Statistiekjes

  • karel

    Een paar jaar geleden heb ik op dit - toen nog wat levendigere - forum wat statistiekjes over het molenaarsbestand geplaatst. Het leek me wel aardig om dat nog eens te herhalen.

    Inmiddels zijn er 1.478 Gilde-molenaars. De gemiddelde leeftijd is 61 jaar. De helft is ouder dan 65. Het aantal molenaars van 75 jaar en ouder is in tien jaar tijd verviervoudigd tot bijna 200. De meesten van hen zijn nog actief. Dat vind ik wel mooi. De groep jonge molenaars groeit in absolute aantallen gestaag, maar daalt als percentage van het totaal. Dat is wat minder. 7 % van de molenaars is vrouw. Dit was 6 %. Van de molenaars-in-opleiding is 11% vrouw. Dit was 12%. In de afgelopen 5 jaat waren er 10% meer geslaagden voor het diploma dan afvallers. In de 5 jaar daarvoor waren er 25% meer afvallers dan geslaagden. Onder jongeren is de verhouding gelaagden/afvallers 3:1. Jong geleerd……

    De instroom van nieuwe leerlingen is de laatste jaar met ruim 10 % gedaald. Het aantal geslaagden is ook met ruim 10 % gedaald, tot onder in de zeventig. Dat zal wel een tijdelijk dipje zijn, want de toegenomen slagingskans zou de verminderde instroom moeten compenseren. Omdat de gemiddelde opleidingsduur rond de 3 1/2 jaar blijft schommelen, zit er altijd wat traagheid in dit soort trends. We zullen zien.

  • Henk Klöpping

    Hallo, Karel,

    altijd interessant, die statistiekjes, dank je wel! Ik zie ook interessante aannames: zou het echt zo zijn dat de toegenomen slagingskans de verminderde instroom compenseert? Er valt ook wat voor te zeggen dat iets dat minder makkelijk te behalen is juist daardoor meer waarde krijgt, dus uitdagender en dat er daardoor juist meer instroom zou komen. Uiteindelijk zou dat in ons voordeel kunnen werken, want 90 procent van 1000 is meer dan 98 procent van 900.

    Maar als de aanname klopt zou - je kon er op wachten bij mij - de opleiding meer modulair maken ook kunnen helpen. Want dan zou iemand bijvoorbeeld al na een half jaar (beperkt, mogelijk nog onder toezicht) een (type) molen kunnen laten draaien. Dat maakt het laagdrempeliger. Ik heb daar in het verleden wel vaker over geschreven en het lijkt me nog steeds een goede zaak. Met name voor jongeren is een periode van 3-4 jaar gevoelsmatig een half mensenleven. De vaak gehoorde argumentatie “ze moeten het wel willen en ze moeten er maar wat voor over hebben” is stoer, maar leidt in de praktijk niet tot mee molenaars, vrees ik.

    Het beeld dat je schetst is (alweer) zorgelijk: dalende instroom, dalend aantal geslaagden, lange opleidingsduur (het KAN in principe in een jaar, maar het wordt dus eerder 3 of zelfs 4), dalend aantal intredende vrouwen,  dalend percentage jongeren. Allemaal dingen die we al jaren zien maar waar we niet zo heel veel aan lijken te kunnen doen.

    Ik breek nog maar eens een lans voor een aantal dingen:

    1. modulair opbouwen van het molinarisch onderwijs inclusief examens

    2. meer (jonge) instructeurs, wat vraagt IMO om een instructeursopleiding met een onafhankelijk examen

    3. voor leerlingen: sneller echt aan het werk mogen met een molen

    4. meer jongere mensen betrekken (schoolbezoek, samenwerken met VMBO etc.)

    5. meer minderheden betrekken (hoeveel hebben we daarvan, eigenlijk, of houden we dat niet bij?)

    Wat vinden andere molenaars hier van?

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Teun

    3: voor leerlingen: sneller echt aan het werk mogen met een molen

    Beste Henk, ik begrijp je bedoeling maar er vallen nu al véél te veel doden en gewonden in de molenwereld! Moet je half opgeleide leerlingen al met de molen laten werken? Hoe weet je of ze het onderwerp “veiligheid” al helemaal beheersen? Of mag je alvast beginen met een béétje kennis van veiligheid?

