"Ik zou werkelijk geen enkele reden kunnen bedenken waarom een onderzoek door geschoolde mensen zoveel tijd zou moeten kosten dat de plannen al gereed zijn.
Juist de huidige werkwijze is de oorzaak dat plannenmakers proberen de molenbeweging zolang mogelijk buiten de deur te houden. Niet uit onwetendheid, maar omdat de molenbeweging, net zoals een bepaalde categorie natuurbeschermers, de normale planontwikkeling blokkeert."
Ik mis de rol van het bestemmingsplan in dit verhaal. Het bestemmingsplan is het enige bindende ruimtelijke ordeningsinstrument dat de molenbiotoop kan beschermen. Daarom is het belangrijk als molenbelanghebbende goed op te letten, dat er een sluitende biotoopregeling in nieuwe bestemmingsplannen opgenomen wordt.
Volgens mij zie je over het hoofd dat, wanneer er een biotoopregeling van 1:100 of 1:30 in het bestemmingsplan opgenomen is, er niet zomaar plannen voor hogere bebouwing uitgewerkt kunnen worden! Daarvoor is dan eerst een ontheffing (voorheen vrijstelling) voor nodig, die goed gemotiveerd dient te worden. Deze regeling biedt, in ieder geval als uitgangspunt, veel meer duidelijkheid en rechtszekerheid omtrent het ruimtelijke beleid in de molenbiotoop dan onderzoek-van-geval-tot-geval.
Indien het bestemmingsplan zelf een mogelijkheid biedt van de biotoopregeling ontheffing te verlenen, dan kan hieraan in het bestemmingsplan ruimtelijk relevante voorwaarden gesteld worden. Een voorwaarde kan zijn dat DHM of een vergelijkbare moleninstantie om advies gevraagd wordt op het moment dat men hoger wil bouwen dan de biotooprichtlijn toestaat. Een andere voorwaarde kan zijn dat de initiatiefnemer aantoont dat de landschappelijke waarde en de windvang niet onevenredig verminderd worden. De initiatiefnemer moet in dat geval sowieso onderzoek verrichten.
Indien er geen binnenplanse ontheffingsmogelijkheid is opgenomen bij de biotoopregeling in het bestemmingsplan, dan kan een (buitenplanse/wettelijke) ontheffing aangevraagd en verleend worden. Dan is het zaak voor molenbelanghebbenden om goed op te letten hoe de ruimtelijke onderbouwing (motivering) bij de (buitenplanse) ontheffing luidt. Wordt er voldoende aandacht besteed aan de molenbiotoop?
Kortom, als je in ieder geval de 1:30/1:100 regel gewaarborgd ziet in het bestemmingsplan als ‘'stok achter de deur’', liefst met een adviesrol voor een deskundige moleninstantie bij afwijken van de regel, dan moet men wel vroegtijdig aan de bel trekken bij deze moleninstantie voor overleg.
Daarna kan er -in overleg- altijd nog bekeken worden wat de mogelijkheden zijn voor nieuwe bebouwing, waarbij de molenbiotoop -en de landschappelijke waarde van de molen!- zo min mogelijk aangetast worden.
Een verplichtende regeling dat men -van geval tot geval- onderzoek moet verrichten naar invloed op de biotoop is naar mijn mening niet alleen erg ver weg en juridisch onmogelijk op dit moment maar het levert ook rechtsonzekerheid op. Zoals je wellicht weet: ‘'wie betaalt, bepaalt’'. Als een projectontwikkelaar een deskundig bureau opdracht verleent voor dit onderzoek, loop je het risico dat je de uitslag van tevoren al kunt raden…daar kennen we voorbeelden genoeg van dacht ik zo (De Otter Amsterdam? De Held Jozua Zaandam?)