Werken met valbeveiliging

  • Henk Klöpping

    ik loop toch altijd rechtsom vanaf de staart naar het wiekenkruis. De af te leggen afstand is dan veel korter

    Als de molen gevangen is maakt het wat betreft veiligheid niet veel uit. Toch leer ik de leerlingen dan óók linksom te lopen, gewoon om die gewoonte er in te krijgen, zodat men ook bij draaiende molen linksom loopt.  Een vast onderdeel van de lessen die ik geef is mensen vragen eens rechtsom (krimpend) de molen te lopen en dan naar de kruipalen te kijken. Wanneer zie je het end aankomen? Dan doe je hetzelfde linksom lopend (ruimend). Alle leerlingen snappen daarna onmiddellijk waarom je liever linksom loopt.

    Ik had al gezegd dat in onze tijd hekjes nodig zijn. Maar ja, ik heb hier molenaars voorbij zien komen die dat ook maar onzin vinden (“ik ben alleen op de molen en voor mij hoeft het niet”). Dan kan de gewoonte linksom te lopen wel eens het verschil zijn tussen een dode en een levende molenaar.

    Verder: waarom je bij een draaiende molen linksom loopt (wat heb je daar te zoeken): ik citeer uit het Gildemateriaal: 7.2.3 (pagina 21): Zeilslag is vooral te horen maar het is ook te zien: ga links van de molen staan en  let op het omhooggaande onderend.

    Ik vind het dus, met respect voor de lokale gewoonten, toch raar dat men rechtsom de molen loopt.

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren
  • Eric

    Helaas hoef ik niet speciaal te luisteren naar zeilslag. Uit ervaring weet ik binnen in de molen of deze goed op de wind staat en dat merk ik buiten en hoef er niet speciaal naar te luisteren. En over een kruipaal struikelen is niet mogelijk. Je loopt vanaf de staart door het grind en de kruipalen staan in het gras. Het grind ligt langs de molen en de afstand is dus ook korter vanaf staart naar roe.

  • Mike

    Eric, over een kruipaal struikelen van vang naar gevlucht heb ik ook nog nooit voor gehad. Dat was hier in een andere situatie*.

    De kortste weg is idd. langs het lijf en dan kom je geen palen tegen..

    Nu dat het over zeilslag gaat: is dat niet een typisch fenomeen bij onbelast draaiende molens? Hier heb ik dat niet als er een steen in zijn werk staat, wél als ze onbelast draait…

    Over het plaatsen van hekkens rond het gevlucht: ik heb dat niet, en niemand behalve ikzelf komt hier buiten. Overigens zou dat hier bij bepaalde windrichtingen al onmogelijk zijn omdat dan beide deuren in, of érg dicht bij, het gevlucht uitkomen. En met dichte deuren is OOK lastig hé.. **

    *) Het huis hier staat tegen de molen en, met een heftruck, wordt het graan via dit dak naar de opslag gebracht. Is gewoon korter en sneller. Alleen staan hier geen kruipalen maar een soort ijzeren T-stukken om de ketting aan vast te leggen, en die zie je sneller over het hoofd.

    **) hier dus ook het voorbeeld dat beredenering beter is dan routine. Onze molen is ooit verbouwd van korenmolen naar koren-oliemolen en er zijn toen 2 deuren verdwenen: die op ZW als rookafvoer en die op NW vanwege de plaats van het spoorwiel van de kantstenen. Dan heb je twee deuren op ZO en NO over en dat is toch wel eens érg onpraktisch. Evengoed hebben ze er zich ook de vorige 110 jaar professioneel mee kunnen redden zonder ongelukken…

    @Henk: over 15 jaar ben ik zó rijk, dan laat ik zulke klusjes doen… :-D

  • Lolke

    Een korte opmerking: mogelijk is er in de voorafgaande discussie sprake van spraakverwarring. Bij linksOM om de molen lopen (krimpend) loopt men rechts LANGS de molen; bij rechtsOM om de molen lopen (ruimend) loopt men links LANGS de molen. Net als ‘voor’ en ‘achter’ kunnen ‘links’ en ‘rechts’ aldus in de molentaal voor de een precies het omgekeerde betekenen als voor de ander. Vandaar dat het m.i. beter zou zijn om in voorkomende gevallen termen als ‘wiekzijde’, ‘staartzijde’, ‘krimpend’ en ‘ruimend’ te gebruiken. En wellicht zelfs deze eigen vondsten ‘rijklampzijde’ en ‘vangbalkzijde’!

  • Henk Klöpping

    Prima punt, Lolke. Ik schreef eerder:

    Een vast onderdeel van de lessen die ik geef is mensen vragen eens rechtsom (krimpend) de molen te lopen en dan naar de kruipalen te kijken. Wanneer zie je het end aankomen? Dan doe je hetzelfde linksom lopend (ruimend). Alle leerlingen snappen daarna onmiddellijk waarom je liever linksom loopt.

    Oftewel, in jouw bewoordingen: ik wil graag dat de leerlingen langs de rijklampkant lopen |||

    Henk Klöpping, Molen van de Groote Polder, Slochteren