Ja, bij houten masten had en heeft men de ondermast, mars-steng en bramsteng. Bij de ijzeren masten voor grotere en grote zeilschepen werden de ondermast en mars-steng niet meer verdeeld maar werd het één lengte. De bramsteng was echter, zeg maar een los verlengstuk van de ondermast met mars-steng. De bramsteng moest namelijk geschoten kunnen worden (dat is voor de mars-steng langs naar beneden laten zakken) om onder sommige bruggen in Amerika door te kunnen varen. Een ontzettende hoop werk maar zo werd geld om het schip met lichters te lossen uitgespaard. Ook werden bramstengen met een zware storm soms geschoten.
Wat het klinken van masten en ra's betreft heb ik mij dat ook altijd voorgesteld zoals u het beschrijft; met een tegenhouder aan een lange arm. Zeker ben ik daar evenwel niet van en ik dacht dat ik nu mogelijk een kans heb om er achter te komen hoe het klinken van masten e.d. in zijn werk ging; dus vragen. En ja, iemand die de klinken tegenhoudt heet een tegenhouder en het stuk gereedschap ook (voor zover ik weet). Als het stuk mast of steng wijd genoeg was zal er vast wel iemand ingestuurd zijn om de nagel tegen te houden. Dat zal gemakkelijker geweest zijn dan dat met een lange arm te doen. Een hoop van die klinkers zullen dus na kortere of langere tijd wel zo ongeveer stokdoof geworden zijn.
Oane Visser