Goedendag,
Vandaag was ik even in de gelegenheid een bezoek te brengen aan De Roos in Delft nadat ik daar ter stede de boel onveilig had gemaakt. O.a. van Barend had ik e.e.a. vernomen over de molen en ook de database puilt uit van de bijzonderheden. De aanstaande werkzaamheden rond de molen en daarmee de zorgen over de fundering, de scheefstand etc maken heel wat los. En schééf staat `ie. Hoe de molen is “rechtgetrokken” is duidelijk zichtbaar aan het metselwerk aan binnenkant. Zoiets is tijdens de bouw van de Toren van Pisa ook al eens gedaan. Men heeft er dus ervaring mee.
De ontvangst was weer hartelijk en helemaal des molenaars. Bart verzorgde een degelijke rondleiding en daarna een prima bak koffie met boterkoek. Wat wil een mens nog meer. Nog dank daarvoor.
Een aantal bijzonderheden viel mij op omdat ik die niet eerder heb gezien. Zo is er de aparte wijze van fixering van de kruivloer. Als het ware een zwaluwstaart in de muur waarin de verankering. Gietijzeren kruirollen had ik vorige week al eerder gezien op De Kooiwijkse maar die waren hol en flink wat groter. Deze bleken massief en kleiner maar evenmin te tillen als de vervangers in De Kooiwijkse, die van bijna helemaal massief staal zijn. Ook wel apart en pas één keer gezien, in de Drie Lelies, een houten blok onder de hals met een bronzen lagering.
Zo door het land pruttelend ga je steeds meer details zien en ook terugzien. De lange spruit verraste mij pas toen ik erop ging zitten om een plaatje naar buiten te schieten. Een kouwe kont dus. Maar nieuw is dat zeker niet want De Hoekse Waard heeft er meer dan genoeg.
Helaas moest ik bijtijds weg vanwege de psychische druk van de parkeermeter. Bij aankomst had ik nog 3 minuten en vanuit de verte ontwaarde ik reeds een likkebaardend uniform. Op mijn nadering verwijderde de oppasser zich, de teleurstelling was duidelijk.
Als Mio is het bij een molen als deze natuurlijk óók likkebaarden vanwege de bouwgeschiedenis. Een ronde stenen molen op een zeskant. Ooit een houten bovenbouw. En vermoedelijk was er een wipkorenmolen in het verre verleden. Ga zo maar door.
Dat levert bij mij een aantal vragen op.
Stel dat er spoedig een grote, ingrijpende restauratie nodig zou zijn vanwege die tunnelbouw. Stel dat je hem in grote stukken kunt demonteren om later weer op te bouwen. Hoe ga je dan restaureren? Naar de toestand zoals hij nu na al die jaren is, scheef en wel, of toch helemaal recht? Ga je terug naar een ander punt in het verleden toen er nog een andere indeling was zonder maalstoelen? Dus weer een maalzolder met 4 koppels? Kan er dan weer normaal geluid worden zonder elektromotor voor het onderste deel en niet in tweeën zoals nu vanwege die scheefstand?
Of zetten we hem weer terug zoals de molen nu is en geven we die geschiedenis erbij?
Ik heb overigens begrepen dat er een boek over deze molen onderweg is, daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Naar verluidt, zijn er nog andere zaken opgedoken in de archieven. Als ik kan intekenen, bij deze.
M.a.w. is er een eenduidige, voor iedereen geldige argumentatie om hem volgens een zeker punt in de tijd te restaureren? Welk punt zou dat moeten zijn?
Dat dan helemaal volgens de regels van de authenticiteit en dergelijke. Als student in de Miologie intrigeert die discussie mij bijzonder en ik zou ook benieuwd zijn naar de mening van Dhr. Bazelmans. Ik neem aan dat dat wel mag.
De plaatjes vind je hieronder waar ik nog commentaar onder moet zetten. Morgen heb ik daar tijd genoeg voor.
Groetings,
Jan.
www.althofweb.nl
http://picasaweb.google.nl/Noordkaper04/DeRoos#