Molen windlust is afgevoerd van de rijksmonumenten-lijst
dat heeft de rce vrijdag laten weten aan de gemeente Kollumerland
meldt rtv noord
de gemeente gaat in beroep
Men moet nu wel tot de conclusie komen dat de minister alleen maar advies aan de Raad voor Cultuur heeft gevraagd omdat hij en de RCE hoopten en waarschijnlijk verwachtten dat die tot afvoering van de monumentenlijst zou adviseren. Nu dat bepaald niet de uitkomst is geworden, acht de minister zich kennelijk gerechtigd om de Raad te schofferen door diens niet mis te verstane advies, ondanks het feit dat hij dat zelf ingewonnen had, straal te negeren en gewoon toch het besluit te nemen dat voor hem kennelijk allang vaststond. Nogmaals, anders dan door aan te nemen dat deze hele consultering van de Raad voor Cultuur een schijnvertoning was, is dit recht tegen dat ondubbelzinnige, dringende en goed gemotiveerde advies ingaande besluit niet te verklaren.
Omdat dit nu bij uitstek een principekwestie is geworden, hoop ik vurig (en verwacht niet anders dan) dat de gemeente en alle andere belanghebbenden, inclusief De Hollandsche Molen, het hier niet bij laten zitten en alle protest-, actie- en beroepsmogelijkheden zullen uitputten die er maar mogelijk zijn!
Een advies is toch (niet meer dan) een advies? Of is het (al of niet moreel) verplicht een advies op te volgen? Zo ja, welk advies had de minister dan op moeten volgen; dat van de Raad voor Cultuur of de RCE? *]
Hiernaast: wanneer de minister het advies van de Raad voor Cultuur over genomen had dan kan toch ook (met recht) geschreven worden dat de RCE daarmee geschoffeerd was?
*] Een Deens spreekwoord zegt: “Wie bouwt naar ieders raad, krijgt een huis vol kronkels.”
Een advies is toch (niet meer dan) een advies? Of is het (al of niet moreel) verplicht een advies op te volgen? Zo ja, welk advies had de minister dan op moeten volgen; dat van de Raad voor Cultuur of de RCE?
Hiernaast: wanneer de minister het advies van de Raad voor Cultuur over genomen had dan kan toch ook (met recht) geschreven worden dat de RCE daarmee geschoffeerd was?
Geachte heer Visser, u vergeet één ding: de RCE is de ‘eigen’ dienst van de minister, de Raad voor Cultuur is een extern en onafhankelijk lichaam, wiens advies door de minister uit eigen vrije keuze, zonder dat hij daartoe op enigerlei wijze verplicht was, is ingewonnen.
Laten we het volgende gedachtenexperiment eens doen: de voorzitter van een plaatselijke molenvereniging elders in Friesland komt uw advies inwinnen over een molentechnische kwestie, omdat hij, zoals hij zegt, uw mening als extern en onafhankelijk molendeskundige hoogacht en graag wil weten hoe u over deze kwestie denkt. U bent hem ter wille en geeft een dringend advies, met uitgebreide en nauwkeurige motivering. Hij bedankt u, keert terug naar huis, en enige tijd later hoort u dat hij op aandrang van zijn eigen mensen, die er altijd al geheel anders over dachten, tot precies het tegenovergestelde heeft besloten. Reageert u dan even begripvol als hierboven, of denkt u m.i. terecht: ‘Als jullie het dan toch zelf beter weten en altijd al beter wisten, waarom komen jullie mij dan GVD lastig vallen en laten jullie mij voor Jan L. uitvoerig uitleggen wat de beste oplossing is?!’
Ons “probleem” is dat we niet objectief naar molens kunnen kijken. Maar als je met koude ogen kijkt is het terecht: het is een splinternieuwe molen waar eigenlijk niets meer in te vinden is van het origineel. De waarde van het gebouw is er niet minder door, maar de financiering van onderhoud en lange termijn instandhouding moet dus nu (tijdelijk) anders.
