Materiaal heklatten

  • De Wilde Westlander

    Hey Rudy,

    Nou weet ik ook waarom jij de roe niet ingaat.

    De groeten van “De Wilde Westlander”

    Die er nog Russisch lerken in heeft zitten uit 1986.

    Trouwens,pitsch-pine(oftewel pikspaan)werd in de jaren tachtig veel gebruikt voor heklatten.

    Het is mooi hout voor binnen,maar voor heklatten absoluut ongeschikt,na verloop van een aantal jaren komen er van die mooie oranje paddestoeltjes op en dan kan je het zo afdraaien,echt sponshout,dus.

    Rob van Zijll.

  • O. Visser

    Wat tegenwoordig voor Pitch Pine verkocht wordt verdiend alleen de kwalificatie van brandhout. Het echte Pitch Pine is hard (je kunt in het kernhout geen spijker slaan), sterk en zéér duurzaam, maar ook nogal duur. Het enige waar je het tegenwoordige Pitch Pine, naast brandhout, dan nog voor kunt gebruiken is de scheppen van de schroef. Als het hout maar niet in de zon komt dan gaat het nog. Het molentje van Euzmazijl heeft een schroef waarvan de scheppen van dit hout zijn en deze schroef is in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gemaakt. Kan de zon er bij dan is het nergens geschikt voor.

    Voor het geval iemand het echte Pitch Pine wil zien moet hij of zij naar de Hantumer molen komen. Het achtkant van die molen is helemaal van het harde Pitch Pine.

    Oane Visser,

    Molenaar Hantumer molen,

    Fryslân.

  • Andreas de Vos

    Duurzaamheid is niet alleen de soort, maar ook de kwaliteit. Of het nou russische lariks, pitch pine (de goeie kwaliteit dan) of een andere soort is, zolang het maar van goede kwaliteit is. Fijne nerven, rechte nerven in de lengte van de lat en weinig kwasten…

    En vaak draaien ook, maar ook goed in de wind en het licht staan. Allerhande bomen tot vlak bij en erg hoog helpt echt niet…

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Martin E. van Doornik

    Er zijn verhalen bekend dat de heklatten vroeger langer mee gingen dan houten roeden….

    Wat mij nog raakt is het verhaal van de materiaalzuinige molenmaker Klaas de Troye. Hij moest een ijzeren roede steken en van de oude, gestreken houten roede zaagde hij nieuwe heklatten met de hand….

  • Andreas de Vos

    Dat zou zuinigheid van de molenmaker, of zuinigheid van de moleneigenaar kunnen zijn. Het is maar wie er het meeste aan vedrient (of bespaart, net hoe je t bekijkt).

    Ik meen dat van Korenmolen Kijkduin te Schoorl de laatste houten roe ook is verzaagd voor heklatten toen er een ijzeren roe in kwam.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Willem Bever

    Het zal wellicht zuinigheid van zowel de molenaar/eigenaar, als van de molenmaker zijn geweest denk ik.

    Van Aarlanderveen is bekend dat molenmaker Piet vd Lijn in de jaren ‘40/’50 van de vorige eeuw met de minste middelen de molens van de ‘Drooggemaakte polder aan de westzijde van Aarlanderveen’ gaande wist te houden.

    Dit was omdat ten eerste de ingelanden van de polder er weinig voor over hadden (er was ook niet veel in de jaren na de oorlog) en, niet in de laatste plaats, omdat Piet vd Lijn een rasechte molenliefhebber was, die er best wat voor over had.

    Het is gebeurd dat Piet vd Lijn op de Middenmolen als invaller moest malen, en dat er s,avonds een gang onderkammen uitvloog.

    Nog die zelfde avond ging vd Lijn naar zijn werkplaats, en ging kammen zagen.

    Bij het krieken van de volgende morgen had Piet de meeste kammen gezaagd, en toog naar de Middenmolen om ze te steken.

    Toen er gevraagd werd hoe hij dat financieel ging oplossen antwoorde de molenmaker; Dat is latere zorg, eerst moet die molen weer malen!

    In de Ondermolen alhier zit een windpeul van de houtsoort basralocus, en is een stuk sloophout van onbekende herkomst.

    De keer en weerstijlen en de keuvelensbalk zijn vervaardigd van oude stukken lange schoor.

    Dit geheel is er in de jaren '50 door vd Lijn ingemaakt, en dat zal echt niet het meeste gekost hebben.

