De as en de vijzel van de Hantumer molen smeer ik met een EP 4-vet (is een langdradig industrieel vet). Van vroeger weet ik het niet zeker maar vermoed dat de as en de vijzel ook toen met een industrieel vet gesmeerd zijn geworden. De hals en pen van de as zien er evenwel nog net zo uit - maar wel gladder - als toen de as van de draaibank kwam. De hals is geen enkel groefje in te zien en de achterkant van de pen is nog steeds helemaal vlak en glad. Ook het gebroken hoekje (overgang van de achterzijde naar de zijkant) heeft nog steeds dezelfde vorm als net vanaf de draaibank. Ondanks dat ik er door de jaren heen meer dan 6500 uren mee gemalen heb is de roestplek op de hals van 20 jaar liggen zoals hij lag nog heel goed te zien. Ook ligt de as nog op de halssteen die in 1880 op het windpeluw gelegd is.
De molen heeft, naar schatting, alles metelkaar een 100.000 uren gemalen. De steen is daardoor behoorlijk ingesleten. Desondanks kan die steen nog wel meer dan 100.000 uren mee, voor hij vanwege te veel slijtage, vervangen moet worden.
Wanneer reuzel goed gebruikt wordt heb ik er niets op tegen maar van de molens waarvan ik weet dat die altijd met reuzel gesmeerd zijn is de hals nogal gegroefd en de pen, bijna tot helemaal, een steenbreker geworden (achterzijde rond gesleten). Het nadeel van reuzel is voor mij dat de as altijd eerst iets warm moet worden voordat het goed smeert (met slijtage als gevolg) terwijl vet, ook bij (zeer) koud weer, direct goed smeert en je kunt het gemakkelijker dan reuzel over de hals en pen verdelen.