Waarom molenmakers zo duidelijk niet snappen dat wouterlatjes twee functies hebben is mij een raadsel. Men schijnt te denken dat het er om gaat dat die WIG op zijn plaats blijft, maar dat is helemaal niet zo. Het gaat er om dat het ding dat door de wig op zijn plaats gehouden wordt op zijn plaats blijft!
Ik vergeet nooit dat ik - ik was nog maar net molenaar - op de kapzolder van de molen van de Groote Polder met de molenmaker stond te praten over werk dat nog gedaan moest worden. Ik wees hem onder meer op de wiggen die de penbalk op zijn plaats houden, die hadden nog geen wouterlatjes. Wat schetst mijn verbazing: de vent grijpt een torx schroef (volgens mij ook nog van broos aluminium, in ieder geval dof grijs) en bedenkt zich niet en jaagt zonder boe of bah die schroef door de wig. “zo, die zit vast, nou klaar.” Ik heb er uiteraard wat van gezegd, maar dat hielp me niets, die man wist het gewoon beter.
Resultaat? Als de penbalk verschuift (of de wig verdroogt, dat kan ook nog) dan merk ik dat niet echt want “aan de wiggen voelen” heeft weinig zin. De hele penbalk kan er uit donderen (nou ja, bij wijze van spreken dan) maar die wig blijft zitten…
Weet iemand waarom molenmaker die rare gewoonte hebben aangeleerd? Is het misschien wel helemaal niet zo gek en heb ik gewoon ongelijk? Zo ja, leg het me dan uit, ik snap het niet. Of is het nou iets dat één bepaalde molenmaker doet - want volgens mij hebben Martin en ik het over dezelfde molenmaker? Komt het bij meer molens (met name niet in het noorden van het land) ook voor dat men dit zo doet?
Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren