Kilsdonckse Molen

  • Peter van Kuik

    Het betoog van Paul Groen werkt ook alleen maar als de molen redelijk belast loopt, in dat geval willen zowel waterrad als wiekenkruis eigenlijk allebei sneller lopen en worden door de stenen tegengehouden en zijn de belastingen eenzijdig. Als je dit gaat doen met een voor de Prins draaiende molen krijg je denk ik problemen omdat dan de ene molen de andere gaat duwen en vise versa, afhankelijk van de wind.

  • Nico Jurgens

    Hartelijk dank voor deze reacties!

    Er mag niet bekend worden wat er in Kilsdonk achter de schermen gebeurd is; daarom zal ik maar zwijgen. Zeker is dat dit niet alleen de Kilsdonkse Molen, maar het hele molenbehoud besmeurt. Niet het goede voorbeeld dat het had moeten worden.

    Wel had ik eerder op dit prikbord aangegeven dat de molens door fundamentele fouten uit cultuurhistorisch en molentechnisch oogpunt ‘total loss’ zijn. Jammer; het project was veelbelovend begonnen. Ik heb Groen uitgenodigd zijn bouwhistorische en/of archivalische vondsten te publiceren. Ik herhaal die uitnodiging hier nog maar een keer.

    En Keldonk … volg de ontwikkeling op de website van Stichting Korenmolen De Hoop Keldonk. Vandaag zit ik te zwoegen op mijn deel voor de aanvraag van de bouwvergunning.

    Groeten, Nico Jurgens

  • Nico Jurgens

    Ten eerste is er geen enkele aanwijzing dat er een zware koning was, ten tweede zou je bij koppeling van gevlucht en waterraderen ergens torsie moeten inbouwen om te voorkomen dat te grote krachten optreden. Een auto zonder veren zou op een hobbelige weg in tweeën breken.

    Er is een document uit 1877 waarin een koppeling gesuggereerd wordt. Dat document is echter niet opgesteld om door hedendaagse lezers begrepen te worden:

    "Den water- en den voor weinige jaren nieuw daarbij gebouwden wind-korenmolen, genaamd de Kilsdonksche Molen, met den daarnaast staanden oliemolen met gaande en staande werk, zooals ijzeren askop met ijzeren roeden, ijzeren waterassen, rustende op metalen baanstukken, met ijzeren waterraderen, solied raderwerk, als: ijzeren ronsels, bonkelaars en voor korte jaren geheel vernieuwde accasia gangen. De molen van steen gebouwd is voorzien van eene ijzeren galerij.

    Verder alle benodigdheden en gereedschappen voor scherpen enzoovoort.

    De molens kunnen met waterkracht en windkracht en met beide krachten vereenigd gedreven worden.

    Verder een wel ingerigten en aan alle eischen voldoenden oliemolen met lange wentelas, voorzien van ijzeren spaken, ijzeren voor- en naslagbank met bankwerken en zes stampers, een pletwerk, alles voorzien van ijzeren en azijnhouten gangen, waterdigte oliekelders, kunnende tachtig hectoliters olie bevatten, in één woord alles wat tot een wel ingerigten en doelmatigen oliemolen behoort".

    Je kunt dit lezen zoals je wilt. De oliemolen wordt pas na de verenigde krachten genoemd. Ik denk dat het antwoord besloten ligt in de opmetingstekeningen uit 1880 van de waterraderen met hun assen. Het is jammer dat Groen geen aanvullend bouwhistorisch onderzoek heeft verricht.

    Als het dan niet mogelijk blijkt zekere conclusies te verbinden aan dit document, dan blijft over of het technisch mogelijk is. De tijd zal het leren.

    Nico Jurgens

  • leo middelkoop

    In “de molens van Limburg” meldt Van Bussel dat op de watervluchtmolen te Maasniel onder bepaalde omstandigheden (voldoende water en matige wind) soms een parallelle aandrijving voorkwam (p.408, linkerkolom onderaan). Dus ook daar gebeurde zoiets, al lijkt het erop, dat dit niet al te vaak voorkwam.

    Elders in de tekst over deze molen wordt gezegd dat het afkoppelen van de windmolen gebeurde door het uitnemen van bovenwielskammen.

    Groet,

    Leo

  • Peter van Kuik

    Een erg interessant document. Hierin staat toch vrij duidelijk dat de korenmolen in ieder geval op wind en waterkracht tegelijk kon werken. Of dit ook voor de oliemolen gold hang er inderdaad maar vanaf hoe je het leest. Ik begin de frustratie met de huidige reconstructie nu ook te begrijpen. De oliemolen lijkt van een ijzeren gangwerk met deels houten tanden voorzien te zijn geweest alsmede ijzeren slagbanken, zoals in de 19de eeuwse oliefabrieken.

