Op het smalle sluisbruggetje tegenover de molenaarswoning van de Westbroekse molen kwam ik een man tegen, die een papiertje in mijn handen heeft gedrukt en daarin staat een mooi gedichtje geschreven:

De Buitenwegse molen

Het hele Utrechts landschap treurt

Rondom de Vecht en Nedereindse vaart.

Om onze molen, zwartgeblakerd en verkleurd:

De polder Buitenweg ineens wat minder waard. 

Slot Zuylen huilt en treurt

Om een zichtlijn nu in zwart gekleurd

Een doorkijkje als in Delft en bij Vermeer

Is lang zo schilderachtig mooi niet meer.

Het meest getooid in rouw

Is in de polder en Oud Zuilen, één gebouw:

Want eenzaam bij de sluis verscholen

De Grote Westbroekse molen

Draaiend op de vleugels van de wind,

Maalt hij: „Ik mis mijn kleine vrind”.

En zolang dit prachtige landschap mist zijn Rijnlands Rood,

Voelt de Grote molen zich wat minder…. groot.

Maar, mooie woorden, Wind

Wat zijn ze waard

Hier aan de Nedereindse vaart

Als er niet in daden wordt gepind….

Koos van Belzen, 15 maart 2016