Als mogelijk wat schrale troost wijs ik ook op een spreekwoord, namelijk van de Grieken: “Panta rhei!”. Alles is veranderlijk. Mogelijk kan vader Tijd in combinatie met vasthoudendheid ons redden. Die Bussemaker is over een tijdje weg maar de molen niet. En de status van de molen wordt automatisch in de tijd steeds monumentaler. Op een dag is het weer vanzelfsprekend een monument, daar hoef je geen eeuw voor oud te zijn, denk aan de bunkers uit de 2e wereldoorlog, of, nog extremer, aan het “ijspaleis” in Hilversum (uit 1992!)..
Het relatief goede nieuws is dat je in redelijkheid mag aannemen dat de molen er de eerste 20-30 jaar zonder al te veel groot onderhoud wel zal blijven staan. Vrijwilligers en bestuur moeten daar samen voor zorgen en vooral werken aan breed draagvlak en werven van andere fondsen. En dan maar blijven aanvragen, aandringen, uitleggen, nog eens wijzen op het rapport van de raad van cultuur etc. en meer geschut verzamelen. En doorzetten, doorzetten. UIteindelijk komt het wel goed.
Maar het blijft een slechte tijding voor molenliefhebbers. Ik wens bestuur van de Stichting die de molen in eigendom heeft kracht en moed, al geeft ik ruiterlijk toe dat je daar nog geen pot verf voor kunt kopen
Beste Henk, de Raad voor Cultuur valt echt niet onder dat ‘ons’ en ‘we’ waar jij het over hebt, en ik denk dan ook dat zijn ogen koud genoeg waren en zijn om te kunnen zeggen dat hij redelijk objectief naar deze molen heeft gekeken.
Je zegt ‘het is een splinternieuwe molen waar eigenlijk niets meer in te vinden is van het origineel.’ Daarmee geef je aan hier precies zo te denken als de RCE, namelijk puur ‘materialistisch’; voor ‘andersdenkenden’ is in deze ‘nieuwe’ molen ALLES te vinden van het origineel, namelijk ALLES wat de bouwers indertijd in hun hoofd hadden en hebben willen scheppen! En alleen DAT kan een bouwwerk eigen inhoudelijke kwaliteit geven, en daarmee in principe monumentale waarde.
Bovendien is het niet alleen voor molenliefhebbers een slechte tijding, maar, omdat dit een zeer elementaire principekwestie is, voor alle monumentenliefhebbers.
Lolke, we zijn het eens over de waarde van het gebouw. Maar het is dus geen monument meer. Dat is een gegeven.
De kunst is nu om het weer zover te krijgen dat het weer een monument wordt. Daar kunnen decennia overheen gaan - maar ik voorspel: het wordt vanzelf weer een monument. Gewoon doorzetten, volhouden, aandringen, uitleggen en niet bij de pakken neer gaan zitten.
En misschien moet iemand eens Bussemaker uitnodigen en laten zien hoe die molen er uit ziet. Kan zijn dat dat helpt.
Dus de bouwwijze van een molen bepaalt de monumentenstatus! Heb je een houten stellingmolen met houten onderbouw (in dit geval zelfs doorlopende stijlen): zorg dat hij nooit helemaal verbrandt.
Heb je een houten molen op een stenen onderbouw, dan maakt het blijkbaar niet uit, want ga maar na: is na de brand of tijdens de herbouw van de Entreprise te Kolham de monumentenstatus onderwerp van discussie geweest?
Extra zuur voor Burum is, dat men de molen na twee jaar vrijwel klaar had en ook nauwkeurig herbouwd had, inclusief het pelwerk. In Kolham duurde het tien jaar voordat de molen er weer stond.
Groet,
Leo
Weet je zeker dat je deze post als spam wil rapporteren aan de beheerder?
Deze post wordt als spam gerapporteerd aan de beheerder van het forum. Bedankt!
Weet u zeker dat u dit topic wil verwijderen?