PK voor het gaande werk (korenmolen)

  • flourpower1980

    Wie heeft er een idee hoeveel PK er nu eigenlijk nodig is voor het gaande werk van een korenmolen aan te drijven?

    Als je zoekt naar wat er vroeger zoal werd geïnstalleerd kom je alles tussen de 15 en 100 PK tegen.. De laatste lijkt mij wat overkill maar een héél gaande werk op 15 PK is dan toch te laag?

    John Smeaton rekende op zo'n 40 PK opgewekt door het gevlucht wat een 15 PK bij het aandrijven van de machines in de molen gaf..

    Feit is dat er nog wel 25PK stationaire motoren te vinden zijn en ik mij afvroeg op je daar als mulder genoeg kracht van hebt.

    mvgr.

    Mike

  • Peter van Kuik

    Voor een vaste tarwesteen heb je niet zoveel vermogen nodig. Als je er het maximale uit wil halen heb je misschien 15 pk nodig, maar met 7 pk kan je ook malen als je de toevoer aanpast. Alleen als je voergraan maalt met een graage steen en 1 ton per uur wil halen heb je 25 pK nodig.

    Ik heb een 7,5 pk (5,5 kW) elektromotor op de maalstoel en daar kan ik nog 100 kg per uur mee malen

  • Martin E. van Doornik

    Ik heb wel ergens gelezen dat er bij een goede maalwind wel 75 PK op de bovenas uitgeoefend kan worden. Door de overbrengingen naar de maalstenen zijn de PK's beduidend minder geworden.

  • Peter van Kuik

    Leuk verhaal, maar het kan niet. Alle pk's die verloren gaan worden omgezet in warmte. Als je 50 pk omzet in warmte dan staan echt de kammen in de fik.

  • flourpower1980

    Peter, maar blijkbaar wordt er toch wel de nodige PK's verloren? Kan dat niet door oa. slip, speling en andere zaken zijn naast warmte?

    Het blijft toch frapant dat Smeaton uitging van 25PK verliest tussen gevlucht en stenen..

  • TvdM

    Het vermogen dat een molen opwekt is afhankelijk van het aantal enden dat de molen draait. Denk even in gedachten aan een molen die voor de prins gaat draaien. Bij stilstand is het vermogen nog 0. Als de molen langzaam sneller gaat draaien neemt ook het vermogen toe dat het wiekenkruis opwekt. Dat vermogen neemt steeds verder toe, totdat het maximale vermogen bereikt wordt. Dit maximum heeft met de hoek van inval van de ‘virtuele wind’ te maken.

    Daarna, terwijl de molen nóg sneller draait, neemt de trekkracht en daarmee het ook vermogen vrij snel af! Terwijl de molen nog sneller draait neemt het vermogen nog verder af en komt er uiteindelijk een snelheid waarbij de trekkracht en daarmee het opgewekte vermogen zelfs weer 0 is! De molen zal dan niet nog sneller draaien en we hebben dan het aantal enden bereikt dat we ‘voor de prins draaien’ noemen. Overigens is wrijving in het halslager e.d. hier buiten beschouwing gelaten, maar dat is maar een verwaarloosbare fractie van het vermogen dat een molen kan opwekken.

    Kern van dit betoog: een molen kan misschien wel 75 PK opwekken, maar dat doet hij enkel en alleen bij een heel specifiek toerental en windsnelheid. Zet je en maalsteen of scheprad of vijzel in het werk, dan zoeken wiekenkruis en werktuig samen automatisch naar het toerental waarbij het vermogensaanbod van het wiekenkruis en vermogensvraag van het maalkoppel gelijk zijn. Vraagt een maalkoppel bijvoorbeeld minder vermogen nodig dan dat het wiekenkruis opwekt, dan is er een vermogensoverschot, waardoor het wiekenkruis sneller gaat draaien, en daardoor minder vermogen gaat opwekken, zoals eerder uiteengezet. Er komt dan weer een moment dat vraag en aanbod in evenwicht zijn.

