Beste Leo: al denk jij kennelijk van niet, ik weet heel goed dat De Hollandsche Molen achter de schermen op landelijk, provinciaal en plaatselijk niveau zeer veel doet / heeft gedaan en heeft bereikt voor molenrestauraties, zowel organisatorisch als financieel. Ik loop al lang genoeg mee om met verbazing en vreugde de mede aan het werk van DHM te danken huidige toestand te kunnen vergelijken met de rampzalige situatie van begin jaren 70. Voor wie die situatie wil leren kennen: raadpleeg de provinciale molenboeken uit die tijd maar eens, vooral die van Friesland en Noord-Brabant! Dat we nu niet alleen veel meer complete molens hebben dan toen, maar dat ook de algemene onderhoudstoestand zo enorm verbeterd is dat we zelfs momenteel het aanpakken van de laatste landelijke krepeergevallen mogen meemaken, is iets wat we toen niet hadden kunnen dromen, en waarbij DHM zeer zeker en volkomen terecht trots mag zijn op zijn grote aandeel in het bereiken ervan.
Maar dat is niet waar het om gaat en wat ik bedoelde in mijn vorige bijdrage. De genoemde door DHM geïnitieerde openbare discussies gingen en gaan over het BELEID van monumentenzorg, niet over de gevallen van molenbehoud zelf. Alle gevallen waarvoor DHM zich heeft ingespannen en waarbij zij succes heeft geboekt, konden slagen doordat ze voldoende in overeenstemming waren of zijn met het beleid van monumentenzorg, maar hoeveel werkelijke invloed heeft DHM via lobbywerk, en de molenliefhebbers in het algemeen via die discussies, nu kunnen uitoefenen op dat beleid van monumentenzorg ZELF? De RCE was en is onwrikbaar in zijn beleidswijziging om op geen enkele wijze meer mee te werken aan completeringen, verhogingen en verplaatsingen; noch DHM noch de discussiedeelnemers hebben hier ook maar iets aan kunnen veranderen. Met als gevolg dat projecten die niet met dat beleid in overeenstemming zijn, zoals bijvoorbeeld zeer vele plaatselijke completeringsplannen, voortaan meestal direct de prullenbak in kunnen, omdat de RCE, ook wanneer DHM zich er met volle inzet voor wil inspannen, PRINCIPIEEL medewerking aan dergelijke projecten zal blijven weigeren, waardoor nagenoeg al die plannen financieel onhaalbaar worden.
Ik vrees dat het bij de komende nieuwe beleidswijziging weer net zo zal gaan: DHM kan lobbyen wat ze wil, de molenliefhebbers kunnen discussiëren wat ze willen, maar de karavaan trekt verder: monumentenzorg blijft onverstoorbaar doorgaan op de weg om, om zuiver financiële redenen, zich niet meer, of in elk geval veel minder, te verzetten tegen herbestemmen als op die manier het behoud van een molen veel gemakkelijker en goedkoper geregeld kan worden. In een tijd waarin gemeenten vanwege het ‘zich beperken tot hun kerntaken’, dus bezuinigingen, massaal hun vroeger ter behoud aangekochte molens afstoten, zijn door die koers van de karavaan overal in den lande herhalingen van ‘Beers’ te vrezen: particulieren met een goed gevoel voor eigen belang zien hun kans schoon om, met de zegen van zowel de landelijke als de plaatselijke monumentenzorg, te poseren als behouders van molens terwijl ze zich ‘toevallig’ tegelijk verzekeren van een heel bijzondere woning of gebruiksruimte.
Nogmaals, hoeveel ‘kracht en potentie’ heeft De Hollandsche Molen nu WERKELIJK om deze ontwikkeling, deze beleidswijziging (die ondanks alle mooie praatjes net als het ‘nieuwe molenbeleid’ au fond niets anders is dan een bezuinigingsmaatregel en dus in essentie enkel met geld te maken heeft) echt tegen te houden? En wat kan een open en vrije discussie over dit onderwerp, waarin men bereid is ook naar elkaar te luisteren, met respect voor andere meningen, volhardend waar nodig en gericht op het bereiken van oplossingen, in dezen nu WERKELIJK aan concrete resultaten bereiken?