Beste Mark,
Je reactie is dermate belangrijk dat ik, vooruitlopend op een vervolgartikel in ‘de Molenwereld’, toch weer op het prikbord zal reageren, hoewel ik me daarin moet beperken omdat er ook nog een keer brood op de plank moet komen.
Eerst reageer ik nog even op de vraag: wel of niet in ‘de Molenwereld’. De vraag om een vervolgartikel komt van de redactie van dat tijdschrift, zodat ik aanneem dat een goede afweging is gemaakt tussen wat er nog op de plank ligt en de wenselijkheid van dit artikel. En om nog even een flauwe, maar daarom niet minder serieuze opmerking te maken: als al diegenen die ten onrechte denken dat ‘de Molenwereld’ een commercieel tijdschrift is nu eens gewoon een abonnement nemen, dan is er geld om een nog dikker tijdschrift uit te brengen. Als diegenen die om goede artikelen vragen dan ook artikelen aanleveren zijn we met zijn allen een stuk gelukkiger.
In feite ben ik het helemaal met al je argumenten eens, maar dat neemt niet weg dat ik hier en daar uit dezelfde argumenten een andere conclusie trek.
Je schrijft dat het bestemmingsplan het enige is dat bindend is. Daar wringt naar mijn idee nou juist de schoen. Juist omdat het bestemmingsplan bindend is, mogen daar dus nooit regels in staan die onuitvoerbaar zijn. Zou dat per ongeluk wel gaan gebeuren, dan kun je er vergif op innemen dat het ontheffingen gaat regenen. Dan zit je met een veel groter probleem dan nu. Het is dus niet zo dat ik de werking van de ruimtelijke ordening onderschat, ik besef er de waarde van en besef ook dat we met redelijke mensen te maken hebben. Daarom ben ik niet gelukkig met welk strijdmodel dan ook.
Ik heb steeds een alternatief geboden. Het alternatief eenvoudig negeren is niet bevorderlijk voor de discussie.
Inderdaad heeft de 1 op 30 regel een aantal keren succes gehad. Naar mijn overtuiging is dat succes niet te danken aan de regel, maar aan de goede wil van stedenbouwers en projectontwikkelaars. De meeste van die lieden zijn de kwaadste en ook de domste niet. Daarom heb ik veel liever een regeling die ruimte overlaat voor constructieve oplossingen dan een in mijn ogen morbide regeling. Als de werkelijkehid complex is, laat die dan complex. Een auto is ook complex en we rijden er allemaal mee, maar niet iedereen zal er zelf één kunnen bouwen. Wie geen auto kan bouwen, moet niet inhoudelijk met de ontwerpafdeling gaan praten.
Zou het windtunnelonderzoek niet deugen, dan zou (om maar even te refereren aan mijn artikel) geen enkel vliegtuig ooit van de grond komen. Ik ben het hier volkomen met Mark eens. Garbage in = garbage out. Voor degene die niet vertrouwd is met deze computerterm: gebruik je rotzooi als input, dan kan er nooit iets anders dan rotzooi uitkomen. Daarom moeten molenmensen bij het windtunnelonderzoek betrokken zijn; zowel mensen die stromingsleer gestudeerd hebben en als hobby met molens bezig zijn, als mensen die geen stromingsleer gestudeerd hebben maar de werking van de hele molen in hun vingertoppen hebben en voldoende van stromingsleer weten om de ‘vertaalslag’ te kunnen maken.
Het voorstel van Mark om een inhoudelijke discussie te voeren juich ik van harte toe, maar dat laat onverlet dat discussies op het prikbord en in ‘de Molenwereld’ veel ideeën kunnen losmaken waar je in een discussie rond de tafel niet direct op in zou kunnen gaan.
Groeten, Nico