Hoe zit die staartbalk vast

  • Henk Klöpping

    Bij de St. Hubertus lijkt het alsof de balk in de korte burriebalk is bevestigd. Dat is bij de molen “Tot voordeel en genoegen” anders: daar lijkt het alsof de balk in het kalf tussen de lange burriebalken is gestoken.  Er komen dus zo te zien meerdere constructies voor.

    Leerling Leo vroeg zich nog af of de krachten die via de lange boom op dat “pennetje” aan het eind uit worden geoefend niet te groot zouden zijn. Uit ervaring: nee, dat is niet zo. Toch heeft hij wel een punt: het is een lange boom, kracht maal arm, een gewicht van 30 ton dat je rond draait, da's best veel. Hoe kan het dat dat - zonder schoren - werkt? Dat ‘beugeltje’ dat aan de achterzomer hangt en dat hem in het midden moet houden - wonderlijk. Je zou verwachten dat er een paar schoren zouden zitten, vergelijkbaar met wat je bij een achtkant / lange spruit ziet. Maar dat is niet zo. Wie weet hier meer over te vertellen?

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Ruud Bax

    helaas lijkt het tegenwoordig wel of een leerling molenaar, ook een halve molenmaker moet zijn. laten we de opleiding nou echt op molenaar worden doen.

  • Lolke

    Helaas niet alleen tegenwoordig, Ruud; die (m.i. terechte) klacht is er al sinds de opleiding en de examens bestaan. Ik herinner me een door mij opgevangen gesprek uit de jaren 70 of 80, waarin een collega-molenliefhebber er zijn ongenoegen over uitsprak dat bij een molenaarsexamen dat hij bijgewoond had, een noordelijke kandidaat een uitgebreide ondervraging over de constructie van de standerdmolen voor zijn kiezen kreeg!

  • karel

    Ruud heeft wel een punt. Bij alle goede bedoelingen is een overmaat aan detail niet altijd beter. Ik schrik ook een beetje van een inleiding van 39 pagina's bij het weerhoofdstuk uit de Basisopleiding. Daar staat alles al in.

    Lolke heeft ook wel een punt. Hoewel er veel is verbeterd in de examinering, zijn er toch telkens weer berichten over rare vragen. Dat heeft dan weer een nare uitstraling op de hele opleiding. Er mag wel weer eens een evaluatie komen. Maar dan een echte, door derden, en niet weer zo'n zelf-evaluatie waarvan de uitkomst al bij voorbaat vaststaat.

    Gebruikers klagen ook al jaren over de rammelende aansluiting tussen opleiding en examinering. Nu wil men “gastheerschap” gaan examineren. Dat zijn twee pagina's in de Basisopleiding en het staat niet eens in de exameneisen. Dat begint toch wel verdacht op een ivoren molenstomp te lijken.

  • Henk Klöpping

    Gisteren heeft de MSMOG met een delegatie van de RUG gesproken over de huidige situatie rond Nederlandse (en met name de Groninger) molens. Gewoon, eens kijken of we met zo'n hooggeleerd gremium niet iets konden bedenken dat we daarzonder niet konden. En ook omdat ook hoogleraren behoefte hebben aan terugkoppeling met ‘gewone aardse dingen’ - zoals molens, die mooi passen in hun kennis rond cultuurhistorie.  Mooie gebeurtenis.

    Ik was gevraagd om wat te vertellen over de opleiding en dat deed ik dan ook.  En dan moet ik helaas in zelfobservatie constateren dat we onszelf het leven toch wel moeilijk maken met onze tamelijk hoogdravende opleiding. De wat rare menging tussen het haast ‘academisch’ lesmateriaal in combinatie met de variabele examinering door lokale en landelijke commissies, waarbij er geen echte kwaliteitsborging is valt op. We moeten er echt iets mee, mensen.

    Nou nog weten wát ..

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren