Op bezoek in Friesland en gedraaid op de Jan Pol

  • leo middelkoop

    Als dit over de wentelas staat bij krimpend kruien, dan staat dat er fout.

    Als je de molen krimpend kruit, gaat de bovenbonkelaar of -schijf, en daarmee het gaandewerk, juist de goede kant op.

    Mijn conclusie: ruimend kruien met een hei of stamper naar beneden is riskant, krimpend kruien niet (maar lijkt mij evenmin raadzaam vanwege onnodige wrijving en slijtage).

    N.B. Niet zeuren over een standerd-oliemolen!

    Maar stel dat je een oliemolen ruimend gaat kruien en één of andere onverlaat heeft een hei of stamper laten zakken (of je collega is de vorige maaldag iets vergeten), dan lijkt mij dit bijzonder vervelend. In het ergste geval zul je de andere kant om moeten kruien. In het andere geval moet je, terwijl je nog moet kruien(!), de het kruis zover proberen rond te draaien, dat de bewust hei of stamper kan worden geschort.

    Overigens houdt dit een belangrijke consequentie in voor een in vol bedrijf zijnde oliemolen: niet opletten bij een weersomslag (bijvoorbeeld bij zeewind aan het einde van een warme zomers dag) en achteruitdraaien van een oliemolen leidt, als dit een beetje snel gebeurt, tot brokken: gebroken spaken, vuisten of kammen/staven.

    Niet om het één of ander, maar mijn grote vriend Sipman kleunt ook stevig mis in deze. Kijk maar op pagina 423 van ‘Molenbouw’. Daar staat, geloof het of niet en sla het anders maar meteen na: “Bij het kruien moest de vang worden gelicht. Kruiing in de richting tegen zon bracht nl. achteruitdraaiing van het gaande werk”.

    Let wel: met ‘tegen zon’ kan hij alleen maar ‘krimpend kruien’ bedoelen. Dat klopt volgens mij dus pertinent niet!

    Vraag: heeft iemand ooit de vang gelicht voordat hij/zij ging kruien, om reden van achteruitdraaien van het gaandewerk? Stel dat de (olie)molen precies halfom moet? Dan is het lichten van de vang toch kul/buitengewoon riskant/waanzin?

    Groet,

    Leo

  • L.v.d.W.W.

    Volgens mij moest er dik water aangemaakt worden. Dan is een fles Dreft wel een goeie ja. En dat dunne schuin dan als camouflage, nou, opzich niet gek!

    Gr, Luc

  • leo middelkoop

    Dit zijn die snelheden waarbij ik vermoedelijk steeds naar de bezetketting kijk of de roedketting erbij doe (let wel: aan de staart!!!).

    Ik weet ook zeker dat de bewoners van ‘mijn’ molen dit niet zouden waarderen: de mevrouw heeft héél veel kopjes, glazen, snuisterijen (en het wordt allemaal onderhouden). Als de molen daar lekker maalt is er ook steeds een gezellige rammel te horen. Naarmate de vulling van het scheprad minder wordt wordt het gerammel er alleen maar luider op.

    Gangmalen, hoewel in Leidschendam van geheel andere orde dan onze Bever het beleeft, is inderdaad iets aparts!

    Overigens vraag ik mij af, of zo hard malen wel zo zinvol is. Net als ik zag bij dat filmpje over de volop malende molen van het Naardermeer: die molen is een ‘opgooier’ en verspilt vrij veel energie.

    Het enorme, en tamelijk lui afgestelde, scheprad in ‘mijn’ molen vult bij ongeveer 55 enden het beste. Twee keer zo hard, als op het filmpje over Aarlanderveen, levert volgens mij nauwelijks meer op. Het is wèl spectaculair, al dat schuim!

    Groet,

    Leo

  • Rob Simons

    Leo, hoe zit dat nu eigelijk met die nieuwe pomp? Malen de midden- en bovenmolen nu nog steeds de tussenboezems leeg?

    Geeft de ondermolen nu (meer) water?

    En ja, misschien dat bij hogere snelheden de schoepen wat minder gevuld worden met water, maar de schoepen volgen elkaar wel sneller op, dus dat scheelt ook wel weer denk ik.

    Groeten,

    Rob

  • Meelmuisje

    Op het filmpje van De Onrust in Muiderberg zie je goed hoe ie op een vlaag reageerd. Vandaar ook zijn naam De Onrust:)De molen reageerd gigantisch snel op vlagen! Maar met veel water een een flinke puist wind en een lucht waar geen gevaar in zit mag ie best een leuke snelheid lopen. Alleen in de vlagen liep ie nogal erg flink door (vandaar dat we ook gezwicht waren) De Onrust presteerd qua waterverzet bij een end of 80-90 het meeste. Een behoorlijke snelheid! Dan houd je die nog hogere snelheden gewoon niet tegen die in vlagen zitten. Of je moet 50 enden gaan draaien en dat ie in de vlagen een end of 80 gaat. Maar met een molen die nog echt volop in bedrijf is ga je dat niet doen. ( 12 uur over 1 cm van t peil af te halen bij 80 enden! Moet je eens nagaan hoelang t bij een endje of 50 duurt) De molen word gelukkig harstikke goed onderhouden door Natuurmonumenten:) Wij hoeven ons in ieder geval niet zorgen te maken over de bezetketting of een niet goed werkende vang. Ookal lopen we de molen toch altijd elke dag eventjes na natuurlijk of er toch iets niet in de haak zit ofzoiets:)

    Groetjes, Thomas

  • Andreas de Vos

    Ik heb de indruk dat youtube of de videoplayer het niet helemaal kan bijsloffen, zo af en toe loopt het kruis wat hakerig en dat zal hopelijk niet aan de molen liggen maar aan het filmpje.

    Als ik een minuut (teller van filmpje) de enden ga tellen kom ik op ongeveer 110-120, da's puur pittig doorkarren.

    Nou gebeurt me dat hier op de Sluismolen ook wel een enkele keer, maar dat hou ik niet zo lang vol. Wat de molen ervan vindt weet ik niet, maar ik vind een endje of 80 wel mooi zat, vooral als de wind niet zo strak is. Hangt ook nog af op welke richting de molen staat te malen. Zuidoost en oostelijker draait het kwa gangwerk mooier dan westelijker.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

    P.S.

    Ik kan me zo voorstellen dat vette brandstof ook vette roet geeft. In een oliemolen wordt (van oorsprong) turf gebrand, maar da's niet vet….Ik kan me niet voorstellen dat het damp van de olie is (die is niet zo heet dat het dampt op het vuister)…

    Echter, een dikke laag roet is poeder en dat “smeert” ook. Denk maar eens aan meel op een houten zoldervloer.

  • Andreas de Vos

    Dik water wordt dunner van zeep. Het verlaagt de oppervlaktespanning (net als alcohol, maar da's zonde, dat is dun water om in te nemen). Verwarmen van water verlaagt de viscositeit, de stroperigheid zeg maar, zodat het ook dunner wordt.

    Misschien dat de molenaar van het fimpje wat afwasmiddel heeft bijgemengd ter compensatie van de ontbrekende waterverwarming waar men sinds kort dankzij een Saensche Papiermaecker van alles van weet.

    Ellek foordeel hep se nadeel. Zeep is duidelijk zichtbaar door het schuim, maar werk snel en eenvoudig. Verwarmen is alleen zichtbaar als het vriezend weer is, de koek en zopie tent blijft dan in de schuur, maar het vreet energie en is nog een hele installatie…

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Frank Klören

    Volgens mij is het ook zo dat wanneer er in het land gemest is, en er door harde regen ook mest in de sloot komt, er bij het malen ook veel schuim komt.

    Frank

  • Andreas de Vos

    Ik weet niet of je die mest meteen zou merken in de sloot. Op zandgrond misschien wel, op klei zeker niet en op veen verwacht ik ook niet.

    Lang geleden (10-15 jaar) stond er een artikel in een landelijk dagblad, over een onderzoek dat op initiatief van een aantal Zuid-Hollandse boeren war uitgevoerd over de invloed van bemesting en gewas op de uitspoeling van die meststoffen naar het oppervlaktewater (de sloot dus). Op zwaardere grond maakt het geen barst uit hoeveel stront erop wordt gereden, het bodemleven vreet het op. Op zandgrond wordt het een ander verhaal.

    Naar aanleiding daarvan bedacht ik de volgende stelling:

    “Hoeveel bomen heb je nodig om de boeren de schuld te kunnen geven van bemesting van het oppervlaktewater?”

    Wat ik zie is dat blad- en plantenresten in de sloot gedurende de winter naar de bodem zinken en gaan rotten. In het voorjaar als de temperatuur wat begint op te lopen stijgt die bruine drab weer op naar het oppervlakte en vormt daar een bruine schuimige drabkorst. Het is net drijfmest (koeienstront). (Als ik bij De Eendracht wat in de sloot stond te grutten met die drab erin en ik kwam thuis zei m'n moeder dat ik naar mest rook…)

    Overigens, deze schuim is bruin. Op het filmpje zie je witte schuim. Op zee zie je dat na een storm ook wel, dan ligt het op het strand. Ik meen dat dit veroorzaakt wordt door het klotsen en omwoelen van het water, waardoor eiwitten in het water dat schuim vormen. Die eiwitten zouden (als ik het goed heb begrepen) afkomstig zijn van algen.

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • AadSchouten.

    Ha die Andreas.

    Nog even terugkomend op dat schuim,inderdaad ziet het er sneeuw wit uit maar als het even op het water licht of bv tegen een hek of een raam waait ,dan laat het een stront bruine kleur na ,als dit dan nog eens goed opdroogd dan ben je nog niet jarig om het weer schoon te maken.

    wat is het geval ,hier op de molen daar ligt de voorwaterloopbrug erg laag ,als nu het water in de boezem zo staat dat de liggers van de brug in het water liggen dan hoopt het schuim zich op en komt dat tusssen de planken van de brug naar boven je wil niet weten wat een vuille vlekken dat dit goedje achter laat,en dan te bedenken dat het er in eerste instantie sneeuwwit uit ziet.

    wat de uitspoeling van drijfmest aangaat, de boeren mogen per 1 febr weer mest uit rijden als het dan binnen een week flink regend dat ziet het polderwater als stront, en dit gebeurde dit jaar dus weer.

    maar het water wil naar een vorstperiode ook best schuime waar dit mee te maken kan hebben weet ik niet ,maar wel dat het zo is.

    dat blad en bv kroos in een sloot het water knap kan vervuilen ben ik met je eens ,en ook dat dit flink modder aan kweekt