West en Oost-Vlaamse molens

  • Martin E. van Doornik

    Ook de molen van Deerlijk heeft zo'n ijzeren stelling en het is bovendien ook nog zetelkruier. Daar heb ik in de kap foto's van genomen. De Noord-Brabantse molen Emma in Nieuwkuijk heeft ook een dergelijke ijzeren stelling gehad, zie onderste foto in de molendatabase nr. 565. Wel uitgestorven zijn de Vlaamse molens met stenen stellingen (de Knokmolen buiten beschouwing gelaten).

  • Mike Ekelschot

    “wel uitgestorven zijn de Vlaamse molens met stenen stellingen (de Knokmolen buiten beschouwing gelaten).”

    relatief gezien is er denk ik nog 1: molen van Melsen, maar helaas als romp en al geruime tijd ook zonder stelling… maar wie weet, ooit!

    De Knokmolen is van beton en telt wat dat aangaande inderdaad niet mee (hoewel het zeker een duurzame oplossing is (ook toegepast op 't Merelaantje in de periode te Slijpe).

  • Ruurd Jakob Nauta

    Nou, zo is het maar net. Ook mijn bezoek aan het molenmuseum in Villeneuve ‘d Ascq was meer dan ik verwacht had. Ook ik kreeg een hele uitgebreide rondleiding van Jean Bruggeman. Ik was er ’s ochtends om 10.00 en ben om 14.15 weer naar huis gereden, waar ik om 18.00 weer thuis was. Dus zo ver is het ook helemaal niet eens. En vanuit het zuiden van NL is het helemaal een kattensprong. We hebben zelfs het depot bekeken, waar nog een prachtige oude vijzel lag. Kwam ergens uit een poldermolen in Frankrijk. Bij wijze van spreken kun je in het depot al wel een dag doorbrengen. In het museum hangen de meest waardevolle onderdelen van Franse molens. Zo hangen de overblijfselen van het oude bovenwiel van de molen van Templeuve er. En er was meer van deze machtige molen, o.a. de oude houten bovenas, waaraan je nog kon zien dat er een armwiel in had gedraaid. We hopen aan deze unieke molen komende juni een bezoekje te brengen.

    Groeten,

    Ruurd Jakob

  • Lieven Denewet

    De meeste zetelkruiers hadden oorspronkelijk slechts enkele kaprollen (zowel aan de askop als als de pinzijde). Naderhand werd het aantal kaprollen verhoogd, zodat een mengvorm “zetel- en rollenkruiwerk” ontstond.

    In Poeke werd de werking van de zetel tenietgedaan toen men de zetelstijlen wegnam. Maar na een tweetal kapontsporingen (waarvan Rob melding maakte)

    werden die stijlen wederom aangebracht.

    Nu is de molenkap in Poeke (dus een gecombineerde “zetel- en paternostersysteem”!) heel stabiel. Het risico van een rijdende kap is door het extra gewicht van de zetelconstructie haast onbestaand.