  • Fietsende

    Hallo Teun,

    Hou nou eens op over doden en gewonden in de molenwereld. Dat maakt ons tureluurs. Wij weten Pietje precies wat wij doen, punt. Alleen al stil staan op een straattrottoir in een drukke grote stad vind ik gevaarlijker dan stil staan op een molenstelling! (in 1972 werd ik op de Rozengracht in Amsterdam zonder enig aanleiding in mekaar geslagen, geen idee waarom, gelukkig kon ik vluchten). Bovendien zijn die molenongevallen heel erg te verwaarlozen vergeleken bij verkeersongevallen en ernstige ziektes als kanker….

    Mvrgr, Martin

  • Teun

    Beste Martin,

    Risicoanalyse is een vak. Jij vergelijkt appels met peren omdat jou dat beter uit komt.. Het is ook moeilijk om onder ogen te zien dat je een zeer gevaarlijke hobby hebt! Maar zolang mensen maar steeds blijven proberen om met kromme redeneringen die gevaren te baggateliseren, zo lang blijven er  téveel doden en gewonden vallen in de molenwereld. Of je het horen wil of niet….

    En mag je het ook omdraaien? Waarom zou je een gewonde op de molen naar het ziekenhuis transporteren? Laat maar liggen: (jouw woorden) molenongevallen zijn heel erg te verwaarlozen vergeleken bij verkeersongevallen en ernstige ziektes als kanker…. Waarom zou je je daar druk om maken, (om zo´n molenongeval)…

    Veiligheid telt wel degelijk mee bij afweging om leerlingen al of niet snel zelfstandig aan het werk te laten gaan! Dat wilde ik beweren.

  • Waterpezer

    zullen we de molens maar op slot doen en niemand meer binnen laten?

    veiligheid voorop, iedereen blij ;)

    of toch niet? 

    waakzaam zijn en veiligwerken staat voorop, de molen is en blijft een machine.

    maar als je bij elke stap dat je zet, bij alle werkzaamheden op een molen zo bang moet zijn dat er iets kan gebeuren

    dan kun je beter de deuren maar gaan sluiten.

    deze discussies kun je eindeloos voeren, iedereen denkt er anders over.

    ik denk dat respect en begrip voor ieders mening nu meer waarde bied

    Met vriendelijke groet,
    Jeffrey
  • Lolke

    Beste Teun, dit is echt een doodzonde: citaatvervalsing! Je cursiveert twee zinnen om aan te geven dat het een letterlijk citaat is, bovendien ook nog eens voorafgegaan door de woorden ‘jouw woorden’, terwijl hier zeer eenvoudig te constateren is dat Martin die tweede zin nooit geschreven heeft!! Dit nog afgezien van het feit dat het als een tang op een varken slaat (om geen ergere termen als ‘demagogie’ te gebruiken) om op grond van die eerste, wel van Martin afkomstige, zin over de relatief lage kans op een molenongeval te suggereren dat wat Martin zegt ‘dus’ eigenlijk betekent dat hij net zo goed had kunnen zeggen dat het niet echt nodig is om, ALS er een ongeval op een molen plaats zou vinden, medische hulp in te roepen.

    En dan ook nog dit: ik ben geen risico-analyticus, maar ik weet wel dat bijvoorbeeld de meeste doden op onbewaakte spoorwegovergangen vallen onder mensen die ter plaatse goed bekend zijn; wie vreemd is ter plaatse kijkt wel uit. Het zou me niets verbazen als het ook in de molenwereld zo was: een nog niet volleerde molenaar let door de bank genomen hoogstwaarschijnlijk heel wat beter, en vooral bewuster, op de mogelijke gevaren, en op waarschuwingen van anderen daarvoor, dan een routinier die ‘het allemaal al wel eens gezien heeft’.

