet meer zal weigeren mee te werken aan herbestemming, zodat naast vele andere toekomstige gevallen bijvoorbeeld Beers, Winterswijk en Schuddebeurs wel afgeschreven kunnen worden als molens.

    En ook al worden er allerlei prachtige, pretentieuze en ‘eigentijdse’ theorieën (en mogelijk zelfs ‘de uitkomst van de discussie’!) omheen gedrapeerd om ze een totaal vals aureool van respectabiliteit te verlenen, beide beleidswijzigingen hebben in werkelijkheid maar één echte achtergrond: de doodordinaire, meest platte reden, namelijk GELD! Als we daar echt iets aan willen veranderen moet dat niet via een volkomen vrijblijvende en geen enkele invloed hebbende discussie binnen de molenwereld, maar via keihard lobbywerk op hoog politiek niveau, daar waar de werkelijke macht zit. Ik heb er, ook gezien het verloop en de uitkomst van de ‘strijd’ rond het ‘nieuwe molenbeleid’, echter zo mijn twijfels over of de molenwereld, c.q. De Hollandsche Molen, daar werkelijk toe in staat is. Het enige wat ons molenliefhebbers dan nog rest is om noodgedwongen aan de basis, in de individuele molengevallen, te strijden voor wat wij daar de juiste aanpak en de juiste oplossing vinden.

  • Arie Hoek

    Ik vrees dat je zo maar gelijk hebt, Lolke, zo ervaar ik ook dit soort discussies, een illusie.

    Dat gevoel heb ik ook heel sterk bij de pensioendiscussie: de B.V Nederland bereikt een hogere leeftijd. O, ja? de kindersterfte is in Nederland sterk teruggedrongen, dat klopt, maar of we nu allemaal met allen ouder worden?

    In de ca.4000 namen ( 1870 /1920) die ik van de begraafplaatsen in mijn woonplaats heb zitten uitwerken kan ik het er niet zo gauw uithalen.

    Mijn nuchtere conclusie is; wie de media beheerst, beheerst de massa.

    Wat mij trouwens bevreemd is dat de lieden die werkelijk iets in de melk te brokkelen hebben, zoals restauratiearchitecten angstvallig buiten schot blijven.

    Nog vreemder wordt het als je beseft dat ik het woord gemeentelijke monumentencommissie nog nooit heb horen vallen.

    uiteindelijk wordt o.a binnen dat veld het resultaat gecreëerd, niet door een molenaar.

    De molenaar komt in dit plaatje helemaal niet voor.

    Arie.

  • Leo Endedijk

    De uitnodiging aan iedereen om mee te doen staat en is serieus. Maar dat blijft natuurlijk een eigen keuze. En de vraag of men bereid is in discussies ook naar elkaar te luisteren, met respect voor andere meningen, volhardend waar nodig en gericht op het bereiken van oplossingen.

    Om nog even op het laatste in te gaan: Lolke impliceert/suggereert dat we niet in staat zijn tot harde resultaten, in de zin van geld. De feiten:

    1. In 2007 werd er door De Hollandsche Molen, samen met diverse mensen bij de RCE en OC&W voor gezorgd dat het rijk 15 miljoen euro extra beschikbaar stelde voor molenrestauraties. Ook voor molenrompen overigens.

    2. De Hollandsche Molen zorgde er vervolgens voor dat culturele fondsen en de BankGiro Loterij dit aanvulden. Ook provincies deden een duit in het zakje.

    3. In totaal kwam er 25 tot 30 miljoen extra beschikbaar, waarmee ruim 250 molens gerestaureerd konden worden.

    4. Mede op initiatief van De Hollandsche Molen werd in de jaren daarna extra aandacht bij diverse instanties gerealiseerd voor molens. Zie hetgeen Bart Hoofs opmerkte over Noord-Brabant. Ook de uitzondering voor molens in de Brim is mede te danken aan onze vereniging.

    5. Etc.

    Ik vermeld dit niet uit borstklopperij, het zou schandalig zijn als De Hollandsche Molen niet de geboden kansen had gegrepen. Maar het toont wel aan dat we wat in de melk te brokkelen hebben. Dat we heel veel kracht en potentie hebben. Daar moeten we op verder gaan, uitgaande van die eigen kracht. Ik nodig nogmaals iedereen uit daaraan mee te doen.

    Leo Endedijk

  • Charles Stokman

    Leo Endedijk schreef:

    Laat duidelijk zijn dat uitgangspunt van De Hollandsche Molen is dat een andere bestemming niet strijdig mag zijn met de molen als historisch werktuig.

    Interessant, Wat verstaat de DHM onder historisch werktuig? Een compleet maalvaardige molen, wat mij logisch klinkt.

    Of vallen molens waar alleen nog een kruis of rad (watergedreven molens) aan hangt hier ook onder?

    Lolke Rang schreef:

    De ‘discussie’ over het ‘nieuwe molenbeleid’ heeft op geen enkele wijze ook maar iets kunnen veranderen aan het gewoon gegeven feit dat ‘de monumentenzorg’ voortaan in principe zal weigeren mee te werken aan completering (en verhoging en verplaatsing), zodat naast vele andere toekomstige gevallen bijvoorbeeld Oosteind, Princenhage en Schuddebeurs wel rompen zullen blijven.

    Wat betreft verhoging en completering kan ik me wel iets bij voorstellen, uitgaande van het huidige RCE-standpunt.

    Zeg maar conservering van de staat waarin de ‘molen’ zich momenteel bevind. Dat is iets anders dan wat wij als molenliefhebbers graag wensen.

    Over het punt van verplaatsen zie ik het anders. In geval van aanleg of verbreding van wegen, spoortrajecten e.d. kan het voorkomen dat een molen “in de weg” staat.

    Wat doen we? De weg eromheen leggen zodat de molen op z'n oorspronkelijke plek kan blijven staan of de molen verplaatsen? Ik dan dat dit een goede reden is voor verplaatsing.

    Evenzo met stedelijke uitbreidingen en aanleg bedrijvenparken. Moet de molen dan blijven staan of is het een goed idee voor verplaatsen?

    Er zijn al genoeg voorbeelden van molens die omgeven zijn door recente bebouwing waardoor ze amper wind vangen. Laat staan tot hun recht komen.

    Wat ik in elk geval niet meer snel zie gebeuren is wat in Heusden gedaan is in de zeventiger jaren.

    Dit vestingstadje werd destijds grootschalig gerestaureerd in historische toestand en daar werden toen een drietal nieuwe standermolens gebouwd “om het plaatje compleet te maken”.

    Ook al staan ze inderdaad op hun oorspronkelijke standplaatsen en zijn ze maalvaardig.