Molentermen en wiekstanden

  • Bart Hoofs

    Hallo Margreet,

    Met de wieg bedoelen wij de bovenschijfloop of rondsel.

    Dus niet de scheenschijf.

    De term aswiel wordt hier nogal eens gebezigd. Nico Jurgens in zijn Brabantse jaren vertelde eens dat we helemaal geen bovenwiel kennen op korenmolens.

    Ook de naam groot wiel of groot rad zijn Brabantse termen.

    Overigens stond jouw “wieg” in Goirle?

    Bart

  • Bart Hoofs

    In het verleden zijn al zeer nuttige publicaties verschenen.

    - twee A4's over streekeigen publicaties die worden verstrekt aan leerlingen die in Brabant de theorieles volgen. Auteur Jan Scheirs.

    - Over de rouwstand in Noord-Brabant in de Gildebrief. Auteur Jan Scheirs.

    2002.

    - Nog eens de rouwstand in het zuiden van Nederland en het noorden van Belgie.

    Auteurs: Nico Jurgens & Jan Scheirs. Publicatie in Molinologie.

    Verder is er in het boek “Oud-Brabants dorpsleven” van Bernard van Dam e.a. te lezen over wiekstanden.

    Recent ontspon zich een discussie om het in de vreugd achterlaten van de Kilsdonkse molen. Die werd komend gezet en dat zou impliceren vreugde.

    Overhoeks is de juiste stand. Overigens de molen werd niet door molenmaker Adriaens in die stand achtergelaten zoals de site aangeeft.

    Een andere traditie die helemaal weg is vormt het zgn. “meien”.

    Rond 1923 werd dit gedaan. “vroeger zag men op de eerste meimorgen den molen prijken met een den, die daar gedurende de geheele Meimaand bleef staan”.

    Dat gebeurde in Midden-Brabant.

    Het versieren van de molens met dennentakken e.d kwam ook in Limburg.

    Jan van Woezik kan ons daar meer over vertellen. Hij leste in de tijd dat vakmolenaars als Lei van de Winkel (Stamproy) en Ber Symkens (Baexem) nog actief waren.

    Bart

  • Rob Simons

    Die lijst van Jan Scheirs zou ik wel graag willen hebben. De andere twee artikels ken ik.

    Ben benieuwd naar nog meer antwoorden..

    Rob

  • Andreas de Vos

    Eigenlijk zou je al die bronnen bij elkaar moeten brengen in een bundel, met per streek/provincie de gehanteerde termen in een hoofdstuk. Dan is het centraal gedocumenteerd, handig terug te vinden.

    Misschien een mooie klus voor DHM/Molendocumentatiecentrum eventueel in samenwerking met GVM, om dit stuk immaterieel erfgoed vast te leggen op een centrale plaatst en uit te geven ten dienste van de liefhebbers en verspreiding van “het woord” zeg maar.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Mario Collombon

    Niet alleen uitgeven aan liefhebbers, als het even kan ook opnemen in de opleiding zodat de leerlingen ook benamingen uit hun eigen streek blijven en gaan gebruiken, in plaats van dat het taalgebruik ‘verhollandst’ zoals nu al veel te veel het geval is.

    Al is het maar een lijst van woorden met de benaming uit de blauwe map met daarachter de benaming zoals die in de streek/provincie gebruikelijk is waar de leerling woont.

  • Mario Collombon

    Hoi Bart,

    Wordt de bovenschijfloop altijd wieg genoemd, of alleen wanneer hij conisch van vorm is zoals het geval is bij een ouderwetse kinderwieg? En vandaar de steenrondsels niet omdat deze nooit conisch van vorm zijn?

  • Rob Simons

    Nee altijd, of hij conisch is maakt niet uit. Overigens heb ik een conische wieg nog niet vaak gezien.

  • Mario Collombon

    Ik kreeg dat in Milheeze van Fons Verheijen voor het eerst te horen en daar zit een wieg in die conisch is vandaar. Ik dacht dat hij mij destijds, maar toen was ik nog heel jong, vertelde dat het door de conische vorm daarnaar vernoemd werd.

  • Jacob Dekker

    Hallo Rob,

    Hieronder de “Wieg” van de standerdmolen te Boeschepe in Frans Vlaanderen.

    http://www.mijnalbum.nl/Foto-SAVFRTGE.jpg

    Groet, jAAp

  • Jacob Dekker

    Sorry, verkeerde link, hieronder de juiste:

    Groet, jAAp