Overhek zetten: buiten- of binnenroe komend.

  • Oane Visser

    Mario Collombon Schreef:

    ——————————————————-

    > (…) Een roe op de klossen of wiggen wegzetten maakt niets uit als je bedenkt onder welke druk ze erin geslagen zijn.

    >

    Wanneer je na een poos van droog weer en dan voor je de molen los laat, de wiggen op (nog) voldoende vastzitten controleert en eventueel vaster slaat maakt het - helemaal bij ijzeren askoppen - inderdaad niets uit. Bij houten assen maakt het echter wel uit. Bij een poos droog weer drogen en krimpen daardoor de wiggen en het hout van de askop droogt en krimpt ook. Het krimpen en daarmee los komen van de wiggen gaat dan dubbelop = de wiggen worden dunner en de roedegaten wijder. Het meten van het krimpen zal niet of nauwelijks gaan maar het is voor los gaan zitten van de wiggen ook niet nodig dat het krimpen zoveel is dat het te meten valt. En wiggen die bij drogend weer door het gewicht van de roeden eenmaal ingedrukt zijn krijgen bij nat(ter) worden (ook in ijzeren askoppen) daarna nooit meer in hun oorspronkelijke vorm - wat ook voor houten askoppen geldt - en daarmee hun klemkracht terug.

    Hierbij moet ook bedacht worden dat het met los gaan zitten van de wiggen van vrij nieuwe wiggen in ijzeren askoppen wel mee zal vallen. Wanneer de wiggen echter al een poos mee gegaan zijn dan is het gevaar van los raken groter doordat het hout minder van kwaliteit wordt en daardoor, zeker aan de oppervlakte, meer samendrukbaar wordt.

  • Rob Pols

    Ik begin zeker dement te worden…. Mijn oprechte excuses.

  • Jaap Tiedema

    Beste Oane,

    De roedegaten worden niet wijder, maar in tegenstelling tot je zou verwachten juist kleiner.

    Je moet even bedenken wat een askop doet als er nog geen roedegaten in zijn gemaakt en daarna de roedegaten er nog eens indenken.

    Groetnissen Jaap.

  • Oane Visser

    Zoals ik je begrijp dan heft het, volgens jouw, nauwer worden van de roedegaten door het droger worden en daarmee krimpen van de askop het krimpen van de wiggen onder dezelfde omstandigheden op en blijven de wiggen net zoveel knellen als voor het (uit)drogen.

    Wanneer ik echter naar een hooihark of rijf (riuwe in het Fries) kijk dan twijfel ik daar toch aan. Het hart van zo'n hark is ongeveer met een houten askop te vegelijken. Ter plaatse van de tanden en om die door het hart te kunnen steken zijn er gaten dwars door het hart geboord. Die gaten beslaan iets meer dan ëénderde van de doorsnee van het hart. Vaak komt het dan voor dat wanneer zo'n hooihark droger dan normaal wordt de tanden los in het hart komen te zitten. Terwijl, wanneer het hout krimpt en de buitenmaten daardoor kleiner worden, de tanden door dat krimpen, naar jouw mening, net zo vast als voor het (uit)drogen moeten blijven zitten (het hart van zo'n hark krimpt dan en de tanden uiteraard ook).

    Naar mijn mening echter krimpt het hout van het hart (van de rijf) aan de buitenzijde naar het midden toe en ter plaatse van de gaten naar buiten toe (van de tanden af), waarbij de tanden uiteraard ook krimpen. De gaten voor de tanden worden dan eerder groter dan kleiner. De krimp van het hart heft het krimpen van de tanden dan ook zeker niet op. Een houten askop zal zich, mijns inziens, ongeveer hetzelfde gedragen (het gaat beide keren over Europees hout; eiken voor de as en essen voor de hark)

    Zolang roeden, bij sterk drogend weer, echter niet langer dan enige dagen op de wiggen liggen zullen ze daardoor niet los raken. Wanneer ze evenwel, bij drogend weer, voor langere tijd op de wiggen liggen moet wel met die mogelijk rekening gehouden worden en zeker als de wiggen al een poos meegaan (het hoeft niet maar het kan wel).

    Opmerking: het grondwoord van riuwe en rijf is hetzelfde .

  • Jaap Tiedema

    Oane,

    Zoveel heb ik niet beweerd.

    Ik heb alleen jouw mening over het wijder worden van de roedegaten in de askop tegen gesproken. Bij sterke droging van de askop worden de roedegaten kleiner.

    Echter is het goed mogelijk (en de praktijk bewijst het) dat de houten roeden en wiggen meer krimpen.

    Evenals het door jou aangehaalde voorbeeld van de riuwe.

    Bij houten roeden en houten askop kunnen bij sterke droging de wiggen aan de voorzijde van de roede losraken.

    Dit heeft te maken met het verschil van krimp in lengterichting en in de dwarsdoorsnede van het hout.

    Maar nogmaals waar het mij om ging is dat de roedegaten niet wijder maar juist kleiner worden bij krimp van de askop.

    Groetnissen Jaap

  • Oane Visser

    Jaap Tiedema Schreef:

    ——————————————————-

    >

    > Maar nogmaals waar het mij om ging is dat de roedegaten niet wijder maar juist kleiner worden bij krimp van de askop.

    >

    In absolute zin zul je gelijk hebben. Het ging mij echter om de relatieve zin (de relatie van het krimpen van de askop, roeden en wiggen t.o.v. elkaar) lijkt mij dat de roedegaten (iets) wijder zullen worden.

  • Oane Visser

    Rob Pols Schreef:

    ——————————————————-

    > Ik begin zeker dement te worden…. (…)

    >

    Wie wist, naast jouw, nog meer niet meer dat er al eerder een discussie over dit onderwerp geweest is? En… hoe hebben wij leren lopen, fietsen etc. en wat moesten wij op school? Herhalen, herhalen en herhalen.

  • Rob Pols

    Grappig om te constateren dat ik vier jaar geleden precies hetzelfde dacht. Maar om dat nu meteen onder iemand zijn of haar neus te wrijven… Ik houd me niet bezig met wat ik toen en toen op het prikbord heb gemeld. Ik heb wel andere dingen te doen. Trouwens, de zoekfunctie werkte toch ook niet naar behoren? Dus inderdaad: herhalen, herhalen en nog eens herhalen.