    Post was bewerkt op 06-02-2018 20:05 door Lolke

  • Teun

    Beste Lolke,

    Mijn cursiuvering is inderdaad verwarrend. Excuus, ook aan Martin. Verder, waar het écht om gaat: ik denk ook wel dat een nog niet volleerd molenaar bewuster te werk gaat. Dat wel. “Het grootste risico in de molenwereld is gewenning” stond ooit in de blauwe mappen. “En zelfoverschatting” merkte iemand terecht op.  Maar laat een ervaren lesmolenaar zich door een MIO beleren? Jammer dat er geen gegevens zijn vastgelegd over de relatie ongeval / ervaringsjaren.

    Anderzijds: de hoeveelheid lesmateriaal over veiligheid is erg groot. Kan een MIO zich die informatie wel zo snel eigen maken? Sterker nog: als je het getuigschrift behaald hebt, zelf dan nog heb je nascholing / veiligheidscoaches / RI&E, etc, etc nodig…..

  • Mike

    Teun

    Sterker nog: als je het getuigschrift behaald hebt, zelf dan nog heb je nascholing / veiligheidscoaches / RI&E, etc, etc nodig…..

     

    Ooit wordt dat de ondergang van het goed functioneren van deze maatschappij en economie. Allerlei ‘mannetjes’ die op Kafkaans-doorgedreven wijze op werkelijk elke stap in het leven (ondernemerschap, hobby,..) een verplichte nascholing, veiligheidscoach, Risico-analyse, ..toepassen en zichzelf onmisbaar én duur maken.

    Soms lijkt het er haast op dat men gesloten deuren nog eens dicht wil timmeren onder de noemer ‘maar wat als ze zomaar open gaan’.

    Sorry, maar dat is gelijk die nascholing op een rijbewijs: harde cijfers heeft men niet, maar ze weten wél al dat het een succes zal zijn (voor de staatskas).

    Vergeet één ding nooit: hobbies moeten OOK nog LEUK blijven, ook bij vrijwillige molenaars. Anders zal die vergrijzing wel doorzetten..

  • Henk Klöpping

    En zo kom je van statistiek naar Kafka.. :P 

    Veiligheid is van groot belang. Wat wij er hier tijdens de opleiding aan proberen te doen is dat het tijdens ELKE les aandacht krijgt, net als het weer.  Maar de basis voor veilig handelen is ook al  na “slechts” een jaar opleiden voldoende gelegd - de kennis kan zelfs veel vlotter worden opgebouwd, want laten we nou eerlijk zijn: MOEILIJK is het niet. Daarna is het een kwestie van voldoende vaak herhalen zodat het in je systeem blijft zitten.

    “Voldoende vaak” is precies dat: het heeft weinig zin om zeg 2 jaar lang elke week doorgezaagd te worden over veiligheid en dan vervolgens daar nooit weer aandacht aan te (hoeven!) besteden. Hoe vaak je wél moet herhalen - daar zijn allerhande modellen en theorieën voor, bijvoorbeeld baserend op werk van Ebbinghaus, Leitner en Pimsleur. Google het maar eens als het je interesseert.  Of, voor een alles-in-één, lees dit.

    Dus, het idee om regelmatig een veiligheidsbewustzijnstraining (VBT) te organiseren waar molenaars dan aan deelnemen, ook na behalen van hun getuigschrift, kan op mijn steun rekenen. En dat staat dus het verkorten van de opleiding niet in de weg, in tegendeel.

    Zou je de ervaringen uit het onderwijsveld gebruiken zou je juist komen tot een heel andere aanpak: initieel 3 maanden intensief lesgeven, dan enige maanden niet, dan 2 maanden intensief lesgeven, dan een half jaar niet, dan 1 maand intensief lesgeven, dan een jaar niet enzovoort.  En dan vooral les geven in zaken die men niet (meer) heeft onthouden. Dan zou je een heel ander soort molenaar krijgen, die in mijn beleving dichter in de buurt van het origineel zou staan.

    Volledigheidshalve: de perioden die ik noem zijn arbitrair, bij wijze van voorbeeld. Er is geen ervaring mee in onze wereld en het is ook nog eens individueel bepaald. Maar hoe dan ook, de huidige aanpak (2-4 jaar lessen dan nooit weer wat maar ook) is volgens mij juist de voornaamste oorzaak dat we zoveel ongelukken hebben in de molenwereld.

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren