Bij de St. Hubertus lijkt het alsof de balk in de korte burriebalk is bevestigd. Dat is bij de molen “Tot voordeel en genoegen” anders: daar lijkt het alsof de balk in het kalf tussen de lange burriebalken is gestoken. Er komen dus zo te zien meerdere constructies voor.
Leerling Leo vroeg zich nog af of de krachten die via de lange boom op dat “pennetje” aan het eind uit worden geoefend niet te groot zouden zijn. Uit ervaring: nee, dat is niet zo. Toch heeft hij wel een punt: het is een lange boom, kracht maal arm, een gewicht van 30 ton dat je rond draait, da's best veel. Hoe kan het dat dat - zonder schoren - werkt? Dat ‘beugeltje’ dat aan de achterzomer hangt en dat hem in het midden moet houden - wonderlijk. Je zou verwachten dat er een paar schoren zouden zitten, vergelijkbaar met wat je bij een achtkant / lange spruit ziet. Maar dat is niet zo. Wie weet hier meer over te vertellen?