    Toen ‘wij’ in 1987 de molen Nooit Gedacht in Eindewege/s'Heer Arendskerke (zld) restaureerde, werd ook het gevlucht vervangen, en daarbij het van Rietsysteem ook deels vernieuwd.

    De schenkels of segmenten van de stroomlijnneus van het van Rietsysteem was vervaardigd van prachtig mooi fijnnervig amerikaans grenenhout, en er mankeerde nagenoeg niets aan, zodat we het grotendeels overgezet hebben op de nieuwe roe.

    Oud molenaar Dorst wist te vertellen dat molenmaker M van Riet deze schenkels in 1956 met de handzaag had gezaagd uit het middenstuk van de lange spruit van die molen,die toen ook was vervangen.

    Dhr Dorst vertelde dat molenmaker van Riet s'avonds zijn zaag meenam naar huis, en deze thuis vijlde, zodat hij de volgende morgen weer een scherpe zaag had.

    Dit zijn toch wel leuke annekdotes!

    De tijden zijn (gelukkig) veranderd.

    Groet van de Bever, die op de zesde achtereenvolgende dag de gang weer heeft.

  • Barend Zinkweg

    Willem, je schreef: “en dat er s,avonds een gang onderkammen uitvloog”. Wil je eens uitleggen hoe zoiets eigenlijk kan? M'n fantasie schiet tekort om me daar een voorstelling van te maken. Het onderschijf drijft het onderwiel aan en dan kan ik me wel voorstellen dat alle staven van dat onderschijf er aan gaan als het scheprad blokkeert bijvoorbeeld. Maar hoe die kammen er uit kunnen vliegen snap ik niet. Nadere uitleg alsjeblieft.

  • Barend Zinkweg

    Zal vaak draaien nu werkelijk zo veel helpen om lang met de hekkens te doen? Als je één dag in de week je molen los hebt )zoals veel molenaar doen), dan draait de molen een uurtje of zeven, terwijl de week zeven keer 24 uur heeft. Dat draaien is dan toch een druppel op de gloeiende plaat! Volgens mij is het veel effektiever om elke keer een ander end onder te zetten. Veel draaien is natuurlijk niet te versmaden, maar het kruis iedere week op een andere manier nat en weer droog laten worden, zet volgens mij vele malen meer zoden aan de dijk.

  • Willem Bever

    Barend, dit is me uit het hart gegrepen!

    Je slaat hier de spijker op zijn kop.

    Inderdaad, regelmatig een ander end beneden zetten is beter voor alles dan altijd maar dat bewuste keerklos end onder te zetten, en dan liefst nog met een waterpas op de dwarsroe.

    Een molen een beetje komend wegzetten staat ook nog wat vlotter ook, vind ik tenminste (maar wie ben ik).

    De Bever.

  • Willem Bever

    Dat zal ik je uitleggen Barend, (en anderen)

    Bij de schepradmolens in Aarlanderveen zijn na het verdekkeren van de molens de wachtdeuren verplaatst naar bijna aan het einde van de voorgoot.

    Dit om de molens wat makkelijker aan te laten lopen.

    De molens malen dan eerst de voorwaterloop vol , zodat ze bij een klein windje wat snelheid kunnen ontwikkelen.

    Nadeel hiervan is wel dat als de molen het toch niet redt, en de wachtdeur gaat weer dicht, de hele goot ook weer leeg moet lopen, waardoor je hier wel eens ziet dat de molen 5 a 6 enden achteruit gaat.

    Toch zie ik er meer voordelen in dan nadelen , ondanks dat de huidige fokken sneller aanlopen dan de toenmalige dekkerwieken.

    Maar als er nou een paar slechte kammen in het onderwiel zitten, die het begeven, dan gaat de molen gewoon vooruit en het onderwiel gaat dan, door de hoeveelheid water die in de voorgoot door het scheprad terug moet, achteruit, en dan ben je na één omwenteling van de wateras een gang onderkammen armer, en een vrachtje kachelhout rijker.

    En het maakt even een hoop herrie in huis!

    Die herrie heeft de betreffende molenaar/ molenmaker nooit gehoord, want die zat de bewuste avond net even bij de ondermolenaar aan de koffie.

    Toen de molenaar na de koffie in het donker weer het kaaitje opging richting middenmolen, schepte hij z'n klompen over omdat de ondermolen de tussenboezem al vol had gemalen, zodat het water aan weerzijde over de kaai ging!

    Het was wat (en het is wat) op zo'n gang !

    Groet van de Onderbever, die het gangmalen voor geen goud wil missen.