    Je kunt nog verder redeneren over wat er gebeurd wanneer windsnelheid sterk toeneemt. Maar het is misschien zo al lastig genoeg.

    TvdM

  • Oane Visser

    Voor het drijven van een 17der steen zul je, naar mijn mening, aan 25 pk (18,65 kW) nodig en voor een goede productie voldoende aan hebben. In de ‘Eendragt’ in Anjum staat nog een oude gloeikopmoter van 25 pk. In de ‘Zeldenrust’ in Dokkum heeft ooit ook een motor (is door “molenliefhebbers” weg gerestaureerd) met hetzelfde vermogen gestaan. In beide molens staat / stond de motor in de voet op de vloer (beide van die “plof, plof, plof” motors). Wanneer men op motor wilde malen werden er een stuk of zeven kammen uit het aswiel gehaald waarna de motor via een pelspil het gaande werk dreef. Beide (meel en pel)molens hebben 17der maalstenen en een vlucht van 22 meter. In de 'Zeldenrust staat nu een maalstoel met 17der stenen die door een elektromotor van 25 pk gedreven wordt. De capaciteit van deze maalstoel is vergelijkbaar met die van de molen (wanneer hij bakkersmeel moet malen), voor deze tijd vrij stevig maalt (in de buurt van een 75 einden).

    De vijzel van de Hantumer molen, ook met een vlucht van 22 meter, is vanaf 1958 tot ong. 1974 door een elektromotor van 25 pk gedreven geworden. De prestatie van deze molen kon wel groter dan van de elektromotor zijn maar dan moest het daar wel voldoende voor waaien.

    Naar mijn mening levert een molen met een vlucht van 22 meter gemiddeld (pelmolens uitgezonderd) bij een ± 75 einden dan ook een vermogen aan het werktuig van een 25 pk. Grotere molens kunnen meer leveren maar als die 17der stenen hebben mogen die niet meer leveren doordat de stenen het meerdere vermogen, om een goed product (meel) te krijgen, niet aan kunnen

    Natuurlijk kan een molen meer vermogen leveren, als het maar genoeg waait. De laatste particuliere eigenaar en beroepsmolenaar van de ‘Eendragt’ bijvoorbeeld heeft mij verteld dat zijn molen voor het pellen minstens 60 pk moest leveren. Wanneer het niet genoeg waaide om dat vermogen uit de wind te kunnen halen dan kon er dan niet gepeld worden.

    Het door het kruis aangeboden vermogen moet echter altijd in overeenstemming met het door het werktuig gevraagde vermogen zijn of gebracht worden. Zo niet dan presteert een molen minder dan de nominale prestatie of meer, waarbij het meer leveren dan de stenen aan kunnen een slecht product oplevert. Bij poldermolens zijn de marges nogal ruim. Zolang zo'n molen maar niet te hard loopt is het goed. Bij een meelmolen zijn de marges daarentegen behoorlijk nauw, maar daar weet jij alles van, en voor pellen zijn de marges nog nauwer dan voor malen.

    De kleine(re) vermogens die Peter van Kuik noemt zullen voor hem en in deze tijd voldoende zijn maar voor jouw, als beroepsmolenaar, zeker niet!

  • Bart Dooren

    Mike,

    In het boek de Molens van Zeeland (ik heb de 2e herziene druk uit 1972) staat de aanwezigheid van motoren etc. vermeld, met het aantal Pk's en uiteraard de inrichting van de molen. Hieronder een overzicht van molens met een hulpmotor op het spoorwiel. In hoeverre de motor dan ook alles tegelijk aan kon drijven, weet ik niet maar het geeft wel een aardig beeld:

    Zonnemaire 35 PK ruwoliemotor: 3 koppels, koekenbreker, mengmachine, buil

    Zierikzee Den Haas 45 PK : 3 koppels

    Stavenisse 24 PK elektro: 2 koppels, mengketel, buil

    St. Annaland: 30 PK elektro: 3 koppels

    Sint Maartensdijk Nijverheid: 23 PK ruwolie: 3 koppels

    Sint Maartensdijk Hoop: 35 pk ruwolie: 2 koppel, wanmolen, buil, mengmachine

    Scherpenisse 25 PK elektro: 2 koppel, mengmachine

    Poortvliet 15 PK elektro: 2 koppel

    Oud Vossemeer 23 PK petroleum: 2 koppel, buil, mengmachine

    Wissenkerke Onderneming 30 PK elektro: 2 koppel, buil, mengmachine

    Wissenkerke Landzigt 30 PK elektro: 2 koppel, buil, mengmachine

    Kortgene 30 PK ruwolie: 3 koppel, buil, menger

    Oostkapelle 22 PK ruwolie: 3 koppels, buil, menger

    Aagtekerke 25 PK elektro: 2 koppels, buil, menger

    Zoutelande 30 PK elektro: 2 koppels, buil, menger

    Meliskerke 30 PK ruwolie: 2 koppels, buil, menger

    Gapinge 30 PK elektro: 3 koppels, buil, menger

    Middelburg Ons Genoegen 30 PK ruwolie: 3 koppels, buil, menger, reiniger

    Vlissingen 20 PK ruwolie: 3 koppel, buil, menger

    Nw en St Joosland 30 PK elektro: 3 koppel

    Arnemuiden 30 PK ruwolie: 3 koppel, menger

    Wolphaartsdijk 80 PK diesel: 2 koppel, menger, transportschroef, haverpletter

    Lewedorp 30 PK elektro: 2 koppel, buil, menger, reiniger

    's Heer Arendskerke 27 PK: 2 koppel, menger, buil

    Heinkenszand Vijf Gebroeders 30 PK elektro: 2 koppel, menger, buil

    Borssele 23 PK diesel: 3 koppel, buil

    Nisse 30 PK elektro: 2 koppel, buil

    Hoedekenskerke 30 PK elektro: 2 koppel, menger, buil

    Goes 30 PK elektro: 3 koppel, buil, menger, 2x elevator

    Kloetinge 25 PK elektro: 2 koppel, buil, menger, haverpletter

    Krabbendijke 30 PK elektro: 2 koppel

    Rilland 25 PK elektro: 2 koppel, buil

    Hoek 27 PK elektro: 3 koppel, menger

    Koudekerke 40 PK elektro: 3 koppel, buil, pelsteen?

    En wat hiervan nog (deels) is overgebleven, laat staan daadwerkelijk nog kan functioneren, laat zich raden…..

    Groeten,

    Bart Dooren

    PS: Ja DM, RvZ en LR, ik weet wat jullie nu denken!!!

  • flourpower1980

    Dankjewel Bart, dat is nog eens interessante informatie!

    Dat is dus een gemiddelde van 29.91pk. Wolphaartsdijk springt daar met 80pk wel wat bovenuit! (jammer dat ik de Dorman heb verkocht..)

    Hier is het toch bij uitbreiding van de zaak zoeken naar een reserve-kracht, maar dan liefst toch niets elektrisch en in navolging van wat er hier ooit stond.

    De klanten zijn mondiger geworden en het gezin ook! Dus ‘het waait niet’ of ‘het waait nú’ is niet altijd zo'n geweldig excuus.. ;-)

    PS: denken staat vrij!

  • Dorpsmulder

    Bart Dooren Schreef:

    ——————————————————-

    >>

    > PS: Ja DM, RvZ en LR, ik weet wat jullie nu

    > denken!!!

    Tja, dat heb je met die drukknopmolenaars.

    Je kunt wel zien dat dit zijn favoriet is.

    Wij doen het wel op de ouderwetse manier.

    Zonder ptortje.

    De DM=Dorpsmulder=George Middendorp.