    Het is jammer dat gegevens uit het tot nu toe klein aantal bouwhistorische onderzoeken bij molens niet op internet beschikbaar zijn. Met deze informatie zouden geinteresseerden een veel beter beeld kunnen krijgen van de ontwikkeling in molens in het verleden en de diverse verschillen en daarmee ook beter begrip kunnen hebben hoe met de overgebleven molens moet worden omgegaan.

  • Jacob Dekker

    Hallo Nico

    Je schreef:

    >

    > Ten eerste is er geen enkele aanwijzing dat er een zware

    > koning was, ten tweede zou je bij koppeling van gevlucht en

    > waterraderen ergens torsie moeten inbouwen om te voorkomen

    > dat te grote krachten optreden.

    Wat jij hier torsie noemt is een inrichting die de verschillen in draaimoment tussen de windmolen en de watermolen a.h.w. gladstrijkt. Als je naar mijn eerste bericht in deze draad kijkt zie je dat men dat in de reguliere werktuigbouw oplost met een vloeistfkoppeling, maar in een molen zou het ook wel met een slipkoppeling of desnoods met een VULCAN-koppeling (een koppeling met een zeer flexibel rubberen element) opgelost kunnen worden

    Groet, jAAp

  • Patrick

    Wat ik mij afvraag zijn een paar praktijk dingen:

    Hoe vaak hebben we een constante matige wind?

    volgens mij vrij zeldzaam.

    Hoe vang je een dubbel aangedreven molen?

    eerst de sluis dicht draaien en daarna de windmolen vangen.

    Maar dan in een noodsituatie? Wind in eens van achter? of Wind in eens veel meer?

    volgens mij ben je dan altijd te laat!

    Die niet in een tegelijkertijd dubbel aangedreven molen gelooft.

    Patrick

  • Nico Jurgens

    Dat lijkt me een goede oplossing, maar die hadden ze vroeger nog niet. Dan nog is het probleem niet opgelost dat de waterraderen en het gevlucht ieder hun eigen rendementscurve hebben. Dat betekent dat als het ene het andere gaat aandrijven of afremmen het rendement van beide daalt. Met andere woorden: leveren de waterraderen 3 kW en het gevlucht ook 3 kW, dan leveren ze samen geen 6 kW maar veel minder. Kom je buiten de rendementscurve van één van beide, dan is de som van beide vermogens zelfs kleiner dan 3 kW. Het water kun je binnen bepaalde grenzen regelen met de sluisdeuren. Om het goed te laten werken moet dus in de lucht een grote smoorklep ingebouwd worden.

    Groeten, Nico

  • Andreas de Vos

    Als ik het zo lees als ik het lees, dan staat er toch dat er 1 watermolen is, 1 windmolen, dat die gekoppeld kunnen worden (zouden het dan beide volwaardige molens zijn, dus een windmolen met maalstenen en een aparte watermolen met maalstenen, dat zal toch wel niet). Bovendien staat er op de andere oever een goed ingerichte oliemolen. Niks over koppeling tussen die 2 watermolens onderling. Wel beschrijft het het gangwerk (ijzeren wielen, deels of geheel met houten kammen/staven). Dat een koppeling tussen die 2 waterraderen dan vergeten zou zijn betwijfel ik, aangezien andere details die ook bijzonder zijn wel genoemd worden…

    Groetsels,

    Andreas de Vos

  • Peter van Kuik

    Het aardige van wind en watermolens is dat de vermogencurve erg breed is. Er is natuurlijk ergens een optimum snelheid, maar bij een andere snelheid levert het geheel ook nog een zeker vermogen. Daardoor kunnen een wind en watermolen denk ik wel samenwerken, maar je haalt natuurlijk bijna nooit het optimum rendement uit beiden tegelijk zoals Nico aangeeft.. Zolang er maar een beetje wind en een beetje water is en de molen belast wordt naar het beschikbare vermogen zal het niet zo gauw voorkomen dat de windmolen de watermolen gaat aandrijven of omgekeerd. Daarnaast gaat de overgang denk ik vrij soepel. Je krijgt denk ik pas een probleem als de windmolen zo hard gaat dat het waterrad sneller wil dan de stroomsnelheid van het water, waardoor ze een soort hydrolische rem gaan vormen. Die hydrolische koppelingen van Jaap heb je denk ik niet nodig omdat de vermogenscurves vlak en breed zijn. Als je een electromotor wil laten samenwerken met een windmolen wordt het veel moeilijker omdat een elektromotor een heel erg smalle vermogenscurve heeft.

    Ik ben benieuwd naar de ervaring die men opdoet bij de Kilsdonksdse molen