Er is denk ik geen eenduidig antwoord op, het is dus maatwerk. Alles terugbrengen naar de laatst werkende toestand is leuk, maar voor sommige molens is dat de huidige toestand. Wat ook een criterium kan zijn is dat zaken historisch worden na circa 50 jaar. Voor de Deen is dit de reden om de restauratiekleuren te houden, maar voor Rijsoord geldt dit zeker niet.
Verder denk ik dat je moet kijken waarom bepaalde restauratiekeuzes in het verleden zijn gemaakt en of deze keuze nu nog gerechtvaardigd is. De filosofie om op Brabantse en Groningse achtkanten rietdekken en kruiraderen te zetten om ze “mooi” te maken is denk ik een foute geweest en zou je bij gelegenheid moeten terugdraaien. Het heeft geen enkel nut en maakt de molens alleen maar kwetsbaarder en streek oneigen.
Een molen waar een scheprad is vervangen door een vijzel ga je niet zo snel meer terugrestaureren, ook al niet vanwege de kosten.
Wat het belangrijkste is, is dat er een overwogen keuze gemaakt wordt waarbij historische en praktische aspecten tegen elkaar afgewogen worden en dat er niet zomaar iets gedaan wordt, zoals in het verleden vaak gebeurde.