Herbestemmen van monumenten

  • Oane Visser

    Afgaande op het krante-artikel en de molendatabase lijkt mij dat er nu alleen nog het muurwerk en dan ook nog niets eens helemaal in de oorspronkelijke staat, van de molens over is. Door het niet aanwezig zijn van de waterraderen (foto's molendatabase) lijkt mij eveneens dat er van de “restauratieplannen” (zie molendatabase) van de vorige eigenaars niets terecht gekomen is. De nieuwe eigenaar heeft ook restauratieplannen maar wil de gebouwen tegelijk als huurappartementen inrichten. De restauratieplannen laten zich dan ook wel raden: voor minste 95 % toegespitst op het wonen. Volgens het krante-artikel zal daarbij met één rad zal elektriciteit opgewekt worden (neemt niet veel plaats in) en het andere zal wel een loos worden omdat binnen het muurwerk geen plaats voor een molen is of over blijft.

    Maar… wat is er aan te vernielen? Van de molens is er al lang alleen het muurwerk nog over! Het lijkt mij echter wel een prima voorbeeld van wat de toekomst van molens is als zij herbestemd worden wanneer er molenvreemde aspecten bij te pas komen.

    Hoewel…. zijn alle molens eigenlijk niet al lang herbestemd?

    Tot de industriële revolutie waren de molens zozeer met het dagelijkse leven verbonden en maakten daar deel van uit, dat niemand molens mooi hoefde te vinden. Molens (ook wel fabrieken genoemd) waren, in wat voor hoedanigheid ook (werkend door spier- water- of windkracht), gewoon nodig; niet meer en niet minder!

    Met de komst van de industriële revolutie werd het werk van de molens steeds meer en meer door op fossiele energie werkende machinerieën over genomen. Tegelijk daarmee vervreemde de bevolking van lieverlee van de molens (men had er steeds minder en minder mee van doen). Dit vervreemden heeft er in het eerste kwart van de vorige eeuw en daarna toe geleidt dat men de molens wilde en wil behouden vanwege hun esthetische waarde i.p.v. hun voor het dagelijkse leven noodzakelijke en daarmee economische waarde van eerder.*]

    En tegenwoordig helemaal? Welke molen is of wordt niet, met als hoofddoel (voor minstens 99,99 %?), vanwege zijn esthetische waarde behouden? De (alle) molens zijn in wezen, mijns inziens, dan ook al lang herbestemd!**]

    *] In de begintijd van het molenbehoud is wel geprobeerd de molens economisch rendabel te houden. Dit was echter niet het doel maar een middel om de molens (die nog maalden) te behouden doordat de financiële middelen ontbraken om de molens op alleen esthetische gronden te behouden.

    **] Het nieuwe molenbeleid van de RCE laat ik nu buiten beschouwing doordat, in wezen, dat niets met molens van doen heeft. Het onderhouden van molens is namelijk onlosmakelijk met een molen verbonden (en zeker niet alleen daarmee) doordat ze onderhevig zijn aan “de tand des tijds”. En… hoe moet het immateriële erfgoed van molenmaker (ook een speerpunt van de RCE) anders behouden blijven (modelmolentjes bouwen)?

  • Oane Visser

    flourpower1980 Schreef:

    ——————————————————-

    > (…) Toch merk je ook hier (Vlaanderen) dat het beroepsmatig werken (of hier dicht tegen zitten) met molens niet

    > helemaal begrepen wordt door sommige personen in hogere bestuursfuncties. (…)

    >

    Mijn ervaring is dat het beroepsmatig malen alleen door diegenen begrepen (en gewaardeerd) worden die beroepsmatig of op die wijze, met een molen malen of gemalen hebben, er mee groot gebracht zijn, of zich(zelf) er voldoende in verdiept hebben. Voor (zo ongeveer alle?) anderen geldt dat een molen al een molen is als er maar een kruis aan een peperbus of kast hangt doordat zij niet of nauwelijks meer van een molen weten, en / of de belangstelling niet verder gaat, dan het esthetische aspect; wat dan (voor hen) de doorslaggevende factor is.

    Mijns inziens moet al die “curiosa” e.d., het museumschoon van veel molens, het opgeruimd of weg gerestaureerd zijn van zaken die een beroepsmolenaar nodig had en ook het in en rond een molen rondlopen in kakelbonte vrijetijdskleding door de vrijwillig molenaars vanuit het bovenstaande gezien worden. De esthetische waarde van een molen wordt er immers niet zodanig door aangetast dat het door anderen dan hen die voldoende van een molen als werktuig uit vroegere tijden (willen) weten of verder dan de esthetische waarde (willen) kijken, opgemerkt wordt of zal worden.

    Al diegenen die niet zoveel van een molen als werktuig in en uit vroegere tijden weten om hem daarnaar en als zodanig te (kunnen) waarderen, zullen dan ook niets op herbestemmen tegen hebben. Zolang men maar het idee heeft dat het een historische molen is dan is het goed of zal dat zijn. Een herbestemming waardoor het kruis meer dan voordien, al is het loos, rond gaat en mogelijk ook nog inkomsten oplevert, al zal het karakter van een / de molen als werktuig uit vroegere tijden daardoor aangetast worden of mogelijk geheel of gedeeltelijk verloren gaan, zal hierbij eerder toegejuicht dan afgekeurd worden. Kortom: een molen als werktuig kan bij herbestemmen desnoods wel verdwijnen als de / die “mooie molen” maar blijft.

    Van bestuurders moet je ook niet meer verwachten. Zij zijn, voor het overgrote deel, immers uit het deel van de bevolking gerekruteerd dat de esthetische waarde (zo ongeveer) als hoogste waarde ziet. Dientengevolge gaat de belangstelling van veel of meeste bestuurders ook niet (veel) verder dan die esthetische waarde.

    En nee, ik heb die “koffiehokken, etc.” niet over het hoofd gezien. Blijkbaar heb ik jouw bijdrage anders begrepen dan jij bedoelde. Ik ben in mijn reactie ingegaan op wat, volgens mij, in deze tijd voor een molen om daar “vrijwillig actief” (lees: in de geest van de vroegere beroepsmolenaars) mee te malen noodzakelijk is. Zo ik jou meen te begrijpen bedoelde jij wat veel vrijwillig molenaars noodzakelijk, gemakkelijk en / of beter voor het uitoefenen van hun hobby vinden.