Mooi al die reacties en verhalen, zitten veel waarheden in en zoals dhr. W. Bever op zijn eigen manier het afvloeien van de bliksemstroom met de hemelwaterafvoeren vergeleek is een hele mooie duidelijke uitleg. Bij een controle-inspectie van de bliksemafleider-installatie wordt de installatie doorgemeten en visueel gecontroleerd. Het maakt dus op het moment van de controle ook niet uit in welke stand de roeden staan, als de installatie, aardingen en de molenkabel. Mochten de roeden op het moment van inspectie in de hekstand staan dan kunnen we de installatie daar niet op afkeuren maar wel een advies uitbrengen naar de molenaar of eigenaar van de molen. Zoals al eerder beschreven is het gewoon heel belangrijk dat bij een inslag de bliksemstroom zo snel mogelijk en in een zo recht mogelijke lijn naar aarde kan afvloeien. Het doorkoppelen van de verschillende aardingen in de meetputten is ook zeer wenselijk omdat dan de vervangingsweerstand van de aardings-installatie daarmee lager wordt. Hoe lager de weerstand van de aardings-installatie des te sneller kan de bliksemstroom afvloeien naar aarde. Dit voorkomt afslag naar andere delen op of in de molen. En hoeveel meer werk geeft het de molenaar om in hekstand 2 molenkabels aan te sluiten. En bijkomend voordeel is dat mocht er onverhoopt een kabel stuk gaan er altijd nog een kabel is om de molen te beveiligen. Maar dan wel in de werkstand. Het verhaal met de subsidie zal wel verband houden met het blijven staan van water ( werkstand) in de metalen roede welke op dat moment horizontaal staat.